Kinderopvang ‘t Herdertje: Een Overzicht van Locaties en Activiteiten
september 6, 2025
De kinderopvangsector ondergaat voortdurende veranderingen, met name op het gebied van administratieve processen en de uitwisseling van gegevens met de Belastingdienst. Deze ontwikkelingen zijn primair gericht op het voorkomen van problemen met de kinderopvangtoeslag en het verbeteren van de dienstverlening aan ouders. Dit artikel geeft een overzicht van de belangrijkste aspecten van deze veranderingen, de procedures voor het aanvragen van kinderopvangtoeslag, en de mogelijkheden voor tegemoetkoming in de kosten voor specifieke situaties.
Vanaf 1 januari 2020 is de regelgeving voor kinderopvangorganisaties gewijzigd met betrekking tot de gegevens die zij maandelijks aan de Belastingdienst moeten aanleveren. Deze wijziging is ingevoerd om de Belastingdienst in staat te stellen sneller te reageren op veranderingen in de opvangsituatie van kinderen, zoals een vermindering van het aantal afgenomen uren of een stopzetting van de opvang. De gegevens die worden opgevraagd omvatten het Burgerservicenummer (BSN), de naam en achternaam, de geboortedatum van zowel het kind als de ouder(s), het aantal afgenomen uren kinderopvang, het gemiddelde uurtarief en de einddatum van het contract.
De Belastingdienst heeft aangegeven dat de implementatie van deze wijzigingen in nauwe samenwerking met kinderopvangorganisaties zal plaatsvinden. Gedurende 2020 zullen kinderopvangorganisaties worden gevraagd om te starten met het maandelijks leveren van gegevens. Om kinderopvangorganisaties te ondersteunen, heeft de Belastingdienst een servicedesk ingericht voor het beantwoorden van technische en inhoudelijke vragen. Daarnaast worden er begin 2020 voorlichtingsbijeenkomsten georganiseerd en wordt informatie beschikbaar gesteld op de website veranderingenkinderopvang.nl.
De Belastingdienst heeft in 2018 een verbetertraject gestart, in samenwerking met het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, om ouders te helpen bij het voorkomen van (hoge) terugvorderingen van kinderopvangtoeslag. Dit traject is voortgezet in 2020, met de focus op het sneller op de hoogte zijn van wijzigingen in het aantal opvanguren. Door maandelijks gegevens op te vragen bij kinderopvangorganisaties, kan de Belastingdienst de opgegeven schattingen van ouders in de toeslagaanvraag vergelijken met de daadwerkelijk afgenomen uren. Indien er een significant verschil wordt geconstateerd, zal de Belastingdienst de ouders informeren en hen verzoeken de gegevens te controleren en eventueel aan te passen.
De hoogte van de kinderopvangtoeslag is afhankelijk van het inkomen van de ouders. Voor ouders met een gering inkomen, gedefinieerd als een inkomen lager dan 150% van de van toepassing zijnde inkomensnorm, geldt een speciale regeling. In deze gevallen worden alle kosten van de kinderopvang vergoed, zonder eigen bijdrage, mits aan de overige criteria wordt voldaan. Deze criteria omvatten de maximale uurprijs en het maximale aantal noodzakelijke uren kinderopvang.
De tegemoetkoming is gelijk aan de vergoeding die op grond van de geldende tarieven van de Belastingdienst-Toeslagen wordt gehanteerd. Ouders blijven echter een eigen bijdrage verschuldigd, tenzij zij voldoen aan de criteria voor een volledige vergoeding. De berekening van de tegemoetkoming wordt gebaseerd op de Kinderopvangtoeslagtabel van de Belastingdienst, die op het moment van aanvraag of feitelijke aanvang van de kinderopvang geldt, tot uiterlijk drie maanden voorafgaande aan de aanvraag.
In bepaalde gevallen, wanneer kinderopvang noodzakelijk is vanwege een sociaal-medische indicatie (SMI), kan er een tegemoetkoming worden verstrekt, zelfs als ouders geen recht hebben op kinderopvangtoeslag van de Belastingdienst. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn wanneer slechts één van de ouders werkt, terwijl de andere ouder om sociale of gezondheidsredenen tijdelijk niet in staat is om voor de kinderen te zorgen. Kinderopvang kan dan een tijdelijke oplossing bieden om de ouders te ontlasten en de ontwikkeling van het kind niet te schaden.
De gemeenten zijn verantwoordelijk voor de kinderopvang bij een SMI, zoals bevestigd door kamerbrieven van het ministerie van SZW. De tegemoetkoming wordt verstrekt voor het aantal uren kinderopvang dat door de ouder is aangevraagd, met een maximum van 230 uur per kind per maand. De vergoeding is gebaseerd op de werkelijke uurprijs van de kinderopvang, tot een maximum van de maximale uurprijs die door de Belastingdienst-Toeslagen wordt gehanteerd.
Bij de beoordeling van een aanvraag voor een tegemoetkoming op grond van een SMI wordt rekening gehouden met eventuele voorliggende voorzieningen. Dit betekent dat er geen recht bestaat op een tegemoetkoming als er een andere voorziening beschikbaar is die, gezien haar aard en doel, wordt geacht toereikend en/of passend te zijn.
Voor ouders met een inkomen lager dan 150% van de van toepassing zijnde inkomensnorm bedraagt de tegemoetkoming 100% van de noodzakelijk gemaakte kosten van kinderopvang. De inkomensnormen worden jaarlijks geïndexeerd, per 1 januari en 1 juli, aan de hand van de wijzigingen van de bijstandsnormbedragen. Hierbij wordt geen rekening gehouden met de zogenaamde kostendelersnorm.
Er wordt momenteel gewerkt aan een wetsvoorstel, de “Verzamelwet Kinderopvang”, om het recht op kinderopvangtoeslag uit te breiden voor huishoudens waarin de ene partner werkt en de andere partner een permanente zorgindicatie heeft in het kader van de Wet langdurige zorg (Wlz). De verwachte datum van inwerkingtreding van deze wet is 1 januari 2021.
De regelgeving rondom kinderopvang en kinderopvangtoeslag is complex en ondergaat voortdurende veranderingen. De Belastingdienst en gemeenten werken aan verbeteringen om de dienstverlening aan ouders te optimaliseren en problemen met terugvorderingen te voorkomen. Het is belangrijk voor ouders om op de hoogte te blijven van de actuele regels en procedures, en om tijdig contact op te nemen met de Belastingdienst of de gemeente indien er vragen zijn. De mogelijkheid van een tegemoetkoming bij een sociaal-medische indicatie biedt een belangrijke ondersteuning voor kwetsbare gezinnen die afhankelijk zijn van kinderopvang.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet