Logeeropvang en Dagbesteding voor Kinderen met een Zorgvraag
september 5, 2025
De kinderopvang in Nederland wordt gereguleerd door de Wet Kinderopvang en Kwaliteitseisen Peuterspeelzaalwerk, met als doel het waarborgen van de kwaliteit en veiligheid van de opvang. Deze wet kent verschillende vormen van kinderopvang, waaronder dagopvang, buitenschoolse opvang (BSO), gastouderopvang en peuterspeelzaalwerk. De ruimtelijke aspecten van deze opvang zijn vastgelegd in beleidsregels en het Besluit Kinderopvang en Kwaliteitseisen Peuterspeelzalen. Dit artikel geeft een overzicht van de eisen die gesteld worden aan de ruimtes en de opvangcapaciteit, specifiek gericht op dagopvang, BSO en gastouderopvang.
De Wet Kinderopvang en Kwaliteitseisen Peuterspeelzaalwerk vormt de basis voor alle eisen aan de kinderopvang. Deze wet regelt zowel de kostenverdeling als de kwaliteit van de opvang. De wet onderscheidt verschillende vormen van opvang, waarbij combinaties mogelijk zijn. Dagopvang is bedoeld voor kinderen van nul tot vier jaar en vindt plaats in een kinderdagverblijf. Buitenschoolse opvang is er voor kinderen in de basisschoolleeftijd, voor en na schooltijd, tijdens studiedagen en in de vakanties. Gastouderopvang vindt plaats in de woning van de gastouder of de vraagouder. Informele opvang, zoals oppas door vrienden of familie, valt niet onder deze wetgeving.
Voor dagopvang en BSO gelden specifieke ruimtelijke eisen. Elke stamgroep moet beschikken over een afzonderlijke, vaste groepsruimte. De minimale oppervlakte van de groepsruimte is 3,5 m2 bruto per kind, inclusief ruimtes die geschikt zijn voor spelactiviteiten buiten de groepsruimte zelf. Daarnaast is er minimaal 3 m2 bruto buitenspeelruimte per aanwezig kind vereist.
De grootte van de stamgroep is afhankelijk van de leeftijd van de kinderen: maximaal 12 kinderen tot 1 jaar of maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar, met een maximum van 8 kinderen tot 1 jaar binnen die groep. Voor BSO geldt een minimale oppervlakte van 3,5 m2 per kind voor spelactiviteiten en eveneens 3 m2 buitenspeelruimte per kind. De verhouding tussen beroepskrachten en kinderen in de BSO is afhankelijk van de leeftijd: minimaal 1 beroepskracht per 10 kinderen vanaf 4 jaar, 1 beroepskracht per 10 kinderen vanaf 8 jaar, of 2 beroepskrachten met een extra volwassene per 30 kinderen vanaf 8 jaar.
Gastouderopvang kent andere regels ten aanzien van de locatie. Gastouders mogen op meerdere adressen kinderen opvangen, zowel bij zichzelf thuis als bij de vraagouder. Als de opvang plaatsvindt bij een vraagouder, mogen daar ook kinderen van andere ouders worden opgevangen. Er zijn echter wel specifieke vereisten aan de locatie.
Voor kinderen tot 1,5 jaar is een aparte slaapruimte vereist. Zowel binnen als buiten moeten er voldoende speelmogelijkheden zijn. Het is niet toegestaan om gastouder te zijn op hetzelfde adres als de ouders van het opgevangen kind, bijvoorbeeld in de situatie van een au pair. Als een gastouder 4 of meer kinderen tegelijk opvangt, is een achterwacht vereist die telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn bij calamiteiten. De woning moet rookvrij zijn en voorzien van goed functionerende rookmelders.
Een gastouder mag maximaal 6 kinderen van 0 tot 13 jaar gelijktijdig opvangen, inclusief eigen kinderen tot 10 jaar. Binnen dit maximum gelden de volgende beperkingen: maximaal 5 kinderen tot 4 jaar, maximaal 4 kinderen tot 2 jaar en maximaal 2 kinderen tot 1 jaar, inclusief eigen kinderen in die leeftijdscategorieën.
Om als gastouder te mogen werken, moet men voldoen aan bepaalde eisen en zich aanmelden bij een gastouderbureau. Dit bureau dient vervolgens een aanvraag tot exploitatie in bij de gemeente, waarbij een diploma of certificaat goed gastouderschap, een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) (en van huisgenoten van 18 jaar en ouder) en een kopie van het identiteitsbewijs overgelegd moeten worden. Na registratie in het Landelijk Register Kinderopvang en Pedagogische Kwaliteit (LRKP) mag de gastouder starten.
De GGD controleert jaarlijks gastouderbureaus en voert steekproefsgewijs controles uit bij gastouders om de kwaliteit van de opvang te waarborgen.
In de gemeente Houten worden dagopvang, BSO en gastouderopvang afzonderlijk bekeken, vanwege verschillen in bereikbaarheidseisen. Bestaande kinderdagverblijven bevinden zich voornamelijk buiten de Rondweg, op bedrijfsterreinen en in voorzieningengebieden. Nieuwe ontwikkelingen in de dagopvang kunnen terecht in de voorzieningengebieden Weteringhoek en Kruisboog.
BSO wordt aangeboden bij bestaande kinderdagverblijven, maar ook op andere locaties zoals sportverenigingen, scholen, kerken, wijkgebouwen, woningen en boerderijen. Er is een schaalindeling voor de grootte van de kinderopvang: kleinschalig (maximaal 6 kinderen), middelgroot (tussen 6 en 30 kinderen) en grootschalig (meer dan 30 kinderen).
Hoewel de documenten niet specifiek ingaan op ventilatie-eisen, wordt er wel verwezen naar gewijzigde wet- en regelgeving en rapporten van het RIVM en de GGD over het binnen- en buitenmilieu voor kinderopvanglocaties. Deze rapporten bevatten normen waaraan kinderopvangorganisaties moeten voldoen. Er wordt ook gewezen op de mogelijkheid om CO2-meters te gebruiken om de CO2-waarde in de ruimte te meten en te ventileren, eventueel met mechanische ventilatie of CO2-vraaggestuurde ventilatieboxen.
De kinderopvang in Nederland is onderworpen aan strikte regels en eisen, met als doel het waarborgen van de kwaliteit en veiligheid van de opvang. De ruimtelijke eisen verschillen per type opvang, waarbij dagopvang en BSO specifieke eisen hebben aan de oppervlakte van groepsruimtes en buitenspeelruimte. Gastouderopvang kent andere regels, met name ten aanzien van de locatie en het maximum aantal op te vangen kinderen. Het naleven van deze regels is essentieel voor het bieden van een veilige en stimulerende omgeving voor kinderen in de kinderopvang.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet