Kinderopvang: Toegankelijkheid, Betaalbaarheid en Ondersteuning voor Kwetsbare Gezinnen
september 5, 2025
De kinderopvangsector staat onder toenemende aandacht, niet alleen vanwege de groeiende behoefte aan opvang, maar ook vanwege de financiële structuren die de sector bepalen. Dit artikel belicht de huidige stand van zaken, de invloed van investeerders, en de potentiële gevolgen voor de kwaliteit, toegankelijkheid en ontwikkeling van kinderen, gebaseerd op recent onderzoek en rapporten.
De afgelopen jaren is een gestage groei te zien in het aantal kinderen dat gebruik maakt van kinderopvang. Inmiddels wordt aan bijna 900.000 kinderen opvang aangeboden, en deze trend zet door. Tegelijkertijd stijgen ook de uurtarieven voor zowel de buitenschoolse opvang (BSO) als de dagopvang. In het derde kwartaal van 2023 bedroegen de gemiddelde uurtarieven respectievelijk € 8,43 en € 9,48. De totale omzet van de sector is gestegen tot circa 6 miljard euro.
Het huidige financieringsstelsel van de kinderopvang is complex, waarbij een groot deel van de kosten wordt gedekt door werkgevers, de overheid en ouders via de kinderopvangtoeslag. Het kabinet heeft plannen om het systeem te vereenvoudigen door over te stappen op directe financiering en de opvang voor 95% gratis te maken. Deze plannen zijn echter onderwerp van discussie, gezien de potentiële maatschappelijke effecten.
Onderzoek van het Centraal Planbureau (CPB) en het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) wijst uit dat het voorgenomen kabinetsplan voor (bijna) gratis kinderopvang beperkte positieve effecten heeft op de arbeidsparticipatie van ouders en de ontwikkeling van kinderen. Sterker nog, er bestaat een risico dat het plan op korte termijn een ongunstig effect heeft op de kwaliteit van de kinderopvang en de toegankelijkheid ervan voor gezinnen met een laag inkomen. Voor deze gezinnen kan de opvang juist duurder worden, wat de kansengelijkheid kan ondermijnen.
De planbureaus concluderen dat het verstandig is om het plan te heroverwegen, met speciale aandacht voor de effecten op de ontwikkeling van kinderen en het bevorderen van kansengelijkheid. De meeste winst op het gebied van ontwikkeling wordt behaald bij kinderen die opgroeien in minder gunstige omstandigheden, zoals kinderen met een taalachterstand. Deze kinderen behoren vaak tot de lagere inkomensgroepen en zouden juist moeten profiteren van kinderopvang, maar dreigen door het nieuwe plan buitengesloten te worden.
Een groeiend deel van de kinderopvangsector is in handen van grote investeerders en private equity-partijen. Het aandeel van de sector dat in handen is van deze investeerders is de afgelopen jaren opgelopen tot ongeveer 15%. Deze investeerders kopen kleinere kinderopvangorganisaties op om ze later met winst te verkopen.
De Branchevereniging Maatschappelijke Kinderopvang (BMK), die circa 40% van de markt vertegenwoordigt en zonder winstoogmerk werkt, is kritisch over de rol van investeerders. De BMK stelt dat investeerders niet thuis horen in de kinderopvang, omdat ouders mogen verwachten dat het geld dat zij betalen volledig wordt geïnvesteerd in hun kind en niet wordt uitgekeerd aan aandeelhouders of wordt onttrokken bij verkoop. Dit principe wordt in het onderwijs wel gehanteerd, en de BMK vindt dat dit ook in de kinderopvang zou moeten gelden.
Volgens de BMK kost de aanwezigheid van investeerders ouders, de branche en de overheid veel geld, geld dat beter geïnvesteerd zou kunnen worden in de kinderen zelf. Maatschappelijke kinderopvangorganisaties investeren al 100% in kinderen, wat aantoont dat een andere aanpak mogelijk is.
Er is een fundamenteel verschil in doelstelling tussen commerciële en maatschappelijke kinderopvangorganisaties. Commerciële organisaties hebben als primair doel geld verdienen, terwijl maatschappelijke organisaties de belangen van de kinderen voorop stellen. Dit verschil in focus kan leiden tot verschillende keuzes op het gebied van kwaliteit, personeel en investeringen.
Veel mensen vinden het onacceptabel dat scholen winst maken, maar accepteren dit wel in de kinderopvang. Dit verschil in perceptie is opvallend, en de discussie over de rol van winst in de kinderopvang is dan ook volop gaande.
In 2023 is een interessante verschuiving te zien in de verhouding tussen het gemiddelde uurtarief en de maximum uurprijs voor de kinderopvangtoeslag. Jarenlang steeg het gemiddelde uurtarief sneller dan de maximum uurprijs, maar in 2023 is dit omgekeerd. De Tweede Kamer heeft de maximum uurprijs tweemaal extra verhoogd, waardoor deze nu hoger is dan het gemiddelde uurtarief. Voor 2024 is de maximum uurprijs nogmaals verhoogd, wat de verwachting wekt dat het gemiddelde uurtarief nog dichter bij de maximum uurprijs zal komen.
De discussie over de financiering van de kinderopvang moet zich richten op het investeren in kwaliteit. Goede opvang, voorscholing en onderwijs zijn een investering in alle mensen en beginnen op jonge leeftijd. Deze investering betaalt zich altijd terug, zowel op individueel niveau als op maatschappelijk niveau.
Het is essentieel om te zorgen voor voldoende gekwalificeerd personeel, goede pedagogische programma's en een veilige en stimulerende omgeving voor kinderen. Dit vereist een stabiele en duurzame financiering van de sector, waarbij de belangen van de kinderen voorop staan.
De toekomst van de kinderopvang hangt af van de keuzes die we nu maken. Het is belangrijk om het fundamentele gesprek te voeren over de rol van winst in de sector en te bepalen of het normaal is dat organisaties met winstoogmerk een grote invloed hebben op de opvang van onze kinderen.
Het uitstellen van de invoering van de plannen voor (bijna) gratis kinderopvang biedt de kans om het plan te heroverwegen en te zorgen voor een financieringsstelsel dat de kwaliteit, toegankelijkheid en ontwikkeling van kinderen waarborgt. Het uitkopen van private equity-partijen door de regering kan een noodzakelijke stap zijn om de lange termijn investering in de sector te garanderen.
De kinderopvangsector staat voor uitdagingen op het gebied van financiering, toegankelijkheid en kwaliteit. De groeiende invloed van investeerders en private equity-partijen roept vragen op over de maatschappelijke doelen van de sector. Het is essentieel om te investeren in kwaliteit en kansengelijkheid, en om een financieringsstelsel te creëren dat de belangen van de kinderen voorop stelt. Een heroverweging van het huidige kabinetsplan, met aandacht voor de effecten op de ontwikkeling van kinderen en de toegankelijkheid voor gezinnen met een laag inkomen, is noodzakelijk.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet