Kinderopvang De Vlinder in Gendringen: Een Overzicht van Capaciteit en Organisatie
september 6, 2025
De ontwikkeling van kinderen staat centraal in de samenwerking tussen verschillende organisaties, zoals blijkt uit de Lokaal Educatieve Agenda (LEA). Deze agenda, en de bijbehorende afspraken, richten zich op een goede start in de voorschool, een soepele overgang naar het primair en voortgezet onderwijs, en uiteindelijk goede kansen op de arbeidsmarkt. De focus ligt op het benutten van talenten, het welzijn van kinderen en het bieden van de juiste zorg en ondersteuning waar nodig. Daarnaast zijn er ontwikkelingen in de kinderopvangsector, zoals aandacht voor veilig slapen, de uitbreiding van capaciteit en de financiering van peuteropvang en VVE.
De LEA is een samenwerkingsverband tussen verschillende partijen, waaronder de gemeente, onderwijsinstellingen en jeugdzorgorganisaties. De gemeente levert een ambtelijk secretaris, zet in op projectgroepen en draagt financieel bij aan het hoofddoel. In 2023 zijn er rijksmiddelen (€ 109.923,00) beschikbaar gesteld voor de uitvoering van peuteropvang en VVE, gebaseerd op de OAB-wetgeving. Daarnaast wordt er jaarlijks tot en met 2026 € 100.000 beschikbaar gesteld voor het opstellen en uitvoeren van nieuw onderwijsachterstandenbeleid. De Lokaal Educatieve Agenda vormt hierbij het kader, waarbij de projectplannen bepalen over de financiering wordt besloten. Het college van de gemeente kan hierover een aparte beslissing nemen.
De samenwerking binnen de LEA is gericht op het verbeteren van de gezondheid van alle inwoners van Nederland, met speciale aandacht voor mensen met gezondheidsachterstanden en mensen in een kwetsbare situatie. Het doel is een gezonde generatie in 2040, met weerbare en gezonde mensen die opgroeien, leven, werken en wonen in een gezonde leefomgeving met een sterke sociale basis.
De financiering van peuteropvang en Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) is een belangrijk onderdeel van de LEA. In 2023 bedragen de subsidieaanvragen € 285.076,40. Het verschil tussen de rijksmiddelen en de subsidieaanvragen wordt opgevangen door gemeentelijke financiering. Dit laat zien dat de gemeente een actieve rol speelt in het ondersteunen van de ontwikkeling van jonge kinderen.
Er zijn afspraken gemaakt over de taalvereisten voor pedagogisch medewerkers in de kinderopvang. Voor medewerkers die voor 1 januari 2025 al in dienst zijn, geldt een overgangsregeling. Zij voldoen aan de taaleis als zij op basis van de huidige aantoonbaarheidseisen in de cao kinderopvang voldoen aan de taaleis IKK. Medewerkers met bijvoorbeeld een havodiploma of ouder mbo4 diploma hoeven dus niet opnieuw aan te tonen dat zij taalniveau 3F beheersen. De taaleis geldt al sinds 1 augustus 2019 voor alle pedagogisch medewerkers in de Voorziening voor Educatie (VE).
Een belangrijk thema binnen de kinderopvang is veilig slapen bij jonge kinderen en de preventie van wiegendood. Er wordt aandacht gevraagd voor het belang van veilig slapen en bewustwording gecreëerd over de preventie van wiegendood. Het doel is om kennis te delen, bewustzijn te vergroten en het gesprek over veilig slapen op gang te brengen, zowel bij ouders als bij professionals. Gedurende de week worden verschillende activiteiten georganiseerd om dit doel te bereiken.
De kinderopvangsector staat voor uitdagingen op het gebied van ruimte. Er is behoefte aan voldoende capaciteit, betaalbare en duurzame gebouwen, en inclusieve voorzieningen. Daarnaast is er behoefte aan samenwerking met andere sectoren, zoals sport en onderwijs. Om deze uitdagingen aan te gaan, organiseert het Waarborgfonds & Kenniscentrum Kinderopvang de Meet up ‘Meer ruimte voor kinderopvang’ op 30 oktober 2025. Tijdens deze bijeenkomst komen denkers en doeners uit de sector samen om concrete oplossingen te verkennen voor de huisvestingsopgaven.
De bijeenkomst start met een gezamenlijke aftrap over de opgaven en kansen. Daarna volgen twee rondes interactieve werksessies over capaciteitsgroei, het kwaliteitskader huisvesting, duurzame en inclusieve voorzieningen, investeringsmogelijkheden en kindcentra. Er is ook ruimte om kennis en ervaringen uit te wisselen met collega’s en experts uit het veld.
Veel kinderopvang- en onderwijsinstellingen zijn begonnen met de ontwikkeling van een integraal kindcentrum. Dit vraagt om een verandering op een dieper niveau, een transformatie. Tot nu toe was er veel aandacht voor de veranderingen op een locatie, zoals een school die samenwerkt met een kinderopvanglocatie. Maar de vraag is wat dit vraagt van de betrokken besturen. Deze vraag staat centraal tijdens een conferentie die georganiseerd wordt om dit thema te bespreken.
In de Tweede Kamer zijn verschillende moties ingediend die betrekking hebben op de kinderopvang. Deze moties gaan over onderwerpen zoals de financiering van de kinderopvang, de verdeling van de OS-buffer, de preventie van armoede, de verantwoordelijkheid voor de kinderopvang onder één bewindspersoon, en het onderzoek naar overwinsten bij de verkoop van ondernemingen in de kinderopvang. Ook is er aandacht voor de mogelijkheid om de opvang van alle peuters van 2 tot 4 jaar voor twee dagen in de week te realiseren met een algemeen toegangsrecht.
Er zijn verschillende ontwikkelingen en beleidsvoorstellen die de kinderopvangsector kunnen beïnvloeden. Zo wordt er onderzoek gedaan naar de mogelijkheid om winstuitkeringen in de kinderopvangsector te voorkomen en te zorgen dat kinderopvang niet langer een lucratief verdienmodel is voor private equity. Ook wordt er gekeken naar maatregelen om de financiële positie van gezinnen met middeninkomens te verbeteren en naar de financiering van ontwikkelingshulp.
Het is belangrijk dat alle betrokken partijen zelf verantwoordelijk zijn voor de afstemming met en binnen de eigen organisatie. Het doel is dat de betrokkenen geïnformeerd worden over de besluiten en acties. De communicatie naar buiten wordt met elkaar afgestemd op de onderwerpen waarvoor dat zinvol is. Het is belangrijk om samen één taal te spreken en dezelfde waarden uit te dragen in de communicatie.
De Lokaal Educatieve Agenda en de ontwikkelingen in de kinderopvangsector laten zien dat er veel aandacht is voor de ontwikkeling van kinderen. Samenwerking tussen verschillende organisaties, financiering van peuteropvang en VVE, aandacht voor veilig slapen, en het aanpakken van uitdagingen op het gebied van ruimte en huisvesting zijn belangrijke aspecten. De moties en beleidsvoorstellen in de Tweede Kamer laten zien dat er ook op nationaal niveau aandacht is voor de kinderopvang. Door gezamenlijke inspanningen en een duidelijke communicatie kan de kwaliteit van de kinderopvang verder worden verbeterd en kunnen kinderen optimaal worden ondersteund in hun ontwikkeling.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet