Veiligheid en Gezondheid in de Kinderopvang: Een Overzicht van Eisen en Richtlijnen
september 5, 2025
De inzet van zzp’ers in de kinderopvangsector is de afgelopen tijd drastisch veranderd. Vrijwel de gehele branche heeft besloten te stoppen met het inhuren van zelfstandige kinderopvangmedewerkers, voornamelijk vanwege strengere regels omtrent schijnzelfstandigheid en interne overwegingen met betrekking tot kwaliteit en personeelsbeleid. Deze ontwikkeling heeft consequenties voor zowel de kinderopvangorganisaties als de ouders die gebruikmaken van deze diensten.
De verschuiving weg van zzp’ers is voornamelijk een reactie op strengere controles door de Belastingdienst. De dienst voert een campagne waarin expliciet wordt gesteld dat een kinderopvangmedewerker in loondienst zou moeten zijn. Dit is gebaseerd op het Deliveroo-arrest uit 2023, waarin de Hoge Raad negen gezichtspunten heeft vastgesteld om te bepalen of er sprake is van een arbeidsovereenkomst of een opdrachtovereenkomst. In de kinderopvang, waar een hoge mate van inbedding en aansturing binnen de organisatie bestaat, is het risico op schijnzelfstandigheid groot.
Babilou Family was de eerste grote kinderopvangondernemer die aankondigde te stoppen met de inhuur van zzp’ers, per 1 januari 2025. Inmiddels hebben vrijwel alle organisaties dit voorbeeld gevolgd, tot tevredenheid van brancheorganisatie BK, die al jaren op dit standpunt staat.
Naast de juridische aspecten, zijn er ook interne argumenten die de beslissing om te stoppen met zzp’ers onderbouwen. Een belangrijk punt is de kwaliteit van de opvang. Vaste gezichten op de groep worden als wenselijk beschouwd, zowel vanuit pedagogisch oogpunt als conform de wettelijke voorschriften. ZZP’ers worden gezien als een factor die de continuïteit en stabiliteit van de groep negatief beïnvloedt.
Ook de kosten spelen een rol. ZZP’ers worden vaak als duurder ervaren dan vaste medewerkers, terwijl ze tegelijkertijd minder uren werken, wat leidt tot een vermindering van de beschikbare arbeidskrachten.
Daarnaast is er sprake van ontevredenheid onder het vaste personeel. Zij ervaren een oneerlijkheid in de verdeling van taken en beloning. ZZP’ers worden vaak ingezet voor de minder belastende taken, terwijl ze wel een hoger uurloon ontvangen. Dit kan leiden tot demotivatie en een negatieve sfeer binnen de organisatie.
Een directeur van een kinderopvangorganisatie stelt dat de inzet van zzp’ers schadelijk is voor het moreel van de organisatie. Vaste collega’s ervaren het als oneerlijk dat zzp’ers een hoger uurloon ontvangen zonder de lastige en belangrijke taken, zoals oudercontacten, te hoeven uitvoeren.
Het stoppen met zzp’ers heeft directe gevolgen voor de operationele capaciteit van de kinderopvangorganisaties. Sommige organisaties hebben tijdelijk een plaatsingsstop moeten invoeren, wat betekent dat nieuwe aanmeldingen niet direct geaccepteerd kunnen worden. Dit is voor ouders die al lang op zoek zijn naar een plek, een frustrerende situatie.
Om de continuïteit te waarborgen, worden in sommige gevallen uitzendbureaus ingeschakeld. Echter, ook hier zijn beperkingen. ZZP’ers hebben de mogelijkheid om zelf hun diensten te kiezen en pikken vaak de beste tijden eruit, waardoor het voor vaste medewerkers lastiger wordt om een evenwichtig rooster te hebben.
Organisaties proberen de personeelstekorten op te vangen door te investeren in hun vaste medewerkers. Zo worden er bijvoorbeeld meer managers aangesteld om de afstand tussen leidinggevenden en pedagogisch medewerkers te verkleinen, en worden er extra financiële beloningen uitgereikt om de loyaliteit en flexibiliteit van het personeel te waarderen.
De veranderingen in de kinderopvangsector hebben ook directe gevolgen voor de ouders. Door de verminderde capaciteit kunnen ouders te maken krijgen met wachtlijsten en het uitvallen van groepen. Sommige ouders ontvangen berichten dat hun kind mogelijk op bepaalde dagen thuis moet blijven.
Kinderopvangorganisaties zijn genoodzaakt om met ouders in gesprek te gaan over de mogelijkheden om de opvang te verminderen of aan te passen. Dit kan leiden tot ongemak en extra kosten voor ouders die afhankelijk zijn van flexibele opvang, bijvoorbeeld omdat ze in de zorg werken.
Daarnaast worden de tarieven voor kinderopvang verhoogd. Flexibele opvang wordt duurder, in de hoop dat ouders kiezen voor een vaste dag. Ook het reguliere tarief wordt verhoogd om de stijgende kosten te compenseren.
Ouders uiten hun bezorgdheid en frustratie over de situatie. Ze vrezen voor de continuïteit van de opvang en de impact op hun werk en privéleven.
De transitie naar een kinderopvangsector zonder zzp’ers is niet zonder problemen. Uitzendbureaus kunnen een tijdelijke oplossing bieden, maar ook hier zijn beperkingen. De focus ligt nu op het aantrekken en behouden van vaste medewerkers.
De kinderopvangbranche is niet de enige sector die te maken heeft met de problematiek rondom zzp’ers en schijnzelfstandigheid. Ook in de zorg en het onderwijs spelen vergelijkbare discussies. De afname van zzp’ers in deze sectoren is een trend die zich waarschijnlijk zal voortzetten.
De toekomst van de kinderopvangsector zal afhangen van de investeringen in het personeel en de zoektocht naar duurzame oplossingen voor de personeelstekorten. Het is essentieel dat er voldoende gekwalificeerde en gemotiveerde medewerkers beschikbaar zijn om de kwaliteit van de opvang te waarborgen.
De beslissing om te stoppen met de inhuur van zzp’ers in de kinderopvang is een gevolg van strengere regels omtrent schijnzelfstandigheid en interne overwegingen met betrekking tot kwaliteit en personeelsbeleid. Deze ontwikkeling heeft consequenties voor zowel de kinderopvangorganisaties als de ouders. Organisaties worstelen met capaciteitsproblemen en stijgende kosten, terwijl ouders te maken krijgen met wachtlijsten, hogere tarieven en minder flexibele opvangmogelijkheden. De transitie naar een kinderopvangsector zonder zzp’ers vereist investeringen in het personeel en de zoektocht naar duurzame oplossingen voor de personeelstekorten om de kwaliteit van de opvang te waarborgen.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet