De kinderopvang is een belangrijke voorziening voor werkende ouders, studenten en mensen die een re-integratietraject volgen. De kosten hiervan kunnen echter aanzienlijk zijn. Om deze kosten te verlichten, biedt de overheid kinderopvangtoeslag. Deze toeslag is onderhevig aan regelgeving en veranderingen, en het is belangrijk voor ouders om op de hoogte te zijn van de actuele situatie. Dit artikel geeft een overzicht van de kinderopvangtoeslag, de voorwaarden om in aanmerking te komen, en de recente ontwikkelingen in de regelgeving.
Doelgroep voor Kinderopvangtoeslag
De kinderopvangtoeslag is bedoeld voor een specifieke groep ouders. Tot deze groep behoren ouders die, naast een uitkering op basis van de Wet Werk en Maatschappelijke Ondersteuning (WWB), de Wet Inkomensvoorziening Ouderen en Arbeidsongeschikten (Ioaw) of de Wet Inkomensvoorziening voor Arbeidsongeschikten (Ioaz), een re-integratietraject volgen of parttime werken. Ook studenten die een studie volgen met een studiefinanciering op basis van de Wet Studiefinanciering (WSF) of de Wet Onderwijs en Arbeidsmarkt (Wtos) komen in aanmerking. Daarnaast vallen minderjarige ouders die naar school gaan ook binnen de doelgroep.
Geschiedenis van de Kinderopvangtoeslag
De hoogte van de kinderopvangtoeslag is in de loop der jaren gewijzigd. Sinds 2009 is de maximale vergoeding voor het eerste kind 95,5% en voor elk volgend kind 96,5% van de kosten, binnen een gemaximeerd uurprijs. Eerder was er een aanvullende vergoeding, het KOA-kopje, dat de kosten voor deze doelgroep volledig kon dekken (100%). In 2011 bedroeg de maximale vergoeding 92% voor het eerste kind en 95,5% voor elk volgend kind, terwijl het KOA-kopje ongewijzigd bleef, wat resulteerde in een maximale vergoeding van 96,5% en 99%. In 2012 was de maximale vergoeding 90,7% voor het eerste kind en 95,5% voor elk volgend kind, met hetzelfde KOA-kopje, wat leidde tot een maximale vergoeding van 95,2% en 99%. Tot en met 2012 was de hoogte van het KOA-kopje wettelijk vastgelegd. Vanaf 2013 is de maximale vergoeding 90,7% voor het eerste kind en 93,3% voor elk volgend kind, en is de hoogte van het KOA-kopje gemeentelijke beleidsvrijheid geworden.
Aanvragen van Kinderopvangtoeslag
De kinderopvangtoeslag wordt niet automatisch toegekend. Ouders moeten deze actief aanvragen bij de Belastingdienst. Het is raadzaam om dit binnen drie maanden nadat de kinderopvang is gestart te doen, om te voorkomen dat men recht op de toeslag verliest. Voor het eerste kind moet de aanvraag volledig worden ingediend. Voor elk volgend kind is het voldoende om een wijziging door te geven aan de Belastingdienst, zonder het volledige aanvraagproces te herhalen.
Vormen van Kinderopvang
Er zijn verschillende vormen van kinderopvang die in aanmerking komen voor de kinderopvangtoeslag. Dit omvat:
- Kinderdagverblijf (crèche): Opvang voor kinderen van 0 tot 4 jaar, vaak met horizontale of verticale groepen. De meeste kinderdagverblijven zijn geopend van 07.30 tot 18.30 uur, maar sommige bieden ook 24-uurs opvang.
- Gastouderopvang: Opvang in een huiselijke sfeer, bij een gastouder thuis of bij de vraagouder thuis. Een gastouder mag maximaal 6 kinderen tegelijk opvangen, inclusief eigen kinderen tot 10 jaar.
- Buitenschoolse Opvang (BSO): Opvang voor kinderen na schooltijd.
- Flexibele Opvang: Opvang met ruimere openingstijden, geschikt voor ouders met onregelmatige diensten.
