Kinderopvang: Richtlijnen voor Veilige en Stimulerende Speelomgevingen
september 6, 2025
De kinderopvang in Nederland biedt een veilige en stimulerende omgeving voor kinderen vanaf ongeveer zes weken tot het begin van hun basisschooltijd. Verschillende vormen van kinderopvang bestaan, waaronder kinderdagverblijven, gastouderbureaus, gastouderopvang en buitenschoolse opvang. Deze opvanglocaties worden getoetst aan kwaliteitseisen om de ontwikkeling, veiligheid en gezondheid van kinderen te waarborgen. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het toezicht op de kinderopvang en schakelen hiervoor de GGD’en in.
De kern van de kwaliteitseisen is het bieden van ruimte voor de ontwikkeling van kinderen en het garanderen van een veilige en gezonde omgeving. Toezichthouders van de GGD bezoeken jaarlijks ongeveer 17.000 opvanglocaties om te controleren of aan deze eisen wordt voldaan. Dit toezicht is risicogestuurd, wat betekent dat de aandacht zich richt op de voorzieningen of situaties die de meeste aandacht behoeven. GGD GHOR Nederland ondersteunt de GGD’en bij dit toezicht en adviseert het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) over de vaststelling van de kwaliteitseisen.
De inrichting van een kindercentrum moet voldoen aan specifieke eisen om de veiligheid en hygiëne te waarborgen. Zo dient er een handenwasgelegenheid te zijn die voor kinderen bereikbaar is. Toiletruimten voor kinderen moeten voldoende groot zijn zodat kinderen individueel geholpen kunnen worden. Vloeren en wanden moeten tot een hoogte van 1,50 meter waterdicht en goed reinigbaar zijn. Voor elk tiental kinderen moet ten minste één toiletpot aanwezig zijn, met afmetingen en hoogtes die zijn aangepast aan de grootte van de kinderen. Voor luiers en dergelijke dient er een aparte spoelgelegenheid te zijn.
Wasruimten moeten aanwezig zijn in voldoende aantal, afgestemd op het aantal kinderen. Deze ruimten moeten voorzien zijn van een wasbak of aanrecht met warm en koud stromend water, bij voorkeur met een handdouche. De vloeren en wanden van het wasgedeelte moeten tot een hoogte van 1,80 meter waterdicht en goed reinigbaar zijn. Voor elk kind moet een eigen handdoek, washandje en tandenborstel beschikbaar zijn, en er moet voldoende zeep en tandpasta aanwezig zijn.
Het kindercentrum en de inrichting daarvan moeten in goede staat verkeren. In ruimtes waar kinderen worden opgevangen is roken niet toegestaan en huisdieren zijn niet toegestaan.
De veiligheid van kinderen is een prioriteit. Eventuele vaste trappen moeten veilig zijn voor kinderen. In het kindercentrum moet vastgelegd zijn wie de dagelijkse leiding heeft en wie deze vervangt bij afwezigheid. Er moet een overzicht bijgehouden worden van alle ingeschreven kinderen, met hun naam, geboortedatum, naam van de huisarts, adres en, indien van toepassing, werkadres en telefoonnummer van de ouders/verzorgers, evenals de inentingsgegevens.
Ten minste één functionaris in het kindercentrum moet in het bezit zijn van een geldig EHBO-diploma of een kinder-EHBO-certificaat.
Het kindercentrum beschikt over een vaste huisarts. Er moeten regels vastgesteld worden over de handelwijze van functionarissen en begeleiders wanneer zij bij zichzelf, kinderen of gezinsleden ziekten constateren of vermoeden die risico's kunnen opleveren.
Kinderdagverblijven moeten beschikken over één of meer afzonderlijke slaapruimten, afgestemd op het aantal kinderen. Deze ruimten moeten zo ingericht zijn dat elk kind tijdens de rustperiode goed bereikbaar en zichtbaar is. De slaapruimten moeten voorzien zijn van voldoende, veilige bedden en kinderledikanten die goed en eenvoudig te reinigen zijn en zodanig uitgevoerd dat de kinderen steeds goed zichtbaar zijn. Licht en geluid in de slaapruimten moeten gedempt worden en er moet voldoende beddengoed aanwezig zijn dat stofvrij wordt opgeborgen en regelmatig verschoond. Indien voor kinderen boven 1,5 jaar gekozen wordt voor slaapgelegenheid in een rustige ruimte die deel uitmaakt van de verblijfsruimte, dan moeten deze voldoende van de rest van de verblijfsruimte afgeschermd kunnen worden.
In de verblijfsruimten moet een op het aantal volwassenen afgestemd aantal tafels en stoelen aanwezig zijn.
In het kindercentrum wordt een register bijgehouden van alle werkzame personen, met hun naam, geboortedatum, adres, functie en behaalde diploma's en getuigschriften waaruit hun bekwaamheid tot het verzorgen van kinderen blijkt. Het is wenselijk dat het kindercentrum van elke functionaris en begeleider bij indiensttreding een recente verklaring omtrent gedrag heeft, zoals bedoeld in de Wet op de justitiële documentatie.
Gemeenten kunnen aanvullende eisen stellen aan kindercentra op het gebied van inrichting, hygiënische toestand en veiligheid, voor zover deze eisen noodzakelijk zijn voor de kinderopvang en niet al voorzien wordt in de Woningwet of het Bouwbesluit. De Woningwet beoogt dat een bouwer alle eisen waaraan een (ver)bouwplan moet voldoen, vooraf kan weten, omdat deze in het Bouwbesluit staan. Na verlening van de bouwvergunning mag de gemeente geen bijkomende eisen stellen die leiden tot verandering van het gebouw.
De gemeente houdt een register bij van alle goedgekeurde kindercentra en gastouderbureaus. In de gemeente Roosendaal zijn in 2004 de volgende centra geregistreerd: Dino, Doerakken, Dol-fijn, Dommel, Doppido, Dribbel, Donkie, Hupsakee, Villa Vondel, Zaza, Domino, Fleks (twee locaties) en gastouderbureaus De Peerenboom, Kids Wonders, Kids-Joy en Steentje.
De kinderopvang in Nederland is onderworpen aan strenge kwaliteitseisen en toezicht door de GGD’en, in opdracht van de gemeenten. Deze eisen richten zich op de inrichting, hygiëne, veiligheid, gezondheid en het personeel van de opvanglocaties. Het doel is om een veilige en stimulerende omgeving te bieden waarin kinderen zich optimaal kunnen ontwikkelen. Lokale gemeenten kunnen aanvullende eisen stellen, rekening houdend met de geldende wet- en regelgeving.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet