Gezond Trakteren op de Kinderopvang: Tips en Ideeën voor een Verantwoord Feestje
september 5, 2025
De kinderopvangsector ondergaat een significante verschuiving, waarbij de inzet van zelfstandige pedagogisch medewerkers (PM’ers), ook wel zzp’ers genoemd, drastisch afneemt. Deze verandering is voornamelijk een gevolg van strengere handhaving van de wet DBA door de Belastingdienst, die het risico op schijnzelfstandigheid in de kinderopvang als groot beoordeelt. Dit artikel beschrijft de achtergrond van deze ontwikkeling, de gevolgen voor zzp’ers en kinderopvangorganisaties, en de mogelijkheden voor een toekomst in loondienst.
In 2024 werkten ongeveer 10% van de medewerkers in de kinderopvang als zzp’er, wat neerkomt op ongeveer 17.000 zelfstandigen. Dit betrof naar schatting 90.000 kinderen die onder de hoede waren van zzp’ers, goed voor ongeveer 6 miljoen kinderopvanguren per maand. Echter, de verwachting is dat dit aantal sterk zal afnemen. Kinderopvangorganisaties, zoals Babilou Family, hebben publiekelijk aangekondigd te stoppen met het inhuren van zzp’ers, en vele anderen volgen dit voorbeeld. Een schatting van ABN AMRO wijst op een afname van 70% in de inzet van zzp’ers in de dagopvang en buitenschoolse opvang.
De verschuiving wordt gedreven door de handhaving van de wet DBA, die gericht is op het tegengaan van schijnzelfstandigheid. De Belastingdienst beschouwt een PM’er in de kinderopvang als een werknemer vanwege de hoge mate van inbedding en aansturing binnen de organisatie. Het Deliveroo-arrest uit 2023 van de Hoge Raad, met negen gezichtspunten, speelt een leidende rol in deze beoordeling.
Het risico op schijnzelfstandigheid is aanzienlijk in de kinderopvang. Dit betekent dat een PM’er formeel als zelfstandige werkt, maar in de praktijk functioneert als een werknemer. Factoren die hieraan bijdragen zijn onder andere de mate van integratie in de organisatie, de aansturing door de werkgever, en het ontbreken van zelfstandigheid in de onderneming.
De Belastingdienst heeft criteria opgesteld om te bepalen of er sprake is van een arbeidsovereenkomst (werknemer) of een opdrachtovereenkomst (zzp’er). Publicaties zoals ‘Arbeidsrelaties: zzp - ja of nee’ bieden een overzicht van deze criteria. Om te controleren of men fiscaal gezien nog als ondernemer wordt behandeld, kan de tool ‘Checken of ik ondernemer ben voor de inkomstenbelasting’ gebruikt worden.
Voor PM’ers biedt loondienst diverse voordelen ten opzichte van zzp. Deze voordelen omvatten:
Voor zzp’ers in de regio Haaglanden biedt Zo Kinderopvang een alternatief in de vorm van een regionale flexpool. Dit combineert de vrijheid van zelfstandigheid met de zekerheid van loondienst. PM’ers in de flexpool bepalen zelf waar en wanneer ze werken, en kunnen kiezen voor een locatie dicht bij huis of die aansluit bij hun persoonlijke voorkeuren.
De flexpool biedt een bruto salaris tussen €2.577,- en €3.541,- op basis van 36 uur, een flexbonus bij overstap, en de mogelijkheid om zelf het aantal uren en de contractvorm te bepalen.
De verschuiving van zzp naar loondienst heeft ook gevolgen voor de kinderopvangsector als geheel. Organisaties die voorheen afhankelijk waren van zzp’ers, moeten nu investeren in het aantrekken en behouden van vaste medewerkers. Dit kan leiden tot hogere personeelskosten, maar ook tot een verbetering van de kwaliteit van de opvang door de aanwezigheid van vaste gezichten.
De brancheorganisaties zijn over het algemeen positief over de afname van zzp’ers, omdat zij dit zien als een verbetering van de kwaliteit en professionaliteit van de kinderopvang. Het is belangrijk om vaste gezichten op de groep te hebben, wat ook wettelijk vereist is.
Het aanbod aan kinderopvang in Nederland bestaat uit dagopvang (0-4 jaar), buitenschoolse opvang (4-12 jaar) en gastouderopvang. In 2024 maakten ongeveer 383.000 kinderen maandelijks gebruik van dagopvang, 458.000 van buitenschoolse opvang en 75.000 van een betaalde gastouder. In totaal maken 916.000 kinderen maandelijks gebruik van kinderopvangtoeslag.
Gemiddeld gaan kinderen die naar de opvang gaan, zo’n twee dagen per week. Voor de dagopvang is dit gemiddeld 91,6 uur per maand, voor de buitenschoolse opvang 43,1 uur per maand. De totale omvang van de kinderopvangmarkt bedraagt bijna 60 miljoen uur per maand, waarvan 59% dagopvang, 33% buitenschoolse opvang en 8% gastouderopvang.
In de gastouderopvang is het risico op schijnzelfstandigheid relatief laag, omdat gastouders meestal thuis en voor eigen rekening werken, zonder directe aansturing door een organisatie. Van de 17.000 zzp’ers die eind 2024 in de kinderopvang werkzaam waren, werkten naar schatting 7.500 als gastouder. De afname van zzp’ers concentreert zich voornamelijk op de dagopvang en buitenschoolse opvang, die samen 92% van de kinderopvangmarkt vertegenwoordigen.
Zzp’ers in de kinderopvang moeten zich voorbereiden op de verandering door te beoordelen of zij nog als zelfstandige kunnen blijven werken, of dat zij in loondienst worden gezien. Het is raadzaam om de criteria voor zelfstandigheid te bestuderen en eventueel een modelovereenkomst te gebruiken die door de Belastingdienst is goedgekeurd.
Kinderopvangorganisaties moeten zich voorbereiden op de verandering door te investeren in het aantrekken en behouden van vaste medewerkers, en door de processen voor het aanstellen van personeel te optimaliseren.
De verschuiving van zzp naar loondienst in de kinderopvang is een gevolg van strengere handhaving van de wet DBA en het risico op schijnzelfstandigheid. Deze verandering heeft gevolgen voor zowel zzp’ers als kinderopvangorganisaties. Voor zzp’ers biedt loondienst voordelen zoals financiële zekerheid en secundaire arbeidsvoorwaarden. Voor kinderopvangorganisaties kan het leiden tot hogere personeelskosten, maar ook tot een verbetering van de kwaliteit van de opvang. Het is belangrijk voor alle betrokkenen om zich voor te bereiden op deze verandering en de mogelijkheden te benutten die de nieuwe situatie biedt.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet