Kinderopvang ‘t Herdertje: Een Overzicht van Locaties en Activiteiten
september 6, 2025
De kinderopvang in Engeland en Nederland vertoont overeenkomsten, maar kent ook specifieke verschillen in organisatie, financiering en toegankelijkheid. Beide landen bieden een scala aan opvangmogelijkheden, van kinderdagverblijven tot gastouderopvang, met als doel een veilige en stimulerende omgeving voor kinderen te creëren. Deze artikel beschrijft de belangrijkste vormen van kinderopvang in beide landen en vergelijkt de financieringsmodellen en de impact op de arbeidsparticipatie van ouders.
Verschillende Vormen van Kinderopvang
Zowel in Engeland als in Nederland zijn er diverse kinderopvangvormen beschikbaar. Kinderdagverblijven (Day Nurseries in Engeland) bieden opvang en stimulatie voor kinderen vanaf jonge leeftijd tot de basisschoolleeftijd. Peuterspeelzalen (Pre-Schools in Engeland) richten zich op kinderen van 2 tot 4 jaar, met een focus op spel en sociale ontwikkeling ter voorbereiding op het basisonderwijs. Buitenschoolse opvang (After-School Clubs in Engeland) biedt opvang na schooltijd en tijdens vakanties voor schoolgaande kinderen. Ten slotte is er de gastouderopvang (Childminders in Engeland), waarbij individuen kleinschalige opvang bieden in huiselijke sfeer.
De overeenkomsten in de aangeboden diensten zijn duidelijk, maar de organisatie en regulering verschillen. Nederland legt over het algemeen een sterkere nadruk op kwaliteit en regulering van de kinderopvang, terwijl de situatie in Engeland meer divers is.
Financieringsmodellen en Kosten voor Ouders
Een significant verschil tussen de twee landen zit in de financiering van de kinderopvang. In Engeland is gratis voorschoolse opvang beschikbaar sinds 2010, in eerste instantie voor vijftien uur per week, en later uitgebreid tot dertig uur voor specifieke doelgroepen. Deze uren worden bekostigd door de overheid, waardoor ouders geen eigen bijdrage hoeven te leveren voor deze uren. Echter, buiten deze bekostigde uren betalen ouders nog steeds een deel van de kosten, minimaal dertig procent, zelfs met maximale financiële ondersteuning.
In Denemarken betalen ouders die gebruikmaken van publiek georganiseerde opvang maximaal 25 procent van de variabele kosten, terwijl de huisvestingskosten voor rekening komen van de gemeente. In Nederland is de kinderopvang over het algemeen sterk gesubsidieerd, maar de kosten voor ouders kunnen, afhankelijk van hun inkomen, aanzienlijk zijn.
De financieringsmodellen weerspiegelen de verschillende verzorgingsstaatmodellen. Engeland en Nederland vallen onder het Angelsaksische model, waar collectieve voorzieningen beperkt zijn en de kinderopvang vooral wordt vergoed voor de meest kansarme delen van de bevolking. De Scandinavische landen, zoals Denemarken en Zweden, vertegenwoordigen een sociaal-democratisch model, waarbij de staat sterk herverdelende voorzieningen biedt om gelijke kansen te garanderen.
Arbeidsparticipatie en Kinderopvang
De relatie tussen kinderopvang en arbeidsparticipatie is complex. In het algemeen wordt aangenomen dat toegankelijke en betaalbare kinderopvang de arbeidsparticipatie van ouders, met name vrouwen, kan bevorderen. Echter, de effectiviteit van deze relatie hangt af van verschillende factoren, waaronder de kosten van kinderopvang, de cultuur rondom werk en de inkomenspositie van de ouders.
In Nederland liggen de kosten voor ouders met hogere inkomens relatief hoog, wat kan leiden tot een lagere arbeidsparticipatie. Veel vrouwen in Nederland werken in deeltijd, wat mede te wijten kan zijn aan de hoge kosten van kinderopvang. In Engeland, met de introductie van gratis kinderopvanguren, wordt verwacht dat de arbeidsparticipatie van ouders zal toenemen. Echter, het effect hiervan kan beperkt zijn, omdat de hogere inkomens minder gevoelig zijn voor ‘gratis’ opvang.
Het Britse Model: 30 Uur Gratis Opvang
In Groot-Brittannië is er een investering gedaan in kinderopvang, waarbij peuters 30 uur gratis kinderopvang per week krijgen, eerst in een aantal provincies en later in het hele land. Dit initiatief is bedoeld om kinderen de beste start te geven en de arbeidsparticipatie van ouders te bevorderen.
Vergelijking van de Systemen
De vergelijking tussen de kinderopvangsytemen in Nederland, Engeland, Zweden, Denemarken, Duitsland en Frankrijk laat zien dat de financieringsvormen sterk verschillen. Landen met bijna gratis kinderopvang, zoals Zweden, hebben vaak hogere publieke lasten. Uiteindelijk is de cultuur en het type verzorgingsstaat bepalend voor de manier waarop ouders vanuit de overheid worden ondersteund.
De kosten voor kinderopvang worden altijd betaald, of het nu door de ouders, de overheid of de samenleving als geheel is. Wanneer de overheid de kosten betaalt, komen deze (deels) terug bij de ouders via de belastingdruk.
Leeftijd waarop Kinderen naar School Gaan
Een ander verschil tussen Engeland en Nederland is de leeftijd waarop kinderen naar school gaan. In Engeland gaan kinderen over het algemeen met 4 of 5 jaar naar school, terwijl dit in Nederland eerder gebeurt.
Kabinetsvoorstel en Arbeidsparticipatie in Nederland
Het kabinet-Rutte IV had het voornemen om de kosten van de kinderopvang voor alle werkende ouders tot 96 procent te vergoeden, wat zou resulteren in ‘bijna gratis’ kinderopvang. Echter, met het vallen van het kabinet is de realisatie van dit plan onzeker. De discussie over ‘bijna gratis’ kinderopvang en de investering die dit vereist, zal opnieuw gevoerd worden.
Conclusie
De kinderopvang in Engeland en Nederland kent overeenkomsten in de aangeboden diensten, maar verschilt aanzienlijk in financiering en toegankelijkheid. Engeland heeft gekozen voor een model met gratis kinderopvanguren, gefinancierd door de overheid, terwijl Nederland een meer gesubsidieerd systeem heeft, waarbij ouders nog steeds een deel van de kosten moeten dragen. De impact van deze verschillende modellen op de arbeidsparticipatie van ouders is complex en afhankelijk van verschillende factoren. De keuze voor een bepaald financieringsmodel is uiteindelijk gebaseerd op de cultuur en het type verzorgingsstaat dat een land nastreeft.
Vorige week een nieuwe gevel bij de BSO gekregen. Nieuwe kozijnen, nieuw glas en deur.
