Kinderopvang Eigenwijs in Rijswijk: Een Overzicht van Voorzieningen en Registraties
september 6, 2025
De kinderopvangtoeslag is een financiële ondersteuning voor ouders met kinderen die gebruikmaken van kinderopvang. Deze toeslag is bedoeld om de kosten van kinderopvang te verlichten, zodat ouders kunnen werken of een opleiding kunnen volgen. De regels en voorwaarden rondom de kinderopvangtoeslag zijn complex en veranderen regelmatig. Dit artikel geeft een overzicht van de belangrijkste aspecten, gebaseerd op de huidige regelgeving.
De kinderopvangtoeslag is beschikbaar voor ouders die beiden werken, een opleiding volgen, een inburgeringscursus volgen of een traject naar werk doorlopen. Ouders in een re-integratietraject die een uitkering ontvangen (WWB, IOAW, IOAZ, ANW) komen ook in aanmerking. Ouders die werken en een aanvullende uitkering ontvangen, behoren niet tot de doelgroep. Het is van groot belang dat wijzigingen in de situatie, zoals het voltooien van een inburgeringsplicht, tijdig worden doorgegeven aan de Belastingdienst/Toeslagen.
Er is een maximum aan het aantal uren kinderopvangtoeslag waarvoor ouders in aanmerking komen. Dit maximum varieert afhankelijk van de situatie van de ouders.
Voor werkende ouders geldt dat zij maximaal 140 procent van het aantal gewerkte uren kinderopvangtoeslag kunnen ontvangen, met een maximum van 230 uur per maand per kind voor dagopvang en gastouderopvang. Voor buitenschoolse opvang is dit maximum 70 procent van het aantal gewerkte uren, eveneens met een maximum van 230 uur per maand per kind. Bij gehuwden of samenwonenden wordt gekeken naar de partner die het minste aantal uren werkt.
Ouders met een WWB-uitkering (IOAW/Z of ANW) met een re-integratietraject hebben recht op maximaal 230 uur kinderopvangtoeslag per maand per kind. Resterende uren kunnen gedurende de rest van het jaar worden gebruikt.
Inburgeringsplichtige ouders hebben, indien zij aan alle eisen voldoen, recht op maximaal 230 uur kinderopvangtoeslag per maand (5 hele dagen per week). Het aantal uren is niet afhankelijk van het aantal uren inburgering dat wordt gevolgd. Echter, voor de Z-route geldt dat alleen het taaldeel recht geeft op kinderopvangtoeslag, niet het participatiedeel.
Vanaf 2023 is het aantal gewerkte uren niet langer bepalend voor de kinderopvangtoeslag. In plaats daarvan is het aantal gewerkte kalendermaanden bepalend. Het aantal uren kinderopvang dat in aanmerking komt voor toeslag neemt evenredig toe met het aantal kalendermaanden waarin arbeid is verricht. De koppeling tussen arbeid en kinderopvangtoeslag blijft bestaan, maar zonder directe koppeling aan het aantal gewerkte uren. Dit is vooral gunstig voor ouders met onregelmatige uren, zoals ondernemers.
Om een beeld te geven van de berekening, volgen hier twee voorbeelden:
Voorbeeld dagopvang: Een ouder werkt 32 uur per week. De berekening is als volgt: 32 uur x 140% = 44,8 uur. 44,8 uren x 52 weken per jaar ÷ 12 = 194,1 uur per maand. Deze ouder mag 194 uur per kind per maand aanvragen.
Voorbeeld buitenschoolse opvang: Een ouder werkt 32 uur en de partner 40 uur. Voor de toeslag wordt gekeken naar de gewerkte uren van de ouder met het minste aantal uren (32 uur). De berekening is: 32 uur x 70% = 22,4 uur. 22,4 uren x 52 weken per jaar ÷ 12 = 97,06 uur per maand. Deze ouder mag 97 uur per kind per maand aanvragen.
De overheid vergoedt een percentage van de kosten van kinderopvang, tot een bepaald maximum uurtarief. De maximale uurtarieven verschillen per type opvang.
De maximale uurtarieven voor 2025 zijn:
Voor de kosten boven dit maximale uurtarief is geen toeslag mogelijk. De uurtarieven zijn in de loop der jaren gestegen. In 2023 bedroegen de maximale uurtarieven respectievelijk €9,12 (dagopvang), €7,72 (bso) en €6,73 (gastouderopvang).
Inburgeringsplichtigen hoeven geen bewijzen op te sturen naar de Belastingdienst/Toeslagen om aan te tonen dat zij recht hebben op kinderopvangtoeslag. De Belastingdienst vraagt de benodigde gegevens automatisch op bij DUO. In uitzonderlijke gevallen kan de Belastingdienst/Toeslagen de inburgeringsplichtige vragen om informatie op te sturen.
In sommige gevallen betaalt de gemeente (een deel van) de kosten van de kinderopvang voor ouders. Dit kan in de volgende situaties:
De kinderopvangtoeslag is niet gelijk aan de gemaakte kosten. Ouders betalen altijd een eigen bijdrage. De hoogte van de toeslag is afhankelijk van het inkomen, het aantal kinderen en de soort opvang. De overheid stelt de toeslagen jaarlijks opnieuw vast. Meer informatie over de kinderopvangtoeslag staat op de website van de Belastingdienst, waar ouders kunnen zien of ze recht hebben op toeslag, een proefberekening kunnen doen en de toeslag kunnen aanvragen.
De kinderopvangtoeslag is een belangrijke financiële ondersteuning voor ouders die gebruikmaken van kinderopvang. De regels en voorwaarden zijn complex en veranderen regelmatig. Het is belangrijk om op de hoogte te blijven van de actuele regelgeving en om wijzigingen in de situatie tijdig door te geven aan de Belastingdienst. De recente wijzigingen in de berekening van de toeslag, met name de overgang van gewerkte uren naar gewerkte kalendermaanden, bieden meer flexibiliteit voor ouders met onregelmatige werkpatronen.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet