Verstikking door Lint bij Kinderopvang: Een Tragische Gebeurtenis en Aandachtspunten
september 6, 2025
De affaire rond gastouderbureau De Appelbloesem is een complex verhaal dat zich ontvouwt in de context van de invoering en implementatie van de kinderopvangtoeslag in Nederland. Deze zaak, die begon met een ogenschijnlijk simpel idee om informele opvang te formaliseren, escaleerde tot een groter schandaal met verstrekkende gevolgen voor ouders en de werking van de Belastingdienst. Dit artikel beschrijft de gebeurtenissen rond De Appelbloesem, de rol van de Belastingdienst, en de juridische en bestuurlijke aspecten van deze zaak, gebaseerd op beschikbare informatie.
Jan V., de oprichter van De Appelbloesem, had een idee om een gat in de markt te vullen. Veel ouders werden reeds informeel geholpen door grootouders bij de kinderopvang. Hij zag de mogelijkheid om deze informele zorg te formaliseren door contracten op te stellen en zo ouders in staat te stellen kinderopvangtoeslag aan te vragen. Het concept was eenvoudig: grootouders, die al gratis oppasten, konden nu een vergoeding ontvangen, en De Appelbloesem kon hier ook van profiteren. Dit idee sloeg aan, en binnen drie jaar vervijfvoudigde het aantal kinderen in gastouderopvang, waarbij bijna de helft van die groei voortkwam uit het omzetten van onbetaalde opvang in betaalde gastouderopvang.
De Belastingdienst stond voor de uitdaging om deze nieuwe vorm van kinderopvang te reguleren en te beoordelen voor de toekenning van kinderopvangtoeslag. In het geval van De Appelbloesem werden overeenkomsten met vraag- en gastouders geantedateerd, wat betekent dat ze werden gedateerd op een datum waarop de aanvraag om kinderopvangtoeslag werd gedaan, ook al was er in het verleden geen overeenkomst of voldaan aan andere wettelijke voorwaarden. Dit werd gedaan om te voldoen aan de voorwaarden voor de toeslag.
De zaak van De Appelbloesem markeerde een keerpunt in de aanpak van vermeende fraude bij de kinderopvangtoeslag. Ouders werden beschuldigd van fraude en werden geconfronteerd met terugvorderingen van aanzienlijke bedragen. Joyce ter Haar, een moeder die gebruikmaakte van de diensten van De Appelbloesem, ontving bijvoorbeeld een brief van de Belastingdienst waarin zij werd gevraagd om €8.800 terug te betalen. Zij voelde zich geen oplichter, maar werd toch geconfronteerd met een hoge schuld.
De eigenaar van De Appelbloesem is strafrechtelijk vervolgd en veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden wegens witwassen, valsheid in geschrift en oplichting van de Belastingdienst. De zaak is echter nog steeds aanhangig bij de Hoge Raad. De FIOD en Toeslagen hebben onderzoek verricht naar De Appelbloesem en een ander gastouderbureau, De Parel, naar aanleiding van signalen van fraude, zoals het opgeven van een hoger aantal opvanguren dan daadwerkelijk werd afgenomen en het niet betalen van de eigen bijdrage.
De Kamercommissie kinderopvangtoeslag heeft vastgesteld dat de ouders van De Appelbloesem werden gebruikt om jurisprudentie te creëren voor een ongekende aanpak van fraude. Echter, er werd ook gesteld dat het in feite een bezuinigingsoperatie was of een oneigenlijke manier om gaten in de wet te dichten. De zaak werd gekenmerkt door bestuurlijk onbehoorlijk.
In oktober 2012 werden ambtenaren van de Belastingdienst geconfronteerd met verschillende opties met betrekking tot de terugvordering van de kinderopvangtoeslag van de ouders van De Appelbloesem. De opties waren: handhaven, alsnog de eigen bijdrage voldoen, of niets meer doen met oude zaken en vanaf nu handhaven. Er werd ook overwogen om een inkeerregeling te creëren, waarbij ouders de eigen bijdrage alsnog konden voldoen om een volledige invordering te voorkomen.
De discussie binnen de Belastingdienst toonde aan dat er verschillende meningen waren over de juiste aanpak. Sommigen waren van mening dat de ouders verantwoordelijk waren voor het controleren van de regels en dat de toeslag volledig teruggevorderd moest worden. Anderen waren milder en pleitten voor een meer flexibele aanpak, waarbij de focus lag op het voorkomen van verdere problemen.
De motie-De Mos, aangenomen door de Kamer, stelde dat de schuld van frauduleus gedrag van een kinderopvangbureau niet afgewenteld mocht worden op de ouders. Echter, de Minister van Sociale Zaken schreef in antwoord op deze motie dat de ouders toch aansprakelijk konden worden gesteld voor de terugbetaling van de toeslag. Dit leidde tot verdere verwarring en frustratie bij de ouders.
De aanpak van de Belastingdienst in de zaak De Appelbloesem is bekritiseerd vanwege de hardvochtige wetgeving en het gebrek aan een hardheidsclausule. De Belastingdienst werd verweten dat zij preventief had moeten optreden tegen De Appelbloesem en de ouders had moeten informeren over de risico's. In plaats daarvan werd De Appelbloesem gebruikt als een voorbeeld om een signaal af te geven en een voorbeeld te stellen.
Sommigen stellen dat de Belastingdienst zelf een rommeltje had gemaakt en dat de fraudeurs eigenlijk de Belastingdienst waren, gezien de manier waarop de zaak werd afgehandeld. De hele constructie werd door sommigen als gekunsteld ervaren, maar het werd benadrukt dat gastouders soms de rand van de wet opzochten, maar deze niet overschreden.
De affaire rond De Appelbloesem is een complex verhaal dat de problemen aantoont die kunnen ontstaan bij de implementatie van nieuwe wetgeving en de aanpak van vermeende fraude. De zaak illustreert de impact van bestuurlijk onbehoorlijk en de hardvochtige aanpak van de Belastingdienst, die leidde tot aanzienlijke schade voor ouders. De zaak heeft geleid tot een heroverweging van de kinderopvangtoeslag en de manier waarop de Belastingdienst omgaat met fraudegevallen. De gebeurtenissen rond De Appelbloesem hebben aangetoond dat een meer menselijke en flexibele aanpak noodzakelijk is om te voorkomen dat onschuldige burgers de dupe worden van systeemfouten en onjuiste interpretaties van de wet.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet