Toezicht op Kinderopvang: Kwaliteit en Veiligheid voor Kinderen
september 5, 2025
De financiering van kinderopvang is een complex systeem, waarbij zowel ouders, de Belastingdienst als gemeenten een rol spelen. Dit artikel biedt een overzicht van de gemeentelijke tegemoetkoming voor kinderopvangskosten, met name gericht op situaties waarin ouders geen recht hebben op de volledige kinderopvangtoeslag of behoefte hebben aan aanvullende compensatie. De informatie is gebaseerd op regelgeving en beleid van gemeenten en de Belastingdienst.
De kinderopvangtoeslag, uitgekeerd door de Belastingdienst, is bedoeld om de kosten van kinderopvang te verlichten. Echter, zelfs na ontvangst van deze toeslag kan er voor ouders een eigen bijdrage overblijven. De hoogte van deze bijdrage is afhankelijk van verschillende factoren, waaronder het inkomen van de ouders en de uurprijs van de kinderopvang. De tegemoetkoming die door gemeenten wordt verstrekt, is bedoeld om deze resterende eigen bijdrage te compenseren.
Gemeenten kunnen verschillende regelingen hebben om de eigen bijdrage in de kinderopvang te compenseren. Een belangrijke doelgroep betreft ouders met een gering inkomen, gedefinieerd als een inkomen lager dan 150% van de van toepassing zijnde inkomensnorm. Voor deze groep kunnen alle kosten van de kinderopvang worden vergoed, waardoor er geen eigen bijdrage resteert. Dit geldt uiteraard onder de voorwaarde dat aan overige criteria, zoals een maximale uurprijs en een maximum aantal noodzakelijke uren kinderopvang, wordt voldaan.
De inkomensnormen worden jaarlijks geïndexeerd, in lijn met de bijstandsnormen, per 1 januari en 1 juli. Bij de vaststelling van de inkomensnormen wordt geen rekening gehouden met de kostendelersnorm. Dit betekent dat de normen onafhankelijk zijn van de samenstelling van het huishouden.
Een andere doelgroep betreft ouders die, ondanks een kinderopvangtoeslag, toch een aanzienlijke eigen bijdrage hebben. In sommige gemeenten wordt ervoor gekozen om deze eigen bijdrage geheel voor hun rekening te nemen, met als doel actieve ouders niet te confronteren met meerkosten tijdens een traject naar werk of uitstroom uit de bijstand.
Voor gezinnen die geen recht hebben op de kinderopvangtoeslag van de Belastingdienst, kan er sprake zijn van een Sociaal Medische Indicatie (SMI). Een SMI wordt verstrekt door de gemeente en kan een tijdelijke vergoeding voor de kosten van kinderopvang mogelijk maken. De noodzaak voor kinderopvang op basis van een SMI wordt vastgesteld aan de hand van een verklaring van een onafhankelijk hulpverlener. Het dagelijks bestuur van de gemeente beoordeelt de aanvraag en kan nader advies inwinnen bij betrokken hulpverleningsinstanties.
De hoogte van de tegemoetkoming wordt berekend op basis van de Kinderopvangtoeslagtabel van de Belastingdienst, op het moment van aanvraag of feitelijke aanvang van de kinderopvang, met een maximum van drie maanden voorafgaande aan de aanvraag. Bij de vaststelling wordt de maximale uurprijs gehanteerd die door de Belastingdienst wordt vastgesteld. Indien de gekozen opvangvorm duurder is dan deze maximale uurprijs, komt het verschil voor rekening van de ouder.
Voor aanvragen op basis van een gering inkomen geldt dat de tegemoetkoming hetzelfde blijft, ongeacht kleine wijzigingen in het inkomen door loonontwikkelingen. Eenmaal vastgesteld, blijft de tegemoetkoming doorgaans vastgesteld, zelfs als de periode van kinderopvang het kalenderjaar overstijgt.
Naast de gemeentelijke tegemoetkoming kan er in bepaalde gevallen recht bestaan op compensatie van de Belastingdienst, bijvoorbeeld bij een onterechte verlaging of stopzetting van de kinderopvangtoeslag. Deze compensatie kan bestaan uit rente over de te compenseren toeslag, een vergoeding voor materiële schade (25% van de te compenseren toeslag) en een vergoeding voor immateriële schade, zoals stress en emoties. De hoogte van de vergoeding voor immateriële schade is vastgesteld op € 500 per half jaar, met een maximum gelijk aan de te compenseren toeslag. De berekening van de vergoeding voor immateriële schade start vanaf de datum van de eerste onterechte verlaging van de kinderopvangtoeslag.
De aanvraag voor een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang op grond van een sociaal medische indicatie wordt ingediend bij het dagelijks bestuur van de gemeente middels een vastgesteld aanvraagformulier. Bij de aanvraag moeten relevante bescheiden worden overgelegd, waaronder een verklaring van een onafhankelijk hulpverlener die de sociaal-medische indicatie bevestigt. Het dagelijks bestuur kan aanvullend advies inwinnen bij betrokken hulpverleningsinstanties om de noodzaak en omvang van de kinderopvang te beoordelen.
De regelgeving rondom kinderopvangtoeslag en gemeentelijke tegemoetkomingen kan complex zijn en per gemeente verschillen. Het is belangrijk om de specifieke regels en voorwaarden van de gemeente waarin men woont te raadplegen. De informatie in dit artikel is gebaseerd op de beschikbare bronnen, maar kan aan verandering onderhevig zijn.
De gemeentelijke tegemoetkoming voor kinderopvangskosten is een belangrijke voorziening voor ouders die, ondanks de kinderopvangtoeslag, een aanzienlijke eigen bijdrage moeten betalen. De regelingen zijn gericht op het ondersteunen van ouders met een gering inkomen en het faciliteren van uitstroom naar werk. De aanvraagprocedure en de hoogte van de tegemoetkoming kunnen per gemeente verschillen, waardoor het raadzaam is om de lokale regelgeving te raadplegen. Daarnaast kan er in bepaalde gevallen recht bestaan op compensatie van de Belastingdienst bij onterechte verlaging of stopzetting van de kinderopvangtoeslag.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet