Kern Kinderopvang en de Diverse Locaties in Zoetermeer
september 6, 2025
De kinderopvangsector speelt een cruciale rol in de ontwikkeling van kinderen en de ondersteuning van werkende ouders. Echter, de sector kampt met een significant probleem: hoog ziekteverzuim onder pedagogisch professionals. Dit artikel belicht de oorzaken van dit verzuim, de gevolgen voor zowel medewerkers als de continuïteit van de opvang, en mogelijke benaderingen om dit probleem aan te pakken, gebaseerd op beschikbare gegevens.
Een karakteristiek aspect van het werken in de kinderopvang is het nauwe contact met kinderen. Kinderen zijn, vanwege de ontwikkeling van hun immuunsysteem, vatbaarder voor infecties. Dit resulteert in een groter besmettingsrisico voor de pedagogisch professionals in vergelijking met werknemers in andere beroepen. Pedagogisch medewerkers ervaren daardoor vaker ziekte, met name griep- en maag-darmklachten. Uit gegevens blijkt dat bijna driekwart van de medewerkers in de kinderopvang in 2023 minstens één keer verzuimde, en dat medewerkers die verzuimden gemiddeld drie keer ziek waren.
Naast de hogere blootstelling aan infecties, spelen er andere factoren een rol bij het ziekteverzuim in de kinderopvang. Een aanzienlijk deel van de medewerkers koppelt hun verzuim (gedeeltelijk) aan het werk zelf. Dit omvat niet alleen infecties, maar ook klachten zoals rugpijn, stress en een verstoorde balans tussen werk en privéleven. Het personeelstekort in de sector verergert de situatie. Wanneer een collega uitvalt, moeten de overige medewerkers harder werken, extra uren maken of op een andere locatie ingezet worden, wat de werkdruk verder verhoogt. Uit onderzoek blijkt dat bijna de helft van de medewerkers aangeeft onvoldoende tijd te hebben voor de kinderen, wat een bron van stress kan vormen.
Het ziekteverzuim in de kinderopvang steekt schril af tegen het landelijk gemiddelde. In 2024 lag het verzuimpercentage in de kinderopvang op 7,7%, terwijl het landelijk gemiddelde 5,2% bedroeg. Sinds 2010 loopt de kinderopvang steeds verder uit de pas met andere sectoren. De coronaperiode heeft deze trend versterkt. Bovendien blijkt dat het verzuim in Nederland gemiddeld hoger ligt dan in andere Europese landen.
Hoewel kinderopvangmedewerkers relatief vaak ziek zijn, duren de periodes van ziekte vaak niet heel lang. De gemiddelde duur van een ziekmelding bedraagt 9 dagen. Ter vergelijking, in de zorgsector is dit 10 dagen. Ondanks dat het totale verzuim in de zorg iets lager is dan in de kinderopvang, laat dit zien dat de aard van de klachten in beide sectoren verschillend kan zijn. Een aanzienlijk deel van de kinderopvangmedewerkers, ongeveer 40%, wist in 2023 zonder verzuim te werken.
Het hoge ziekteverzuim in de kinderopvang heeft aanzienlijke financiële gevolgen. Medewerkers ervaren werkdruk door het gebrek aan continuïteit in het team en het moeten overnemen van taken van zieke collega's. Werkgevers maken aanzienlijke kosten door het betalen van zieke medewerkers en het organiseren van vervanging. In Nederland betalen werkgevers maximaal twee jaar door bij ziekte, terwijl dit in de meeste andere landen beperkt is tot twee tot vier weken. Daarna worden de kosten gedekt door een sociale verzekering. Met behulp van een verzuimkostencalculator kan de financiële impact van ziekteverzuim berekend worden. Uit berekeningen blijkt dat 7,7 procent verzuim jaarlijks 3.800 euro per FTE kost.
De Cao Kinderopvang regelt de loondoorbetaling bij ziekte. Artikel 5.11 bepaalt dat de werkgever verplicht is om de eerste zes maanden 100 procent van het brutosalaris door te betalen. Daarna wordt een lager percentage uitbetaald, tot een maximum van twee jaar (104 weken). De hoogte van dit percentage is afhankelijk van de specifieke situatie. Na twee jaar vervalt de loondoorbetalingsplicht van de werkgever. De medewerker kan dan een WIA-uitkering aanvragen bij het UWV (Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen).
Het concept van ‘passend werk’ speelt een belangrijke rol bij het bevorderen van een snelle terugkeer naar werk na ziekte. De werkgever is verplicht om te kijken naar de mogelijkheden om de medewerker te laten werken aan taken die aansluiten bij zijn of haar benutbare mogelijkheden. Hierbij wordt rekening gehouden met het arbeidsverleden, de opleiding, de gezondheidstoestand, de afstand tot het eigen werk en het bijbehorende loon. Als de medewerker langer arbeidsongeschikt is, of als het minder waarschijnlijk is dat hij of zij het eigen werk weer kan uitvoeren, kan het passende werk meer afwijken van de oorspronkelijke functie.
Na de coronajaren 2020 en 2021 is het ziekteverzuim in de kinderopvang gestegen boven het gemiddelde van de zorg- en welzijnssector. In het eerste kwartaal van 2022 werd een piek bereikt met een verzuimpercentage van 10 procent. Hoewel het verzuim in 2023 iets afnam ten opzichte van 2022, zette deze daling in 2024 niet verder door. Historische data laten zien dat het ziekteverzuim in de kinderopvang al sinds 2010 geleidelijk toeneemt, met de coronapandemie als een belangrijke katalysator.
Het ziekteverzuim in de kinderopvang is een complex probleem met diverse oorzaken, waaronder de blootstelling aan infecties, hoge werkdruk, personeelstekorten en een gebrek aan balans tussen werk en privéleven. Het heeft aanzienlijke financiële gevolgen voor zowel werkgevers als de continuïteit van de opvang. Het is essentieel dat werkgevers en werknemers samenwerken om dit probleem aan te pakken, bijvoorbeeld door te investeren in preventieve maatregelen, het verminderen van de werkdruk, het bevorderen van een gezonde werkcultuur en het bieden van ondersteuning bij re-integratie. Een beter begrip van de oorzaken en gevolgen van ziekteverzuim is een belangrijke stap in het vinden van effectieve oplossingen.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet