Kinderopvangmogelijkheden in Assen Kloosterveen en Omgeving
september 6, 2025
De recente beleidswijzigingen van het kabinet Schoof hebben aanzienlijke gevolgen voor de kinderopvangsector en de ouders die gebruikmaken van deze voorzieningen. Dit artikel geeft een overzicht van de aangekondigde maatregelen, de verwachte impact en de onderliggende ontwikkelingen, gebaseerd op beschikbare informatie.
Het kabinet Schoof heeft een nieuw stelsel van financiering voor kinderopvang aangekondigd, waarbij de kinderopvangtoeslag wordt vervangen door een nieuwe constructie. Details over de exacte invulling van dit nieuwe stelsel zijn in ontwikkeling, maar er is al duidelijkheid over een aantal concrete aanpassingen in tarieven en vergoedingen.
Een van de eerste maatregelen is het bevriezen van de maximum uurprijs voor kinderopvang in 2026. Dit betekent dat de tarieven van 2025 ook in 2026 van kracht zullen blijven, zonder correctie voor inflatie of stijgende kosten. Deze beslissing zal structureel een besparing van € 254 miljoen opleveren.
De impact van deze maatregelen is niet gelijkmatig verdeeld over alle ouders. Ouders met een modaal of hoog inkomen zullen waarschijnlijk weinig merken van de bevriezing van de maximum uurprijs, aangezien het vergoedingspercentage voor deze groep wordt verhoogd. Echter, ouders met een laag inkomen, die al het maximale vergoedingspercentage (96%) ontvangen, zullen de gevolgen direct voelen. Zij zullen een hogere eigen bijdrage moeten betalen, die mogelijk kan verdubbelen.
De realiteit is dat de gemiddelde uurtarieven in de kinderopvangbranche al hoger liggen dan de maximum uurtarieven van de kinderopvangtoeslag. Dit verschil zal in 2025 verder toenemen, mede door een andere methode van indexering en een korting die door de overheid is toegepast om andere maatregelen te financieren.
De invoering van het stelsel van 'bijna gratis' kinderopvang, oorspronkelijk gepland voor 2027, is uitgesteld naar 2029. Dit besluit is genomen vanwege de complexiteit van de benodigde aanpassingen in regelgeving, systemen en uitvoering. Daarnaast zocht het kabinet Schoof naar financiering voor andere prioriteiten.
Het uitstel is een teleurstelling voor sommigen, maar wordt door anderen met opluchting ontvangen. De invoering van een dergelijk stelsel brengt namelijk uitdagingen met zich mee, zoals een mogelijk personeelstekort en een gebrek aan opvanglocaties.
Een belangrijk knelpunt in de kinderopvangsector is het personeelstekort. Een plotselinge toename van de vraag naar opvang, als gevolg van een verlaging van de ouderbijdrage, zou dit tekort verder kunnen vergroten. Dit kan leiden tot een lagere kwaliteit van de opvang en prijsstijgingen door schaarste.
Daarnaast kampen veel regio’s al met een gebrek aan opvanglocaties. Meer vraag zonder extra capaciteit resulteert in langere wachtlijsten en frustratie bij ouders en opvangorganisaties.
Ondanks de bevriezing van de maximum uurprijs in 2026, zullen kinderopvangorganisaties te maken hebben met stijgende kosten, zoals inflatie en loonkostenstijgingen. Een kostenstijging van 3 tot 4% voor 2026 wordt als realistisch beschouwd. Dit zal de druk op de marges van de opvangorganisaties vergroten.
Het niet-indexeren van de uurtarieven in 2026 zal doorlopende gevolgen hebben. In het verleden is gebleken dat het uurtarief kinderopvangtoeslag minimaal één jaar achterloopt op de werkelijke kosten. De besparing van € 254 miljoen voor de overheid zal uiteindelijk ten koste gaan van de ouders.
Er is € 18,3 miljoen beschikbaar gesteld voor de herziening van het kinderopvangstelsel en de ontwikkeling van een nieuw financieringsstelsel. Van dit budget is € 1,0 miljoen aan uitgaven gerealiseerd voor het ontwerpen en doorontwikkelen van het nieuwe stelsel en het opzetten van een werkmaatschappij voor de uitvoering.
Vanwege de val van het vorige kabinet en de formatieperiode van het huidige kabinet zijn er in 2024 weinig grote uitgaven gedaan aan de stelselherziening. Het kabinet Schoof heeft echter afgesproken om door te gaan met de herziening, en € 15,2 miljoen is naar toekomstige jaren geschoven. Een deel van de onderuitputting is te verklaren doordat het langer heeft geduurd dan verwacht om één verantwoordelijke uitvoerder aan te wijzen als ‘hoofdaannemer’ van het nieuwe stelsel.
De coördinatie van het toezicht op de kinderopvang is in handen van de Stichting Projectenbureau Publieke Gezondheid van de Vereniging van Publieke Gezondheid en Veiligheid Nederland (PGV), die wettelijk is aangewezen voor deze taak.
In 2025 zullen de maximum uurtarieven voor kinderopvang effectief met 4,44% stijgen, wat niet overeenkomt met de daadwerkelijke indexatie die de branche verwacht. Het verschil tussen de werkelijke uurtarieven en de maximum uurtarieven van de kinderopvangtoeslag zal toenemen.
In 2026 zal het kabinet Schoof geen indexatie toepassen, maar zullen kinderopvangorganisaties wel te maken hebben met kostenstijgingen. Voor ouders die al het maximale vergoedingspercentage ontvangen, zal dit leiden tot een lastenverzwaring.
De recente beleidswijzigingen van het kabinet Schoof hebben significante gevolgen voor de kinderopvangsector en de ouders die gebruikmaken van deze voorzieningen. De bevriezing van de maximum uurprijs, het uitstel van 'bijna gratis' kinderopvang en de stijgende kosten voor opvangorganisaties zullen de financiële druk op ouders, met name die met een laag inkomen, vergroten. De uitdagingen rondom personeelstekort en capaciteitsproblemen blijven bestaan en vereisen structurele oplossingen. De ontwikkeling en uitvoering van het nieuwe financieringsstelsel zullen cruciaal zijn om de stabiliteit en kwaliteit van de kinderopvang te waarborgen.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet