Kinderopvang in de Bevelanden: Ontwikkelingen en Toegankelijkheid
september 6, 2025
De kinderopvang in Amsterdam is gereguleerd door specifieke verordeningen die de kwaliteit, veiligheid en toegankelijkheid van de opvang moeten waarborgen. Deze verordeningen richten zich op verschillende vormen van kinderopvang, waaronder kindercentra en gastouderopvang, en leggen verantwoordelijkheden vast voor zowel de opvanghouders als de gemeente. Dit artikel geeft een overzicht van de belangrijkste aspecten van de kinderopvangregelgeving in Amsterdam, gebaseerd op de beschikbare documenten.
De Verordening kinderopvang Amsterdam definieert een aantal belangrijke termen. Zo wordt onder het ‘college’ het College van Burgemeester en Wethouders verstaan. De ‘wet’ verwijst naar de Wet kinderopvang. Onder ‘kinderopvang’ wordt de opvang verstaan zoals omschreven in artikel 1, onder b, van de Wet kinderopvang. Verschillende vormen van kinderopvang worden nader gespecificeerd, waaronder het kinderdagverblijf, buitenschools kinderverblijf, peuterspeelzaal en gastouderopvang (bron 2).
Een kinderdagverblijf biedt opvang voor kinderen van 0 tot 4 jaar, zowel hele als halve dagen, of zelfs 24-uurs opvang voor kinderen tot 12 jaar. Buitenschools kinderverblijf is bedoeld voor schoolgaande jeugd van 0 tot 12 jaar, voor en na schooltijd en tijdens vakanties. Een peuterspeelzaal richt zich uitsluitend op kinderen vanaf twee jaar tot het moment dat ze naar de basisschool gaan, met een maximale verblijfsduur van 3,5 uur per dag. Gastouderopvang vindt plaats in een gezinssituatie en is bedoeld voor maximaal vier kinderen gelijktijdig, via een gastouderbureau (bron 2).
Ouders die tot bepaalde categorieën behoren, zoals vastgelegd in artikel 22 van de Wet kinderopvang, kunnen in aanmerking komen voor een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang. Deze tegemoetkoming geldt voor opvang in een kindercentrum of via een gastouderbureau, onder bepaalde voorwaarden (bron 1).
Voor het indienen van een aanvraag wordt een door het college vastgesteld formulier gebruikt. Bij de aanvraag moet een offerte of contract van een erkend kindercentrum of gastouderbureau worden overgelegd. Erkende opvang staat geregistreerd in het register zoals bedoeld in artikel 46 van de Wet kinderopvang (bron 1).
Het college beslist binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag. Bij ouders die vallen onder specifieke categorieën, kan de tegemoetkoming worden vastgesteld voor een aantal uren dat redelijkerwijs noodzakelijk is voor de combinatie van werk en zorg (bron 1).
Houders van kindercentra en gastouderbureaus zijn verplicht ouders schriftelijk te informeren over verschillende aspecten, waaronder het beleid (inclusief pedagogisch beleid), de klachtenprocedure, de mogelijkheden voor inspraak en de manier waarop het contact met de ouders wordt onderhouden (bron 2).
Burgemeester en wethouders controleren ten minste eenmaal per jaar of de houders van kinderopvang voldoen aan de verordening (bron 2). Deze controle kan worden uitgevoerd door opsporingsambtenaren die daartoe zijn aangewezen. Zij zijn bevoegd om plaatsen te betreden, met uitzondering van woningen zonder toestemming van de bewoner (bron 2).
De verordening stelt eisen aan de veiligheid en kwaliteit van de kinderopvang. Deze eisen hebben betrekking op onder andere de aansprakelijkheids- en ongevallenverzekering, de groepsgrootte en het aantal medewerkers in relatie tot het aantal kinderen in een kindercentrum (bron 2). Voor gastouderopvang gelden specifieke eisen met betrekking tot veiligheid, kwaliteit, de invloed van medewerkers en gastouders op het beleid, en de relatie tussen gastouderbureau, gastouders en ouders (bron 2).
Een jaar na de inwerkingtreding van de verordening moeten alle houders van kindercentra en gastouderbureaus voldoen aan de gestelde eisen. Vergunningen en ontheffingen die eerder zijn verleend onder de oude verordening blijven nog een jaar van kracht (bron 2). Aanvragen die voor de inwerkingtreding van de nieuwe verordening zijn ingediend, worden beoordeeld op basis van de nieuwe verordening (bron 2). De verordening treedt in werking op de dag na afkondiging (bron 2). De oude Verordening kinderopvang van 1 november 1990 wordt ingetrokken (bron 2).
De tegemoetkoming wordt maandelijks betaald nadat de ouder het contract met het kindercentrum of gastouderbureau heeft overgelegd en de kinderopvang is gestart (bron 1). Indien achteraf blijkt dat een te hoog bedrag is uitbetaald, herziet het college het besluit en vordert het teveel betaalde bedrag terug (bron 1). Als blijkt dat de tegemoetkoming te laag was, wordt het verschil binnen vier weken alsnog uitbetaald (bron 1).
Het Zandkasteeltje is een voorbeeld van een buitenschoolse opvang (BSO) in Amsterdam-West en Zaandam. Deze BSO biedt opvang voor kinderen van 4 tot 13 jaar en beschikt over drie locaties: in Amsterdam (Henri Dunantstraat 68), en twee in Zaandam (Bristolroodstraat 164 en Zuiddijk 94) (bron 3). De BSO beschrijft zichzelf als gezellig, educatief, dynamisch en huiselijk, met een focus op een veilige, leuke en uitdagende omgeving (bron 3).
De beschikbare documenten bieden een gedetailleerd overzicht van de regelgeving rondom kinderopvang in Amsterdam, met name gericht op de financiële aspecten (tegemoetkoming) en de eisen aan de opvangvoorzieningen. Echter, de informatie is beperkt tot de juridische en administratieve kanten van de kinderopvang. Er wordt geen informatie verstrekt over pedagogische methoden, kwalificatie-eisen van personeel (anders dan de CAO referentie), of specifieke richtlijnen voor de dagelijkse invulling van de opvang. De informatie over de BSO Het Zandkasteeltje is beschrijvend en komt uit de bron zelf, waardoor het een positief gekleurd beeld geeft.
De kinderopvang in Amsterdam is onderworpen aan een gedetailleerde verordening die de kwaliteit, veiligheid en toegankelijkheid van de opvang moet waarborgen. De verordening regelt onder andere de aanvraag en vaststelling van een tegemoetkoming in de kosten, de informatieverplichtingen van opvanghouders, de controle door de gemeente en de eisen aan de opvangvoorzieningen. Het is belangrijk voor ouders en opvanghouders om op de hoogte te zijn van deze regelgeving om te zorgen voor een goede en verantwoorde kinderopvang.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet