Gegevensverstrekking aan de Belastingdienst voor Kinderopvang: Een Overzicht voor Ouders en Aanbieders
september 5, 2025
De kinderopvang kent specifieke eisen met betrekking tot de ruimtes en faciliteiten die beschikbaar moeten zijn voor kinderen. Deze eisen zijn gebaseerd op de Wet Kinderopvang en Kwaliteitseisen Peuterspeelzalen en zijn bedoeld om een veilige, stimulerende en ontwikkelingsgerichte omgeving te creëren. Dit artikel geeft een overzicht van de belangrijkste regels voor dagopvang, buitenschoolse opvang (BSO) en gastouderopvang, met aandacht voor groepsruimtes, slaapruimtes, toiletten, wasruimtes en buitenspeelruimte.
De ruimtelijke eisen verschillen enigszins afhankelijk van de vorm van kinderopvang. Voor gastouders geldt dat er maximaal zes kinderen tegelijk aanwezig mogen zijn, inclusief de eigen kinderen onder de 10 jaar. Gastouders hebben de flexibiliteit om kinderen op te vangen op verschillende adressen, zowel bij hen thuis als bij de ouders van het kind.
Voor dagopvang en BSO gelden meer specifieke eisen. Elke stamgroep in de dagopvang moet beschikken over een afzonderlijke, vaste groepsruimte. De minimale bruto oppervlakte van de groepsruimte is 3,5 m² per kind, inclusief ruimtes die geschikt zijn voor spelactiviteiten buiten de directe groepsruimte. Voor BSO is een vaste stamgroepruimte niet verplicht, waardoor er meer flexibiliteit is in het ruimtegebruik. Ook voor BSO geldt een minimale oppervlakte van 3,5 m² per kind voor spelactiviteiten.
Naast de minimale oppervlakte-eisen zijn er ook algemene eisen aan de inrichting van de binnenruimte. De ruimtes moeten veilig zijn, altijd toegankelijk tijdens de opvangtijd en passend ingericht voor de leeftijd van de kinderen. Dit betekent dat meubilair en materialen veilig moeten zijn en dat de ruimte stimulerend is voor de ontwikkeling van de kinderen.
In de verblijfsruimten moet een op het aantal volwassenen afgestemd aantal tafels en stoelen aanwezig zijn. Voor kinderen tot 1,5 jaar is een afzonderlijke slaapruimte verplicht. Deze slaapruimtes moeten zo ingericht zijn dat elk kind goed bereikbaar en zichtbaar is voor de begeleiders. De slaapruimtes moeten voorzien zijn van voldoende veilige bedden en kinderledikanten, die goed en eenvoudig te reinigen zijn. Het is toegestaan dat bedjes door meerdere kinderen worden gebruikt, mits dit is opgenomen in het veiligheids- en gezondheidsbeleid en de rust en stabiliteit voor de kinderen gewaarborgd blijft. Licht en geluid in de slaapruimtes moeten gedempt worden en er moet voldoende beddengoed aanwezig zijn dat stofvrij wordt opgeborgen en regelmatig verschoond.
De hygiëne in de kinderopvang is van groot belang. De toiletruimtes voor kinderen moeten zodanig gesitueerd zijn dat er goed toezicht gehouden kan worden. Er moet een afzonderlijke toiletruimte voor het personeel zijn. Er dient een handenwasgelegenheid te zijn aangebracht op een voor kinderen bereikbare hoogte. De toiletruimtes moeten voldoende groot zijn zodat de kinderen afzonderlijk geholpen kunnen worden. De vloeren en wanden van de toiletruimtes moeten tot een hoogte van 1,50 meter bedekt zijn met een waterdicht en goed reinigbaar materiaal. Voor elk tiental kinderen of deel daarvan moet ten minste één closetpot aanwezig zijn, met afmetingen en hoogte aangepast aan de grootte van de kinderen. Er moet een aparte spoelgelegenheid aanwezig zijn voor luiers en po’s.
Ook de wasruimtes moeten aan specifieke eisen voldoen. Er moet een op het aantal kinderen afgestemde hoeveelheid wasruimtes zijn, voorzien van een wasbak of aanrecht met warm en koud stromend water, bij voorkeur met een handdouche. De vloeren en wanden van het wasgedeelte moeten tot een hoogte van 1,80 meter bedekt zijn met een waterdicht en goed reinigbaar materiaal. Voor elk kind moet een eigen handdoek, washandje en tandenborstel beschikbaar zijn, en er moet voldoende zeep en tandpasta aanwezig zijn.
Een veilige en goed afgeschermde buitenspeelruimte is essentieel voor de ontwikkeling van kinderen. De buitenspeelruimte moet voorzien zijn van een doelmatige afwatering. De ligging van de buitenspeelruimte is afhankelijk van de leeftijd van de kinderen: voor kinderen tot 2 jaar moet de buitenspeelruimte direct aan het kindcentrum grenzen. Voor kinderen van 2 tot 4 jaar is aangrenzend aan het kindcentrum de voorkeur, maar in ieder geval aan het gebouw waarin het kindcentrum is gehuisvest. Voor BSO-kinderen vanaf 4 jaar mag de buitenspeelruimte ook in de directe nabijheid van het kindcentrum zijn, mits deze toegankelijk en veilig bereikbaar is.
De buitenspeelruimte moet altijd beschikbaar zijn voor het aantal kinderen dat op dat moment aanwezig is. De ruimte mag niet dubbel geteld worden tussen dagopvang en BSO als ze gelijktijdig open zijn, maar niet gelijktijdig gebruikt worden. Er is ten minste 3 m² bruto buitenspeelruimte beschikbaar per aanwezig kind.
De wetgeving rondom kinderopvang laat ruimte voor interpretatie. Het is belangrijk dat keuzes uit te leggen zijn met onderbouwing vanuit wetgeving, beleid en praktijk. De Wet Kinderopvang en het Besluit Bouwwerken Leefomgeving sluiten niet altijd goed op elkaar aan, waardoor er situaties kunnen ontstaan die om maatwerk vragen. Het gesprek tussen de houder, de toezichthouder en de gemeente is essentieel om tot een passende oplossing te komen. Toezicht en handhaving draaien om meer dan alleen meten; het gaat om het verhaal achter de wettelijke kaders, de inrichting op locatie, en de keuzes en visie van de houder op pedagogische kwaliteit.
De eisen aan ruimtes en faciliteiten in de kinderopvang zijn erop gericht om een veilige, stimulerende en ontwikkelingsgerichte omgeving te creëren voor kinderen. De specifieke eisen variëren afhankelijk van de vorm van kinderopvang en de leeftijd van de kinderen. Het is belangrijk dat kinderopvangorganisaties zich bewust zijn van deze eisen en ervoor zorgen dat ze worden nageleefd. De wetgeving laat ruimte voor interpretatie en maatwerk, maar het is essentieel dat keuzes goed onderbouwd zijn en dat de focus ligt op het welzijn en de ontwikkeling van de kinderen.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet