Kinderopvang in Almkerk: Een Overzicht van Voorzieningen en Toeslagmogelijkheden
september 6, 2025
De overgang van peuterspeelzaalwerk naar de cao Kinderopvang brengt diverse regelingen en aanpassingen met zich mee voor medewerkers. Dit artikel biedt een overzicht van de belangrijkste aspecten, gebaseerd op de beschikbare informatie, met betrekking tot salaris, vakantie, loopbaanbudget, pensioen en overige arbeidsvoorwaarden.
De overgang naar de cao Kinderopvang is per 1 augustus 2020 officieel ingegaan. Deze verandering heeft consequenties voor de arbeidsvoorwaarden van medewerkers die voorheen onder de cao Sociaal Werk vielen. Het doel van de overgang is om de arbeidsvoorwaarden te harmoniseren en aan te passen aan de specifieke behoeften van de kinderopvangsector. De omvang en kwaliteit van de werkgelegenheid zullen na de overgangsdatum niet wijzigen en er worden geen gedwongen ontslagen verwacht.
Bij de overgang naar de cao Kinderopvang behoudt de medewerker de hoogte van zijn of haar salaris zoals dat gold op de overgangsdatum. Dit salaris wordt vervolgens ingedeeld op het salarisniveau van de naast hogere trede van de salarisschaal voor pedagogisch medewerker binnen de cao Kinderopvang.
Voor medewerkers die overstappen, wordt een compensatietoeslag toegekend. Deze toeslag bedraagt 6,61% berekend over het oorspronkelijke salaris (cao Sociaal Werk). Deze toeslag komt bovenop de eventuele persoonlijke toeslag. De compensatietoeslag wordt verrekend met toekomstige loonstijgingen binnen de cao Kinderopvang. Eventuele verhogingen van de eindejaarsuitkering na 2020 worden op dezelfde wijze verrekend.
Indien het oorspronkelijke salaris van een medewerker hoger is dan het maximum van de toepasselijke salarisschaal onder de cao Kinderopvang, ontvangt de medewerker een aanvullende compensatie.
Medewerkers met een voltijdbaan hebben recht op 144 uur vakantie per kalenderjaar, conform de wettelijke bepalingen. Het salaris wordt doorbetaald tijdens de vakantie. Werkgever en werknemer zetten zich in om de vakantie-uren binnen het kalenderjaar op te nemen. Niet-opgenomen uren vervallen op 1 juli van het daaropvolgende jaar, tenzij werkgever en werknemer anders overeenkomen. De werkgever bepaalt in overleg met de medewerker de begin- en einddatum van de vakantie. Medewerkers hebben recht op minstens twee aaneengesloten weken vakantie per kalenderjaar en kunnen een verzoek indienen voor drie aaneengesloten weken. De werkgever is verplicht om hieraan tegemoet te komen, indien mogelijk, en anders om ervoor te zorgen dat medewerkers over meerdere jaren aan de beurt komen. Bij het einde van het dienstverband kunnen vakantie-uren in overleg worden opgenomen, afhankelijk van de bedrijfsomstandigheden.
Medewerkers behouden het loopbaanbudget dat zij tot aan de overgangsdatum hebben opgebouwd. Vanaf de overgangsdatum vindt er geen verdere opbouw meer plaats. Het opgebouwde budget kan worden ingezet voor spel- en ontwikkelingsmaterialen die geschikt zijn voor 0-jarigen en voor de fysieke ontwikkeling.
De compensatietoeslag en eventuele persoonlijke toeslag behoren tot het pensioengevend inkomen en worden meegenomen in de berekening van de jaarlijkse vakantietoeslag.
Voor het werken met 0-jarigen zijn specifieke vaardigheden vereist. Deze omvatten het verzorgen van 0-jarigen op een respectvolle manier, rekening houdend met hun eigen inbreng, het herkennen en adequaat reageren op (contact)initiatieven, het toepassen van tiltechnieken op een respectvolle en ergonomisch verantwoorde manier, het inspelen op het individuele slaap-waakritme, het stimuleren en begeleiden van interacties tussen baby’s, het beantwoorden van vragen van ouders over ontwikkeling en welzijn, en het signaleren, creëren en benutten van kansen voor passende activiteiten en materialen.
Voor de functies pedagogisch beleidsmedewerker/coach en pedagogisch coach is een pedagogische opleidingsachtergrond vereist. Dit kan worden aangetoond met een diploma van een opleiding onder A, een schriftelijk bewijs van een opleidingsachtergrond volgens B, of een combinatie van certificaten.
Opleidingen die kwalificeren (A):
Aanvullende bewijzen (B):
Voor bepaalde diploma’s is een aanvullend bewijs vereist, zoals de certificaten Pedagogisch klimaat in de kinderopvang, Ontwikkeling en spelen stimuleren in de kinderopvang, en Professioneel samenwerken en communiceren in de kinderopvang.
De sector kinderopvang is aangesloten bij de Stichting PAWW voor een private aanvulling op de WW en WGA. Medewerkers betalen een eigen bijdrage voor deze aanvulling, die via de werkgever wordt afgedragen. Bij werkloosheid kunnen medewerkers een uitkering aanvragen bij de Stichting PAWW.
Werkgevers en werknemers kunnen afspraken maken over een fietsenplan, conform de regels van de Belastingdienst. Medewerkers hebben het recht om de contributie van vakorganisaties en beroepsorganisaties te betalen uit het bruto maandsalaris, zonder belasting en premies.
Bij geschillen over de toepassing van de overgangsregeling kan de kwestie worden voorgelegd aan de Commissie van Geschillen, zoals bedoeld in artikel 10.1 van de cao Kinderopvang.
De werkgever is verplicht om de overgangsregeling kosteloos beschikbaar te stellen aan alle betrokken medewerkers en hen een exemplaar te verstrekken.
De overgang van de cao Sociaal Werk naar de cao Kinderopvang brengt significante veranderingen met zich mee voor medewerkers in de kinderopvang. De regelingen met betrekking tot salaris, vakantie, loopbaanbudget en pensioen zijn aangepast om de arbeidsvoorwaarden te harmoniseren en te verbeteren. Het is essentieel dat medewerkers en werkgevers zich bewust zijn van deze veranderingen en de beschikbare mogelijkheden om een soepele overgang te waarborgen. De vereiste kwalificaties voor het werken met 0-jarigen benadrukken het belang van professionele ontwikkeling en kwaliteitsverbetering in de kinderopvangsector.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet