Kinderopvang en de Belastingdienst: Gegevensverstrekking en Toeslag in 2020
september 6, 2025
De kinderopvangsector ondergaat voortdurende veranderingen, met als doel een efficiëntere en rechtvaardigere toegang tot kinderopvang voor alle gezinnen te waarborgen. Deze veranderingen omvatten zowel beleidsaanpassingen met betrekking tot financiële tegemoetkomingen als verbeteringen in de gegevensuitwisseling tussen kinderopvangorganisaties en de Belastingdienst. Dit artikel biedt een overzicht van de huidige regelgeving en procedures, gebaseerd op beschikbare informatie, met de focus op de tegemoetkoming voor kinderopvang bij een sociaal medische indicatie (SMI) en de nieuwe vereisten voor maandelijkse gegevensaanlevering.
Voor gezinnen die, als gevolg van sociaal-medische problematiek, kinderopvang nodig hebben maar geen of een beperkt recht hebben op de reguliere kinderopvangtoeslag van de Belastingdienst, bestaat er een mogelijkheid tot een financiële tegemoetkoming. Deze regeling vult een lacune in de Wet kinderopvang op en is bedoeld om een tijdelijke oplossing te bieden voor kinderopvang, waardoor ouders worden ontlast en de ontwikkeling van het kind niet wordt geschaad.
De tegemoetkoming is bedoeld voor situaties waarin ouders niet (kunnen) werken of re-integreren, en tegelijkertijd niet zelf voor hun kinderen kunnen zorgen. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn wanneer één van de ouders om sociale of gezondheidsredenen tijdelijk niet in staat is om voor de kinderen te zorgen. De kinderopvang dient plaats te vinden in een geregistreerd kindercentrum of een geregistreerde gastouderopvang.
De hoogte van de tegemoetkoming is gelijk aan de vergoeding die op grond van de geldende tarieven van de Belastingdienst-Toeslagen wordt gehanteerd. Dit betekent dat ouders een eigen bijdrage verschuldigd blijven. Voor die eigen bijdrage wordt geen tegemoetkoming verstrekt. De berekening van de tegemoetkoming is gebaseerd op de Kinderopvangtoeslagtabel van de Belastingdienst, die op het moment van aanvraag of feitelijke aanvang van de kinderopvang geldt, tot uiterlijk drie maanden voorafgaande aan de aanvraag.
Er wordt rekening gehouden met de maximale uurprijs die door de Belastingdienst wordt gehanteerd. Indien de gekozen opvangvorm boven deze maximale uurprijs ligt, komt het verschil voor rekening van de ouder.
Voor ouders met een gering inkomen, lager dan 150% van de van toepassing zijnde inkomensnorm, geldt een speciale regeling. In deze gevallen worden alle kosten van de kinderopvang vergoed, mits aan de overige criteria wordt voldaan. Er wordt dan geen eigen bijdrage gevraagd. De inkomensnormen worden jaarlijks geïndexeerd, per 1 januari en 1 juli, aan de hand van de van toepassing zijnde bijstandsnormen. Bij de vaststelling van de inkomensnormen wordt geen rekening gehouden met de kostendelersnorm.
Het aantal uren waarvoor tegemoetkoming kan worden aangevraagd is maximaal 230 uur per kind per maand. De tegemoetkoming wordt toegekend voor het aantal uren kinderopvang dat door de ouder is aangevraagd, zolang dit aantal uren niet hoger is dan dat naar het oordeel van het dagelijks bestuur op basis van de sociaal medische indicatie noodzakelijk is.
In principe blijft de vastgestelde tegemoetkoming vastgesteld, ook als de periode van kinderopvang het desbetreffende kalenderjaar overstijgt. Een geringe wijziging in het inkomen in verband met loonontwikkelingen heeft geen invloed op de hoogte van de tegemoetkoming.
Vanaf 1 januari 2020 zijn kindercentra en gastouderbureaus verplicht om maandelijks gegevens aan te leveren aan de Belastingdienst. Deze wijziging is ingevoerd om ouders te helpen (hoge) terugvorderingen te voorkomen. De Belastingdienst wil sneller op de hoogte zijn van wijzigingen in het aantal opvanguren, bijvoorbeeld wanneer ouders minder gaan werken of geen gebruik meer maken van kinderopvang.
De volgende gegevens dienen maandelijks te worden aangeleverd:
De Belastingdienst heeft een servicedesk ingericht voor het beantwoorden van technische en inhoudelijke vragen over de gegevenslevering. Begin 2020 werden voorlichtingsbijeenkomsten georganiseerd om kinderopvangorganisaties te informeren over de nieuwe procedures. Daarnaast is informatie beschikbaar op de website veranderingenkinderopvang.nl.
De Belastingdienst vergelijkt de maandelijks aangeleverde gegevens met de door de ouder opgegeven schatting in de toeslagaanvraag. Als er een groot verschil wordt geconstateerd, zal de Belastingdienst de ouder(s) informeren en vragen om de gegevens te controleren en eventueel aan te passen.
Er wordt gewerkt aan een wetsvoorstel (“Verzamelwet Kinderopvang”) om het recht op kinderopvangtoeslag uit te breiden voor huishoudens waarin de ene partner werkt en de andere partner een permanente zorgindicatie heeft in het kader van de Wet langdurige zorg (Wlz). De verwachte datum van inwerkingtreding is 1 januari 2021.
De regelgeving rondom kinderopvang en de daarbij behorende financiële tegemoetkomingen is complex en ondergaat voortdurende veranderingen. De SMI-regeling biedt een belangrijke ondersteuning voor gezinnen met een sociaal-medische indicatie die anders geen of een beperkt recht zouden hebben op kinderopvangtoeslag. De nieuwe vereisten voor maandelijkse gegevensaanlevering aan de Belastingdienst zijn bedoeld om de nauwkeurigheid van de toeslagaanvragen te verbeteren en terugvorderingen te voorkomen. Het is essentieel voor ouders en kinderopvangorganisaties om op de hoogte te blijven van de actuele regelgeving en procedures om optimaal gebruik te kunnen maken van de beschikbare mogelijkheden.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet