Kindertaarten voor een Tweede Verjaardag: Inspiratie en Tips
juni 18, 2025
Een verandering in het slaapgedrag van een kind van twee jaar is een veelvoorkomende ervaring voor ouders en verzorgers. Deze periode, vaak aangeduid als een slaapregressie, kan gepaard gaan met meer wakker worden ’s nachts, verzet tegen het slapen gaan, en een afname van de dutjes overdag. Dit artikel biedt een overzicht van de mogelijke oorzaken van deze veranderingen en geeft suggesties voor ondersteuning, gebaseerd op beschikbare informatie.
Rond de leeftijd van twee jaar ondergaat een kind een aanzienlijke ontwikkeling op verschillende gebieden. Er is sprake van een toename in taalvaardigheid, fysieke vaardigheden en sociale interactie. Deze ontwikkelingen kunnen een rol spelen bij veranderingen in het slaapgedrag. Kinderen worden zich meer bewust van hun omgeving en de mensen daarin, wat kan leiden tot angst om dingen te missen wanneer ze slapen. Ze kunnen zich realiseren dat ouders of broers en zussen actief zijn terwijl zij in bed liggen, wat onrust kan veroorzaken.
Een kind van 2 jaar kan ook een grotere behoefte aan autonomie ontwikkelen, wat zich kan uiten in verzet tegen bedtijdroutines en een wens om zelf te bepalen wanneer en hoe lang ze slapen. Dit kan leiden tot een strijd bij het slapen gaan en frequenter wakker worden ’s nachts.
Peuters tussen de twee en vier jaar hebben gemiddeld tien tot twaalf uur slaap per nacht nodig. De slaapbehoeften kunnen echter individueel verschillen. Overdag hebben veel peuters nog behoefte aan een middagdutje, hoewel sommige kinderen deze behoefte geleidelijk aan verliezen. Het is belangrijk om te observeren hoe het kind reageert op het wel of niet hebben van een dutje en de bedtijd hierop aan te passen.
Verschillende factoren kunnen bijdragen aan slaapproblemen bij peuters van twee jaar. Naast de eerder genoemde ontwikkelingssprongen en toenemende autonomie, kunnen ook andere factoren een rol spelen. Een verandering in de dagelijkse routine, zoals een nieuwe oppas of een verhuizing, kan het slaapgedrag verstoren. Ook fysiek ongemak, zoals ziekte of doorkomende tandjes, kan leiden tot slapeloosheid.
Een slaapregressie wordt vaak gekenmerkt door een tijdelijke achteruitgang in het slaapgedrag, die meestal enkele weken duurt. Uit onderzoek blijkt dat ongeveer 19% van de peuters een slaapregressie ervaart rond de leeftijd van twee jaar.
Het is belangrijk om een vast slaapritme en -ritueel aan te houden om een kind te helpen ontspannen en zich veilig te voelen. Een vast ritueel kan bestaan uit een warme bad, een verhaaltje voorlezen, of een rustig liedje zingen. Het is aan te raden om dit ritueel elke dag op dezelfde manier uit te voeren, zodat het kind weet wat er gaat gebeuren.
De slaapkamer moet donker, stil en koel zijn, met een temperatuur tussen de 16 en 18 graden Celsius. Een nachtlampje kan gebruikt worden als het kind bang is in het donker, maar het is raadzaam om dit zo lang mogelijk uit te stellen, omdat slapen in een donkere kamer over het algemeen beter is. Een knuffel kan het kind een veilig gevoel geven.
Het is belangrijk om digitale apparaten minstens anderhalf uur voor bedtijd uit te zetten, omdat het licht van deze apparaten het inslapen kan bemoeilijken. In plaats daarvan kunnen rustige activiteiten, zoals lezen of kleuren, gedaan worden.
Wanneer een kind verzet biedt tegen het slapen gaan, is het belangrijk om consequent te blijven en niet toe te geven aan verzoeken om nog een verhaaltje of een drankje. Het is verleidelijk om toe te geven, maar dit kan leiden tot een vicieuze cirkel waarin het kind steeds meer eisen stelt.
Als het kind ’s nachts wakker wordt, is het belangrijk om rustig te reageren en het kind gerust te stellen zonder het te veel aandacht te geven. Troost het kind, dek het toe als dat nodig is, en leg het weer neer. Vermijd lange gesprekken of spelletjes, omdat dit het kind juist alerter kan maken.
De behoefte aan een middagdutje kan variëren. Sommige kinderen verliezen deze behoefte rond de leeftijd van twee jaar, terwijl anderen er nog steeds baat bij hebben. Het is belangrijk om te observeren hoe het kind reageert op het wel of niet hebben van een dutje en de bedtijd hierop aan te passen. Als het kind overdag moe en prikkelbaar is, kan het nog steeds behoefte hebben aan een dutje.
In de meeste gevallen zijn slaapproblemen bij peuters tijdelijk en kunnen ze met de bovenstaande tips opgelost worden. Als de slaapproblemen echter aanhouden of als ze een negatieve invloed hebben op het welzijn van het kind of de ouders, is het raadzaam om professionele hulp te zoeken. Een jeugdverpleegkundige of een slaapcoach kan advies geven en een persoonlijk plan van aanpak opstellen.
Consistentie is cruciaal bij het aanpakken van slaapproblemen. Het opstellen van duidelijke regels en het vasthouden aan een vaste routine helpt het kind om zich veilig en geborgen te voelen. Het is belangrijk om te onthouden dat peuters grenzen nodig hebben om zich te ontwikkelen en te leren.
Slaapveranderingen bij peuters van twee jaar zijn een normaal onderdeel van de ontwikkeling. Door de mogelijke oorzaken te begrijpen en de juiste strategieën toe te passen, kunnen ouders en verzorgers hun kind helpen om een gezond slaapritme te ontwikkelen en te behouden. Consistentie, een rustgevende omgeving en een vast slaapritueel zijn essentieel voor een goede nachtrust.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet