Kinderopvang ‘t Herdertje: Een Overzicht van Locaties en Activiteiten
september 6, 2025
De afgelopen periode is er sprake geweest van een aantal faillissementen binnen de kinderopvangsector in Nederland. Dit heeft gevolgen voor zowel de medewerkers als de ouders en kinderen die gebruikmaken van de opvang. Deze ontwikkelingen vragen om een overzicht van de situatie, de oorzaken en de mogelijke gevolgen, gebaseerd op beschikbare informatie.
Verschillende kinderopvangorganisaties hebben recentelijk te kampen gehad met financiële problemen, resulterend in faillissementen. Zo is Sisa Kinderopvang op 26 april failliet verklaard, met onderhandelingen voor een doorstart met Kids First COP Groep die in de afrondende fase zijn (1). Het is de bedoeling dat Kids First COP Groep in juni het overgrote deel van de locaties en het gastouderbureau overneemt, en het merendeel van de medewerkers een nieuw contract aanbiedt (1). Tot 1 juni blijven de locaties onder beheer van de curator, waarna in mei bekend wordt welke locaties mogelijk gesloten zullen worden, hoewel de verwachting is dat dit aantal beperkt zal blijven (1). Sisa Kinderopvang heeft verspreid over 11 gemeenten in Friesland meer dan 70 locaties voor BSO, Peuteropvang en Kinderdagverblijven (1).
Ook Estro, een grotere keten met ongeveer 340 vestigingen en 3600 medewerkers, is failliet verklaard (2). Een deel van Estro maakt echter een doorstart (2). Verder is Kinderopvang Triodus failliet gegaan en heeft een doorstart gemaakt onder SWKGroep (4). Ook kinderdagverblijf Villa Kakelbont, met zes vestigingen in Drenthe en Groningen, is failliet verklaard, waarbij overnamekandidaten zich gemeld hebben (5).
De oorzaken van deze faillissementen zijn divers. Recessie speelt een rol, waarbij ouders in tijden van economische onzekerheid kiezen voor andere vormen van oppas (5). Daarnaast wordt gewezen op bezuinigingen op de kinderopvang door de overheid. Stichting Boink stelt dat er een half miljard te veel bezuinigd is, waardoor ouders hun kinderen van de crèche haalden en er geld overbleef, maar dat dit geld niet is gebruikt om de opvang te stabiliseren (3). Lex Staal, directeur van de brancheorganisatie Kinderopvang, geeft aan dat de crisis voor de kinderopvang nog steeds aan de orde is, ondanks dat de minister van Financiën anders beweert. Steeds meer ouders besluiten hun kinderen niet meer naar de opvang te doen, wat leidt tot een afname van de vraag (3).
Sommige organisaties, zoals Estro, zouden mogelijk lastige rechtbankprocedures hebben omzeild (2). In het geval van SDK Kinderopvang is een andere strategie gehanteerd: tijdens de crisis is juist geïnvesteerd in gebouwen, natuurtuinen en personeel, waardoor het bedrijf financieel gezond bleef (7). Dit in tegenstelling tot andere organisaties die bezuinigden op tarieven, uren of personeel, wat leidde tot een negatieve spiraal (7).
Het faillissement van een kinderopvangorganisatie heeft directe gevolgen voor de ouders en kinderen die gebruikmaken van de opvang. Het is een ‘grote klap’ voor alle betrokkenen (3). Ouders moeten op zoek naar een nieuwe opvanglocatie, wat in sommige regio's, met name op het platteland, lastig kan zijn (5). Dit kan leiden tot langere reistijden en de noodzaak voor ouders om minder te werken om zelf voor de kinderen te zorgen (5).
Voor de kinderen kan een plotselinge verandering van opvanglocatie en begeleiders stressvol zijn. Het is belangrijk dat er aandacht is voor een soepele overgang en dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om afscheid te nemen van hun oude omgeving en begeleiders.
Wanneer een kinderopvangorganisatie failliet gaat of stopt, verliest u met ingang van het moment dat de opvang niet meer geregistreerd staat in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen (LRKP) het recht op kinderopvangtoeslag (6). Het is belangrijk om dit door te geven aan de Belastingdienst en eventueel een nieuwe aanvraag voor toeslag in te dienen voor de nieuwe opvanglocatie (6).
In veel gevallen van faillissement wordt er gezocht naar een doorstart. Zoals eerder genoemd, zijn er onderhandelingen gaande voor een doorstart van Sisa Kinderopvang met Kids First COP Groep (1). Ook Estro maakt een doorstart (2) en Triodus is doorgegaan onder SWKGroep (4).
Bij een doorstart is het belangrijk om te controleren of de nieuwe organisatie geregistreerd staat in het LRKP, zodat u weer in aanmerking komt voor kinderopvangtoeslag (6). Als uw gastouder dezelfde blijft, maar het gastouderbureau sluit, moet de gastouder zich binnen vier maanden inschrijven bij een ander geregistreerd gastouderbureau en moet er een nieuw opvangcontract worden afgesloten (6). U moet de betaling aan de gastouder direct kunnen aantonen (6).
De faillissementen hebben ook gevolgen voor de medewerkers van de kinderopvangorganisaties. Bij Sisa Kinderopvang is het de bedoeling dat het merendeel van de medewerkers een nieuw contract aangeboden krijgt door Kids First COP Groep (1). De toekomst van de 1000 medewerkers van Estro was onzeker (3). Het is belangrijk dat medewerkers zich tijdig laten informeren over hun rechten en mogelijkheden, bijvoorbeeld via de vakbond Abvakabo FNV (3).
De recente faillissementen in de kinderopvangsector zijn zorgwekkend en hebben gevolgen voor alle betrokkenen. De oorzaken zijn complex en omvatten economische factoren, bezuinigingen en mogelijk onverantwoordelijk financieel beleid. Het is belangrijk dat de overheid en de brancheorganisaties samenwerken om de stabiliteit van de kinderopvang te waarborgen en de kwaliteit van de opvang te beschermen. Ouders moeten zich tijdig informeren over de gevolgen van een faillissement en de mogelijkheden voor een doorstart, en de Belastingdienst moet op de hoogte worden gesteld van wijzigingen in de opvangsituatie.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet