Kinderopvang: Toegankelijkheid, Betaalbaarheid en Ondersteuning voor Kwetsbare Gezinnen
september 5, 2025
De kinderopvangsector heeft de afgelopen jaren diverse veranderingen ondergaan, met betrekking tot salarissen, uitkeringen en de financiering van opvang. Dit artikel biedt een overzicht van recente ontwikkelingen, gebaseerd op beschikbare informatie, en richt zich op de implicaties voor zowel de professionals in de sector als de ouders die gebruikmaken van kinderopvang.
In april 2023 zijn de lonen in de kinderopvang met 150 euro bruto verhoogd, naast een percentage van 2%. Deze verhogingen zijn onderdeel van een bredere trend van verbeterde arbeidsvoorwaarden in de sector. Verdere verhogingen zijn gepland, waardoor de lonen in de komende 18 maanden met gemiddeld 11,9 procent zullen stijgen. De actuele salarisschalen per 1 april 2023 zijn beschikbaar voor raadpleging.
Naast de structurele loonsverhogingen is er in juli 2023 een eenmalige uitkering van 525 euro bruto uitgekeerd aan alle medewerkers die op 1 juli 2023 werkzaam waren onder de cao kinderopvang. Het bedrag is gebaseerd op een fulltime dienstverband en wordt naar rato uitbetaald. Indien een medewerker in januari al een gratificatie heeft ontvangen, wordt deze in mindering gebracht op de eenmalige uitkering, tot een maximum van 300 euro.
Eerdere uitkeringen vonden plaats in 2020, waarbij medewerkers een loonsverhoging van 3 procent ontvingen, evenals een eenmalige uitkering van 3 procent over de maanden januari tot en met juni. Gedurende de looptijd van de cao 2020-2021 stegen de salarissen met 5,5 procent, en voor medewerkers in de lagere schalen zelfs met 6 procent.
De CAO Kinderopvang 2023-2024 is algemeen bindend verklaard. Dit betekent dat de CAO niet alleen geldt voor medewerkers van organisaties die zijn aangesloten bij de brancheorganisaties BK en BMK, maar voor alle medewerkers in de kinderopvang, inclusief medewerkers van gastouderbureaus. De algemene bindend verklaring zorgt ervoor dat alle werknemers in de sector recht hebben op de afgesproken arbeidsvoorwaarden, waaronder de eenmalige uitkering in juli 2023.
De kinderopvangtoeslag is een financiële ondersteuning voor ouders die beiden werken of een opleiding volgen. De toeslag is een percentage van de maximum uurprijs voor kinderopvang. Ouders kunnen voor maximaal 230 uur per maand kinderopvangtoeslag ontvangen. De hoogte van de toeslag is afhankelijk van het inkomen, het aantal kinderen en de soort opvang. De overheid stelt de toeslagen jaarlijks opnieuw vast.
Ouders betalen altijd een eigen bijdrage, die het verschil is tussen de totale kosten van de kinderopvang en de ontvangen kinderopvangtoeslag. De Belastingdienst voert de kinderopvangtoeslag uit en biedt informatie over de voorwaarden, een proefberekening en de mogelijkheid tot aanvraag.
Naast de landelijke kinderopvangtoeslag kunnen gemeenten in sommige gevallen (een deel van) de kosten van de kinderopvang financieren, met name in de volgende situaties:
Sommige gemeenten hanteren een specifiek minimabeleid met betrekking tot de kinderopvang. In Zandvoort is het minimabeleid per 1 juli 2016 herzien en geharmoniseerd met de gemeente Haarlem. De tegemoetkoming voor de genoemde doelgroepen is verhoogd naar 6% voor het eerste kind en 5% voor het volgende kind, waardoor de eigen bijdrage beperkt blijft tot 1% per kind per maand.
Deze eigen bijdrage heeft twee redenen. Ten eerste om de ouder bewust te maken van de kosten die aan de kinderopvang verbonden zijn en om hen te stimuleren om mee te betalen aan de investering in de toekomst van hun kind. Ten tweede, omdat kinderen tijdens de opvang lunch, drinken en tussendoortjes krijgen, wat resulteert in een besparing op de kosten voor de ouders.
De toekenning van een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang is afhankelijk van de noodzaak van de opvang voor de combinatie van de zorg voor het kind en de taak van de ouder (bijvoorbeeld werk, studie, inburgering). Bij de beoordeling van de noodzaak wordt rekening gehouden met de verplichtingen van de eventuele partner en de reistijden van beide ouders.
Indien ouders meer uren kinderopvang afnemen dan noodzakelijk wordt geacht, wordt bij de berekening van de tegemoetkoming slechts rekening gehouden met de kosten van het maximale aantal noodzakelijke uren. De meerkosten voor de onnodig afgenomen uren worden niet vergoed. Hierbij worden de regels gevolgd die gelden voor de kinderopvangtoeslag.
Voor de beoordeling van het gezinsinkomen wordt aangesloten bij de minimaregelingen, wat neerkomt op 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm. Voor de vaststelling van het vermogen wordt aangesloten bij artikel 34, derde lid van de Wet Werk en Bijstand (WWB). Deze aanpak sluit aan bij de uitgangspunten van de HaarlemPas, waardoor houders van deze pas een vereenvoudigde aanvraag kunnen indienen.
De periode waarover een tegemoetkoming kan worden verstrekt is strikt begrensd. De periode is afhankelijk van de duur van het traject, de studie of de werkzaamheden die de noodzaak van kinderopvang creëren.
De Wet Kinderopvang en Kwaliteitseisen (Wkkp) bevat artikelen die betrekking hebben op de doelgroep met een sociaal-medische indicatie. Deze artikelen zijn bij inwerkingtreding van de Wkkp echter nog niet in werking getreden.
De kinderopvangsector ondergaat voortdurende veranderingen, met als doel de kwaliteit van de opvang te verbeteren en de financiële lasten voor zowel de professionals als de ouders te verlichten. Recente salarisverhogingen en eenmalige uitkeringen zijn positieve stappen voor de werknemers in de sector. De algemene bindend verklaring van de CAO zorgt voor een uniforme toepassing van de arbeidsvoorwaarden. Ouders kunnen profiteren van de kinderopvangtoeslag en eventuele gemeentelijke tegemoetkomingen, afhankelijk van hun inkomen en de noodzaak van de opvang. Het is belangrijk voor ouders en professionals om op de hoogte te blijven van de actuele regelgeving en beschikbare ondersteuning.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet