Kinderopvang De Hooiberg: Een Veilige en Ontwikkelingsgerichte Omgeving
september 5, 2025
De discussie over kinderopvang in Nederland is volop in beweging. Plannen voor bijna gratis kinderopvang, voortkomend uit eerdere regeerakkoorden en recentelijk herbevestigd, worden geconfronteerd met praktische uitdagingen en bezwaren vanuit de sector. Dit artikel biedt een overzicht van de huidige plannen, de potentiële gevolgen en de obstakels die overwonnen moeten worden om een toegankelijke en kwalitatieve kinderopvang voor alle kinderen te realiseren.
Het kabinet streeft naar een situatie waarin kinderopvang voor werkende ouders bijna gratis wordt. Dit houdt in dat werkende ouders 96 procent van het uurtarief van de kinderopvang vergoed krijgen, mits dit tarief binnen de door de overheid vastgestelde maximumgrenzen blijft. Dit plan is voortgekomen uit het regeerakkoord van 2021 en is opgenomen in het nieuwe hoofdlijnenakkoord van de huidige coalitie. De beoogde implementatie is in 2027, met een kostenraming van 2,9 miljard euro.
Deze ontwikkeling is met name gunstig voor ouders met hogere inkomens, die momenteel via het toeslagensysteem slechts 33 procent van de opvangkosten vergoed krijgen. De verschuiving naar een bijna gratis regeling zou voor deze groep een aanzienlijke financiële meevaller betekenen.
Een belangrijk aspect van de huidige plannen is het handhaven van de arbeidseis. Dit betekent dat de bijna gratis kinderopvang in eerste instantie primair bedoeld is voor ouders die betaald werk verrichten. Deze eis is controversieel, omdat oppositiepartijen zoals GroenLinks-PvdA en D66 pleiten voor gratis kinderopvang voor alle kinderen, ongeacht de arbeidsstatus van de ouders. Zij stellen dat kinderen van ouders die niet werken, anders met een achterstand aan hun schooltijd kunnen beginnen.
De staatssecretaris van Sociale Zaken heeft begrip voor deze wens, maar benadrukt dat de arbeidseis is opgenomen in het coalitieakkoord. De handhaving van deze eis wordt gemotiveerd door de reeds bestaande personeelstekorten in de kinderopvangsector. Er wordt gevreesd dat een verdere groei van de vraag, zonder de beperking van de arbeidseis, de personeelstekorten nog zal verergeren. Er worden wel uitzonderingen overwogen, maar de verwachting is dat deze beperkt zullen zijn.
GroenLinks-PvdA pleit voor een fundamentele verandering in de benadering van kinderopvang. Zij zien kinderopvang niet primair als een arbeidsmarktinstrument, maar als een pedagogisch-didactische voorziening. Om dit te bewerkstelligen, willen zij de kinderopvang verplaatsen van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid naar het ministerie van Onderwijs.
Daarnaast willen zij de kinderopvang omvormen tot een publieke basisvoorziening zonder winstoogmerk. Het doel is om stapsgewijs alle kinderen alle dagen van de werkweek gratis toegang te bieden tot kinderopvang en buitenschoolse opvang (BSO). In de tussentijd wordt voorgesteld een prijsplafond in te voeren om de toegankelijkheid te waarborgen. Kinderen met een taalachterstand, eenoudergezinnen en gezinnen met een sociaal-medische indicatie zouden voorrang krijgen en passende ondersteuning ontvangen.
De plannen voor bijna gratis kinderopvang stuiten op aanzienlijke bezwaren vanuit de kinderopvangsector. Kinderopvangdirecteur Monique Dongelmans waarschuwt dat gratis kinderopvang in 2025 niet haalbaar is. Zij wijst op de enorme personeelstekorten, die leiden tot lange wachtrijen bij kinderopvanglocaties in het hele land. Volgens Dongelmans is de overheid, mede door de toeslagenaffaire, geneigd om de problemen van de sector op te lossen, zonder rekening te houden met de realiteit.
De sector wijst erop dat de vraag naar kinderopvang de afgelopen jaren enorm is toegenomen, van ongeveer 25 procent werkende ouders in het verleden tot 80 procent momenteel. Dit heeft geleid tot een situatie waarin het aanbod niet meer kan worden aangepast aan de groeiende vraag.
Tegelijkertijd met de plannen voor bijna gratis kinderopvang, heeft het kabinet een plan gepresenteerd waarin juist bezuinigd wordt op de kinderopvang. Dit plan voorziet in het bevriezen van de uurtarieven die kinderopvanglocaties mogen rekenen in 2026, zonder correctie voor inflatie. Dit zal leiden tot een groter verschil tussen de uurtarieven en de door de overheid vergoede toeslagen, waardoor ouders over een groter deel van de uurprijs geen vergoeding zullen ontvangen. Deze maatregel levert de staatskas een verwachte besparing op van 254 miljoen euro.
GroenLinks-PvdA heeft als doel om het toeslagenstelsel op termijn overbodig te maken. Dit zou worden bereikt door te zorgen voor fatsoenlijke uitkeringen en inkomens, lagere lasten voor werkenden en goede publieke voorzieningen. Zij stellen voor het minimumloon te verhogen naar 16 euro per uur en de uitkeringen hierop aan te passen. De kinderopvang zou in publieke handen worden gebracht, waardoor de kinderopvangtoeslag kan verdwijnen. Daarnaast willen zij het kindgebonden budget integreren in de kinderbijslag en onderzoeken hoe de huurtoeslag kan worden afgeschaft zonder dat huurders hierdoor benadeeld worden.
Naast de kinderopvangplannen, zijn er ook voorstellen om de verlofregelingen te verbeteren. GroenLinks-PvdA pleit voor een verlenging en verhoging van het geboorteverlof, evenals een uitbreiding van het kortdurende en langdurig zorgverlof. Ook willen zij initiatieven steunen die eenzaamheid tegengaan, bijvoorbeeld door de gemeenschapszin in buurten te vergroten met ontmoetingsplekken en een sterk verenigingsleven.
De plannen voor bijna gratis kinderopvang in Nederland zijn ambitieus en potentieel ingrijpend. Hoewel de plannen kansen bieden om de toegankelijkheid van kinderopvang te verbeteren, zijn er aanzienlijke uitdagingen en bezwaren vanuit de sector. De handhaving van de arbeidseis, de personeelstekorten, de bezuinigingen en de inflatiecorrectie vormen obstakels die overwonnen moeten worden om een succesvolle implementatie te garanderen. De omvorming van kinderopvang tot een publieke voorziening, zoals voorgesteld door GroenLinks-PvdA, zou een fundamentele verandering kunnen betekenen, maar vereist een zorgvuldige planning en uitvoering. De toekomst van de kinderopvang in Nederland hangt af van de bereidheid van alle betrokken partijen om samen te werken aan een oplossing die zowel betaalbaar als kwalitatief hoogwaardig is.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet