De kosten van kinderopvang in Nederland zijn in 2023 aanzienlijk gestegen. Verschillende factoren, waaronder hoge energieprijzen, stijgende huren en een tekort aan personeel, hebben bijgedragen aan deze ontwikkeling. Dit artikel geeft een overzicht van de kosten, de vergoedingen en de veranderingen in de kinderopvangtoeslag, gebaseerd op recente gegevens.
Kostenontwikkeling in 2023
Uit gegevens blijkt dat de tarieven van kinderopvang (kinderdagverblijf - kdv) en buitenschoolse opvang (bso) in 2023 gemiddeld met 8,5 procent zijn gestegen. Sommige kinderopvangorganisaties zagen hun tarieven zelfs met 6 tot 10 procent stijgen. Een organisatie met bijna 50 vestigingen door het hele land voorspelde een verhoging van 9,35 procent in Friesland tot 11,15 procent in Amsterdam. Deze stijgingen worden onder meer toegeschreven aan de cao-onderhandelingen en de inflatiecorrectie die daarbij wordt geëist.
De totale opvangkosten bedroegen in 2023 gemiddeld 8.950 euro per kind. Dit omvat zowel de kosten die door de ouders zelf worden betaald als de vergoeding via de kinderopvangtoeslag.
Eigen Bijdrage Ouders
Van de totale kosten van 8.950 euro werd 64 procent (5.740 euro) vergoed via de kinderopvangtoeslag. De overige 36 procent (3.210 euro) was voor rekening van de ouders. Deze eigen bijdrage bestond uit 2.690 euro volgens de vastgestelde maximum uurprijs en 520 euro extra omdat de uurtarieven bij veel opvanglocaties hoger waren dan het gemaximeerde tarief. Bijna driekwart van de ouders betaalde in 2023 voor minstens één kind een hoger uurtarief dan de maximum uurprijs.
De kosten voor ouders zijn sterk afhankelijk van hun inkomen. Ouders met een inkomen tot 27.000 euro per jaar betaalden voor twee kinderen die twee dagen naar het kinderdagverblijf gaan, ongeveer 745 euro extra in 2023, een stijging van 40 procent ten opzichte van het voorgaande jaar. Ouders met een inkomen tot 60.000 euro betaalden bijna 850 euro meer (een stijging van 22 procent), terwijl huishoudens met een inkomen tot 120.000 euro per jaar een stijging van 13 procent (1103 euro) zagen.
Kinderopvangtoeslag en Veranderingen in 2023
De kinderopvangtoeslag is een tegemoetkoming in de kosten voor kinderopvang. Om in aanmerking te komen voor de toeslag, moeten ouders aan bepaalde voorwaarden voldoen, waaronder het feit dat zij en hun partner werken, een opleiding volgen, een inburgeringscursus volgen of een traject naar werk volgen. Daarnaast moeten zij en hun kind op hetzelfde adres wonen en ingeschreven staan bij de gemeente.
Per 2023 is er een belangrijke verandering doorgevoerd in de kinderopvangtoeslag. Iedereen die recht heeft op de toeslag krijgt maximaal 230 opvanguren per maand vergoed, ongeacht het aantal uren dat de ouders per maand werken of de activiteiten die zij volgen (opleiding, traject naar werk, inburgeringscursus). Deze 230 uur zijn per kind per maand. Als een kind minder uren per maand naar de kinderopvang gaat, wordt de toeslag berekend op basis van de daadwerkelijk afgesproken uren in de plaatsingsovereenkomst.
Aantal Kinderen in Verschillende Opvangvormen
In 2023 werden bijna 19.000 meer kinderen opgevangen dan in 2022. Het aantal kinderen dat naar kindercentra gaat, is gestegen, zowel in de dagopvang als in de buitenschoolse opvang. In 2023 gingen bijna 515.000 kinderen naar de dagopvang en 536.000 kinderen naar de buitenschoolse opvang.
Tegelijkertijd is het aantal kinderen dat door geregistreerde gastouders wordt opgevangen, al enkele jaren aan het dalen. In 2023 daalde het aantal kinderen in de buitenschoolse gastouderopvang met bijna 6.000 tot ruim 39.000 kinderen. In de dagopvang werden bijna 77.000 kinderen door gastouders opgevangen, wat een afname van 5.000 ten opzichte van 2022 betekent.
Opvanguren per Kind
Kinderen in de dagopvang werden in 2023 gemiddeld 830 uur opgevangen, een stijging van 10 uur ten opzichte van 2022. Kinderen in kindercentra werden gemiddeld 810 uur opgevangen, terwijl de opvang bij gastouders gemiddeld 620 uur bedroeg. Het aantal opvanguren in de buitenschoolse opvang bleef met 420 uur onveranderd ten opzichte van 2022.
Financiering en Subsidies
Voor 2025 is er € 4,1 miljoen beschikbaar voor kinderopvang in Europees Nederland, waarvan circa € 2,5 miljoen voor instellingssubsidies en projectsubsidies. Daarnaast is er € 5,2 miljoen bestemd voor de ontwikkeling van het nieuwe financieringsstelsel voor kinderopvang en € 5,4 miljoen voor onderzoek en opdrachten voor kinderopvang in Nederland. Voor de uitvoering van het programma BES(t) 4 kids is een opdrachtenbudget van € 1,7 miljoen beschikbaar.
De subsidiebedragen voor kinderopvangorganisaties in Caribisch Nederland zullen in 2025 substantieel worden aangepast ten opzichte van 2024, na aanleiding van een rapport over de bekostiging van kinderopvang in Caribisch Nederland.
Toezicht op de Kinderopvang
Voor 2025 is € 1,1 miljoen beschikbaar voor de bekostiging van de Stichting Projectenbureau Publieke Gezondheid van de Vereniging van Publieke Gezondheid en Veiligheid Nederland (PGV) voor de coördinatie op het toezicht op de kinderopvang. De PGV is wettelijk aangewezen voor deze taak.
Conclusie
De kosten van kinderopvang zijn in 2023 aanzienlijk gestegen, wat een aanzienlijke financiële last vormt voor veel ouders. De stijgingen worden veroorzaakt door factoren zoals hoge energieprijzen, stijgende huren en een tekort aan personeel. De kinderopvangtoeslag biedt een belangrijke tegemoetkoming, maar de eigen bijdrage blijft voor veel ouders aanzienlijk, vooral voor lagere en middeninkomens. De verandering in de kinderopvangtoeslag per 2023, waarbij het aantal vergoede uren niet langer afhankelijk is van het aantal werkuren van de ouders, is een positieve ontwikkeling. Het is belangrijk voor ouders om zich goed te informeren over de mogelijkheden voor kinderopvangtoeslag en de kosten van verschillende opvangvormen om de beste keuze te maken voor hun gezin.