Kwaliteitseisen en Controle
De wet kinderopvang, vastgelegd in 2005, stelt kwaliteitseisen aan de kinderopvang. Kinderopvangorganisaties moeten zorgen voor verantwoorde kinderopvang die bijdraagt aan een goede en gezonde ontwikkeling van het kind in een veilige en gezonde omgeving. Belangrijke eisen zijn onder andere:
- Aandacht voor het aantal beroepskrachten in relatie tot het aantal kinderen per leeftijdscategorie.
- Voldoende groepsgrootte.
- Opleidingseisen voor de beroepskrachten.
- Het voeren van het Nederlands als voertaal.
- Het informeren van ouders over het beleid.
- Het uitvoeren van een risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid.
- Het afsluiten van een schriftelijke overeenkomst met de ouders.
- Het instellen van een oudercommissie.
De gemeente is verantwoordelijk voor het toezicht op de kwaliteit van de opvang in geregistreerde kindercentra en via gastouderbureaus. De GGD voert regelmatig inspecties uit. Het Rijk houdt landelijk toezicht op de naleving van de kwaliteitseisen.
Voorwaarden voor het Ontvangen van Toeslag
Om in aanmerking te komen voor kinderopvangtoeslag, moeten aan de volgende voorwaarden worden voldaan:
- Ouders moeten werken, studeren of deelnemen aan een re-integratietraject.
- Het kind moet naar een opvanglocatie gaan die geregistreerd is in het Landelijk Register Kinderopvang (LRKP).
- Ouders moeten (een deel van) de opvang zelf betalen.
- Ouders en kind moeten op hetzelfde adres ingeschreven staan.
De toeslag loopt door zolang het kind gebruikmaakt van geregistreerde opvang, tot het kind naar het voortgezet onderwijs gaat. Lunchtijdopvang op school wordt niet vergoed.
Maximale Vergoeding en Uurtarieven
De overheid vergoedt een deel van de kosten van kinderopvang, tot een bepaald maximumtarief:
- Dagopvang: €10,71 per uur
- BSO: €9,52 per uur
- Gastouderopvang: €8,10 per uur
Ouders betalen zelf het verschil tussen het uurtarief van de opvang en het maximumtarief. De hoogte van de vergoeding is afhankelijk van het inkomen:
- Inkomen onder €29.400: tot 96% vergoeding
- Inkomen tussen €29.400 en €159.200: tussen 95% en 34%
- Inkomen boven €159.200: minimaal 33%
Ouders kunnen gebruikmaken van een rekentool van de Belastingdienst om een persoonlijke schatting te krijgen van de hoogte van de toeslag. Per kind wordt maximaal 230 opvanguren per maand vergoed (2.760 per jaar). Voor dagopvang geldt een vergoeding van 140% van de gewerkte uren van de minst werkende ouder.
Veranderingen in de Toeslag vanaf 2025
Vanaf 1 januari 2025 wordt de kinderopvangtoeslag onafhankelijk van het inkomen. Alle ouders die gebruikmaken van kinderopvang krijgen dan 95% van de kosten vergoed. Dit is gunstig voor ouders met een hoger inkomen, die nu minder betalen. Voor ouders met een lager inkomen kan dit echter leiden tot hogere kosten, aangezien zij nu soms tussen de 95 en 96% van de kosten vergoed krijgen.
Conclusie
De kinderopvangtoeslag is een belangrijke financiële ondersteuning voor ouders met opvangbehoefte. De regelgeving rondom de toeslag is complex en onderhevig aan veranderingen. Het is essentieel voor ouders om op de hoogte te zijn van de actuele voorwaarden en de mogelijkheden om de toeslag aan te vragen. De verandering in de toeslag vanaf 2025, waarbij de vergoeding onafhankelijk wordt van het inkomen, zal de financiering van kinderopvang voor veel ouders vereenvoudigen, maar het is belangrijk om de individuele financiële impact te beoordelen.