Kinderopvang De Bosuiltjes in Bilthoven: Een Overzicht voor Ouders en Opvoeders
september 6, 2025
De kosten voor kinderopvang in Nederland zijn in 2023 aanzienlijk gestegen, wat een aanzienlijke financiële druk legt op ouders. Deze stijging is het gevolg van diverse factoren, waaronder hoge energieprijzen, stijgende huren en een tekort aan personeel in de sector. Dit artikel geeft een overzicht van de ontwikkelingen in de kinderopvangkosten, de impact op ouders met verschillende inkomens, en de vergoedingen via de kinderopvangtoeslag. De informatie is gebaseerd op recente gegevens en analyses van verschillende bronnen.
In 2023 is er een duidelijke stijging van de tarieven voor zowel kinderopvang (kdv) als buitenschoolse opvang (bso) geconstateerd. Gemiddeld stegen de tarieven met 8,5 procent. Sommige kinderopvangorganisaties zagen hun tarieven zelfs met 6 tot 10 procent stijgen, mede door de cao-onderhandelingen en de daaruit voortvloeiende inflatiecorrectie. Een organisatie met bijna 50 vestigingen door het hele land voorspelde een verhoging van 9,35 procent in Friesland tot 11,15 procent in Amsterdam.
De kostenstijgingen worden niet alleen veroorzaakt door operationele kosten, maar ook door het feit dat de stijging van de kinderopvangtoeslag achterblijft bij de stijging van de tarieven. De stijging van de toeslag bedroeg 5,58 procent, terwijl de tarieven met 8,6 procent stegen. Dit resulteert in een grotere eigen bijdrage voor ouders.
De tarieven voor kinderopvang verschillen per regio. Zoals verwacht liggen de tarieven in de Randstad hoger dan in de rest van het land, voornamelijk door hogere huurkosten en duurdere arbeidskrachten. Dit betekent dat ouders in stedelijke gebieden een grotere financiële last hebben dan ouders in landelijke gebieden.
De stijging van de kinderopvangkosten heeft een onevenredige impact op ouders met verschillende inkomens. Ouders met een lager inkomen zien hun eigen bijdrage relatief harder stijgen dan ouders met een hoger inkomen.
Voor ouders met een inkomen tot 27.000 euro per jaar, die twee kinderen twee dagen per week naar het kinderdagverblijf brengen, bedroegen de extra kosten in 2023 ongeveer 745 euro. Dit is een stijging van 40 procent ten opzichte van het voorgaande jaar. Ouders met een inkomen tot 60.000 euro betaalden bijna 850 euro meer, een stijging van 22 procent. Huishoudens met een inkomen tot 120.000 euro per jaar zagen hun kosten met ongeveer 13 procent stijgen, wat neerkomt op een extra kostenpost van 1103 euro per jaar.
In 2023 bedroegen de totale opvangkosten gemiddeld 8.950 euro. Van dit bedrag werd 64 procent (5.740 euro) vergoed via de kinderopvangtoeslag. De overige 36 procent (3.210 euro) werd door de ouders zelf betaald. Dit bedrag bestond uit 2.690 euro eigen bijdrage volgens de vastgestelde maximum uurprijs, en 520 euro die ouders meer moesten betalen omdat de uurtarieven hoger waren dan het gemaximeerde uurtarief.
Bijna driekwart van de ouders betaalde in 2023 voor minimaal één kind een hoger uurtarief dan de maximum uurprijs. Dit betekent dat zij een groter deel van de kosten zelf moesten dragen.
De hoogte van de kinderopvangtoeslag is afhankelijk van het belastbaar inkomen van de ouders, het aantal kinderen in de opvang en de soort opvang. Hoe hoger het inkomen, hoe lager de toeslag.
Voor ouders met één kind in de opvang bedroegen de kosten gemiddeld 6.130 euro, waarvan 62 procent werd vergoed via de kinderopvangtoeslag. Ouders met twee kinderen betaalden gemiddeld 11.760 euro, waarvan bijna 66 procent werd vergoed. Ouders met drie of meer kinderen waren gemiddeld bijna 16.580 euro kwijt, met een vergoeding van bijna 68 procent. Het vergoedingspercentage neemt toe met het aantal kinderen, omdat ouders met een inkomen vanaf 26.945 euro in 2023 relatief meer kosten vergoed kregen voor het tweede en volgende kind in de opvang.
Het percentage ouders dat gebruikmaakt van gastouderopvang is afgenomen. Dit jaar zat nog ruim 60 procent van de gastouders op of onder het maximumtarief. In 2023 daalt dit naar zo'n 43 procent. Het toeslagtarief voor gastouders is gestegen van 6,52 euro naar 6,73 euro, maar dit compenseert niet volledig de stijging van de tarieven.
Recent onderzoek van het Centraal Planbureau (CPB) en het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) wijst erop dat het kabinetsplan voor (bijna) gratis kinderopvang weinig effect zal hebben op de arbeidsparticipatie van ouders en de ontwikkeling van kinderen. Bovendien bestaat de kans dat het plan op korte termijn een ongunstig effect heeft op de kwaliteit van de kinderopvang en de toegankelijkheid ervan voor gezinnen met een laag inkomen. Voor deze gezinnen kan kinderopvang juist duurder worden, wat risico's met zich meebrengt voor de ontwikkeling van kinderen en kansengelijkheid. De kosten van het kabinetsplan worden geschat op circa 2,5 miljard euro. Gezien het beperkte rendement van de investering en de maatschappelijke risico’s, concluderen de planbureaus dat het verstandig is om het plan te heroverwegen.
De kinderopvangkosten zijn in 2023 aanzienlijk gestegen, wat een aanzienlijke financiële belasting vormt voor ouders, vooral voor diegenen met een lager inkomen. De stijging van de tarieven wordt niet volledig gecompenseerd door de kinderopvangtoeslag, waardoor de eigen bijdrage voor ouders toeneemt. Regionale verschillen in tarieven en de afname van het gebruik van gastouderopvang dragen verder bij aan de complexiteit van de situatie. Recente analyses suggereren dat het voorgestelde kabinetsplan voor (bijna) gratis kinderopvang beperkte effecten zal hebben en mogelijk zelfs negatieve gevolgen voor de toegankelijkheid en kwaliteit van de opvang.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet