Kinderopvanglocaties Happy Kids en Happy Village in de regio Rijnmond
september 6, 2025
De aanwezigheid van mannen in de kinderopvang is een onderwerp dat de laatste tijd veel aandacht krijgt, mede door meldingen van discriminatie en zorgen over genderstereotypen. Uit diverse bronnen blijkt dat er een aanzienlijk verschil is in het aantal mannelijke en vrouwelijke medewerkers in de kinderopvang, waarbij vrouwen sterk in de meerderheid zijn. Dit artikel belicht de problematiek rondom de ondervertegenwoordiging van mannen, de discriminatie die zij kunnen ervaren, en de mogelijke impact hiervan op de ontwikkeling van kinderen. De informatie in dit artikel is gebaseerd op beschikbare gegevens en rapporten over dit onderwerp.
Uit gegevens blijkt dat slechts een klein percentage van de kinderopvangmedewerkers man is. Een bron vermeldt dat ongeveer 6% van het personeel mannelijk is, terwijl 94% vrouwelijk is. Dit aanzienlijke verschil roept vragen op over de redenen achter deze onevenwichtige verdeling en de mogelijke gevolgen hiervan. Er wordt gesuggereerd dat er nauwelijks actief wordt ingezet op het werven van mannelijke medewerkers, mogelijk omdat er een aanname bestaat dat ouders niet staan te springen om meer mannen in de kinderopvang te zien.
Verschillende gevallen van discriminatie van mannen in de kinderopvang zijn aan het licht gekomen. Een mannelijke zzp’er werd bijvoorbeeld geweigerd voor een invaldienst op een babygroep, omdat het kindercentrum beleid heeft om geen mannen op babygroepen in te zetten. Het College voor de Rechten van de Mens heeft dit beoordeeld als discriminatie op grond van geslacht. Dit besluit is gebaseerd op de vaststelling dat het kindercentrum direct onderscheid heeft gemaakt op basis van het geslacht van de man.
Een ander geval betreft een man die een discriminatieklacht heeft ingediend bij KCWA, omdat hij niet mocht werken op een babygroep. KCWA beriep zich op eerdere gebeurtenissen bij kinderopvang ’t Hofnarretje, waar in 2010 kindermisbruik heeft plaatsgevonden, en gaf aan dat ouders moeite hebben met mannen op een peuter- of babygroep. Het College oordeelde echter dat KCWA zich niet kan verschuilen achter de mening en wensen van ouders, en dat zij zelf zorg moet dragen voor het voorkomen van verboden onderscheid.
De zorgen van ouders over de aanwezigheid van mannen in de kinderopvang worden vaak toegeschreven aan eerdere incidenten van kindermisbruik, zoals de gebeurtenissen bij ’t Hofnarretje. Sommige ouders zijn huiverig om hun kinderen onder de zorg van mannelijke medewerkers te plaatsen. Om deze zorgen te adresseren, hanteren sommige kinderopvangorganisaties het vier-ogen-principe, waarbij mannelijke medewerkers nooit alleen met kinderen zijn. Een organisatie geeft aan dat zij bij de intake uitgebreid met ouders in gesprek gaan om hun zorgen weg te nemen en uitleggen dat kinderen nooit op schoot gaan bij mannelijke medewerkers.
De discussie over de rol van mannen in de kinderopvang raakt ook aan bredere thema’s rondom genderrollen en verwachtingen. Er wordt opgemerkt dat mannen in de kinderopvang soms het gevoel hebben dat zij aan een vrouwelijk verwachtingspatroon moeten voldoen, waarbij zachtheid, tederheid en zorgzaamheid worden verwacht. Dit kan leiden tot het gevoel dat er geen ruimte is voor hun mannelijke eigenschappen, zoals stoer zijn, risico nemen en leren door vallen en opstaan.
Het is ook gesteld dat meisjes meer complimenten krijgen dan jongens, omdat hun gedrag vaker overeenkomt met dat van de vrouwelijke leiding in de opvang en op school. Meer mannen in de kinderopvang en het basisonderwijs zou dit patroon kunnen helpen doorbreken.
Volgens een bron vervullen mannen en vrouwen ieder een eigen rolmodel voor kinderen. Mannen zouden meer stoeien, kinderen leren door te zetten en niet kleinzerig te zijn, waardoor kinderen vertrouwen in hun eigen kunnen ontwikkelen. Vrouwen zouden zorgzamer en voorzichtiger zijn. Een combinatie van een vrouwelijke aai over de bol en een mannelijke boks zou het beste zijn voor een kind. Het is belangrijk dat kinderen kinderen mogen zijn en dat er goede voorbeelden worden gegeven, zoals niet roken.
De teruglopende aantallen mannen in de kinderopvang zijn onderwerp van Kamervragen. De staatssecretaris heeft antwoord gegeven op vragen over het bericht dat de kinderopvang mannen verliest door vooroordelen. Dit wijst erop dat de overheid zich bewust is van het probleem en bereid is om hierop te reageren.
Er wordt gepleit voor het creëren van een meer manvriendelijke omgeving in de kinderopvang. Een trainer geeft trainingen aan pedagogisch medewerkers over de rol van mannen in de kinderopvang en ziet dat veel kinderdagverblijven bang zijn klanten te verliezen als ze meer mannen aannemen. Zijn missie is om te verkondigen dat mannen er ook mogen zijn. Hij ziet al enige verandering, bijvoorbeeld dat mannen vaker worden afgebeeld bij vacatures voor pedagogisch medewerkers.
De ondervertegenwoordiging van mannen in de kinderopvang is een complex probleem dat verband houdt met discriminatie, genderstereotypen en de zorgen van ouders. Het is essentieel dat kinderopvangorganisaties actief werken aan het creëren van een inclusieve omgeving waarin mannen zich welkom voelen en hun unieke kwaliteiten kunnen inbrengen. Het doorbreken van traditionele genderrollen en het bevorderen van een evenwichtige vertegenwoordiging van mannen en vrouwen in de kinderopvang kan bijdragen aan de optimale ontwikkeling van kinderen. Het is van belang dat organisaties zich bewust zijn van hun verantwoordelijkheid om discriminatie te voorkomen en een veilige en stimulerende omgeving te bieden voor alle kinderen en medewerkers.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet