Kinderopvang: Toegankelijkheid, Betaalbaarheid en Ondersteuning voor Kwetsbare Gezinnen
september 5, 2025
De kinderopvangsector in Nederland is een dynamische markt die een cruciale rol speelt in het mogelijk maken van arbeidsparticipatie van ouders en de ontwikkeling van kinderen. Deze sector wordt gekenmerkt door een complex samenspel van publieke en private financiering, regelgeving en een veranderende personeelsbezetting. Dit artikel biedt een overzicht van de huidige stand van zaken, gebaseerd op recent onderzoek en beleidsdocumenten.
De markt voor kinderopvang wordt steeds meer gedomineerd door grotere organisaties, waaronder een aanzienlijk percentage dat gelieerd is aan private equity (PE). Uit onderzoek blijkt dat aan PE gelieerde organisaties 12 procent van het totale aanbod aan kinderdag- en buitenschoolse opvang in Nederland verzorgen. In sommige gemeenten is het marktaandeel van deze organisaties aanzienlijk, soms zelfs meer dan 50 procent. Het is echter belangrijk op te merken dat ook grote non-profitorganisaties (stichtingen) in bepaalde regio's een groot deel van het aanbod verzorgen.
De aanwezigheid van private equity in de kinderopvangsector wordt door sommigen als onwenselijk gezien, omdat PE primair gericht is op het genereren van kortetermijnwinst. Dit kan ten koste gaan van de belangen van ouders en werknemers, en mogelijk leiden tot een onttrekking van publieke middelen aan de sector. Het onderzoek benadrukt de noodzaak van een beter begrip van de risico’s op marktverstoringen bij voorgenomen stelselwijzigingen.
De overheid speelt een belangrijke rol in de financiering van kinderopvang, met als doel de financiële toegankelijkheid voor werkende ouders te waarborgen en de kwaliteit te bevorderen. De kinderopvangtoeslag is een belangrijk instrument om formele kinderopvang betaalbaar te maken. In 2024 bedroegen de uitgaven aan kinderopvangtoeslag € 4.939,0 miljoen, wat € 140,4 miljoen hoger was dan in de begroting was voorzien. Deze overschrijding is voornamelijk te wijten aan de jaarlijkse indexatie van de toeslag en een verhoging van de toeslagpercentages voor middeninkomens.
Naast de kinderopvangtoeslag steunt de overheid projecten die de informatiepositie van ouders versterken, zodat zij een weloverwogen keuze kunnen maken voor een veilige en kwalitatief goede kinderopvangvoorziening. Er is een wet in ontwikkeling, de Wet kinderopvang BES, die de kwaliteit en financiële toegankelijkheid van de kinderopvang verder moet verbeteren. Deze wet zal naar verwachting per 1 juli 2025 in werking treden.
De uitgaven voor kinderopvang zijn de komende jaren als volgt geraamd:
Jaar | Uitgaven (miljoenen euro) |
---|---|
2023 | N.v.t. |
2024 | 4.939,0 |
2025 | 5.561,980 |
2026 | 6.829,196 |
2027 | 7.421,350 |
2028 | 7.638,737 |
2029 | 7.850,086 |
De kwaliteit van kinderopvang is een belangrijk aandachtspunt. De Wet kinderopvang (Wko) stelt eisen aan de kinderopvangvoorzieningen om een goede kwaliteit te waarborgen. De Gemeentelijke Gezondheidsdiensten (GGD) houden in opdracht van gemeenten toezicht op de naleving van deze eisen.
De Wet kinderopvang BES zal naar verwachting de kwaliteit verder verbeteren door het stellen van aanvullende eisen en het verbeteren van de financiering en het toezicht. Het programma BES(t) 4 kids zal tot en met 2028 worden verlengd, met jaarlijks € 1,25 miljoen extra beschikbaar.
De personeelsbezetting in de kinderopvangsector is een uitdaging. In het tweede kwartaal van 2022 werkten er 117 duizend werknemers in de kinderopvang. Het aantal werknemers fluctueert, met periodes van groei en krimp. In 2010 waren er 96 duizend werknemers, en na enkele jaren van wisselende cijfers, steeg het aantal weer naar 117 duizend in 2022.
De volgende tabel geeft een overzicht van het aantal werknemers in de kinderopvang per kwartaal van 2010 tot 2018:
Jaar | Kwartaal | Werknemers (x 1 000) |
---|---|---|
2010 | 1e kwartaal | 96,0 |
2010 | 2e kwartaal | 97,5 |
2010 | 3e kwartaal | 100,5 |
2010 | 4e kwartaal | 101,1 |
2011 | 1e kwartaal | 104,7 |
2011 | 2e kwartaal | 105,5 |
2011 | 3e kwartaal | 105,9 |
2011 | 4e kwartaal | 105,6 |
2012 | 1e kwartaal | 103,8 |
2012 | 2e kwartaal | 101,1 |
2012 | 3e kwartaal | 98,6 |
2012 | 4e kwartaal | 96,3 |
2013 | 1e kwartaal | 94,2 |
2013 | 2e kwartaal | 89,9 |
2013 | 3e kwartaal | 85,0 |
2013 | 4e kwartaal | 82,4 |
2014 | 1e kwartaal | 81,6 |
2014 | 2e kwartaal | 80,3 |
2014 | 3e kwartaal | 79,4 |
2014 | 4e kwartaal | 79,0 |
2015 | 1e kwartaal | 78,0 |
2015 | 2e kwartaal | 78,0 |
2015 | 3e kwartaal | 78,0 |
2015 | 4e kwartaal | 78,3 |
2016 | 1e kwartaal | 78,9 |
2016 | 2e kwartaal | 79,8 |
2016 | 3e kwartaal | 80,9 |
2016 | 4e kwartaal | 81,9 |
2017 | 1e kwartaal | 82,9 |
2017 | 2e kwartaal | 84,6 |
2017 | 3e kwartaal | 86,1 |
2017 | 4e kwartaal | 87,3 |
2018 | 1e kwartaal | 88,7 |
2018 | 2e kwartaal | 90,4 |
2018 | 3e kwartaal | 92,8 |
2018 | 4e kwartaal | 94,6 |
De verantwoordelijkheid voor goed functionerende kinderopvang ligt bij verschillende partijen. Kinderopvangondernemers zijn verantwoordelijk voor het algemene functioneren van de voorziening, gastouderbureaus en gastouders voor de kwaliteit van gastouderopvang, en ouders voor de keuze van een geschikte voorziening. Ouders kunnen hun invloed uitoefenen via oudercommissies.
De kinderopvangsector in Nederland staat voor uitdagingen op het gebied van marktstructuur, financiering en personeelsbezetting. De toename van private equity in de sector roept vragen op over de focus op winst versus kwaliteit en toegankelijkheid. De overheid speelt een cruciale rol in de financiering en het toezicht, met als doel de kwaliteit te waarborgen en de kinderopvang betaalbaar te houden voor werkende ouders. De Wet kinderopvang BES zal naar verwachting een positieve bijdrage leveren aan de verdere ontwikkeling van de sector.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet