Wijzigingen in Kinderopvang: Een Overzicht voor Ouders en Opvangorganisaties
september 5, 2025
De kosten van kinderopvang kunnen een aanzienlijke financiële last vormen voor ouders. De overheid biedt ondersteuning in de vorm van kinderopvangtoeslag, een regeling die een deel van deze kosten vergoedt. Deze toeslag is bedoeld voor ouders die werken, studeren of een traject naar werk volgen. Dit artikel geeft een gedetailleerd overzicht van de kinderopvangtoeslag, de voorwaarden voor ontvangst, de hoogte van de vergoeding en recente ontwikkelingen met betrekking tot compensaties voor onterechte terugvorderingen.
Om in aanmerking te komen voor kinderopvangtoeslag, moeten aan een aantal voorwaarden worden voldaan. Allereerst moeten zowel de aanvrager als de partner (indien van toepassing) werkzaam zijn, een opleiding volgen of deelnemen aan een re-integratietraject. Daarnaast moet het kind gebruikmaken van een opvanglocatie die geregistreerd staat in het Landelijk Register Kinderopvang en Pedagogische Kwaliteit (LRKP). Het is essentieel dat de ouders (een deel van) de opvang zelf betalen en dat zij en het kind op hetzelfde adres zijn ingeschreven. De toeslag wordt verstrekt zolang het kind gebruikmaakt van de geregistreerde opvang, tot het moment dat het kind naar het voortgezet onderwijs gaat. Opvang tijdens de lunchpauze op school wordt echter niet vergoed.
De hoogte van de kinderopvangtoeslag is afhankelijk van verschillende factoren, waaronder het inkomen van de ouders, het aantal kinderen en het type kinderopvang. In 2025 wordt een maximum van 230 uur kinderopvang per maand vergoed. Het aantal uren dat daadwerkelijk wordt vergoed, is gerelateerd aan het aantal gewerkte contracturen van de minst werkende partner. Voor kinderdagverblijven geldt een vergoeding van 140% van het aantal gewerkte contracturen, met een maximum van 230 uur per maand per kind. Voor buitenschoolse opvang (BSO) wordt 70% van de gewerkte contracturen vergoed.
De overheid vergoedt een vast tarief per uur, afhankelijk van het type opvang: €10,71 per uur voor dagopvang, €9,52 per uur voor BSO en €8,10 per uur voor gastouderopvang (tarieven voor 2025). Als het uurtarief van de kinderopvang hoger is dan deze maximumtarieven, wordt over het verschil geen toeslag verstrekt.
De hoogte van de eigen bijdrage, het deel van de kosten dat ouders zelf moeten betalen, is afhankelijk van het inkomen. Ouders met een inkomen tot €29.400 kunnen tot 96% van de kosten vergoed krijgen. Tussen €29.400 en €159.200 varieert de vergoeding tussen 95% en 34%. Boven een inkomen van €159.200 is de minimale vergoeding 33%. Voor een persoonlijke schatting van de toeslag kunnen ouders gebruikmaken van de rekentool van de Belastingdienst.
In het verleden zijn er problemen voorgekomen met de kinderopvangtoeslag, waarbij ouders onterecht werden gevraagd om reeds ontvangen toeslag terug te betalen. De Belastingdienst heeft herstelregelingen ingesteld om deze situaties te corrigeren. Als ouders in het verleden onterecht kinderopvangtoeslag hebben moeten terugbetalen en dit bedrag nog niet volledig is voldaan, hoeven zij dit bedrag niet meer te betalen. Dit bedrag wordt afgetrokken van eventuele nog openstaande schulden.
Ook onterechte boetes die in het verleden zijn opgelegd en nog niet zijn betaald, worden kwijtgescholden. Daarnaast wordt gekeken naar eventuele kosten die de Belastingdienst heeft gemaakt om het geld te ontvangen, zoals kosten voor loonbeslag of aanmaningen. Deze invorderingskosten, inclusief eventuele rente, worden ook vergoed.
De totale compensatie wordt berekend door verschillende componenten op te tellen en van elkaar af te trekken. Eerst wordt het bedrag aan te compenseren kinderopvangtoeslag berekend, door het bedrag waar de ouders in het verleden recht op hadden (a) te vergelijken met het bedrag dat zij daadwerkelijk hebben ontvangen na de onterechte verlaging (b). Eventuele rente die over de onterecht teruggevorderde bedragen moest worden betaald (c) wordt hierbij opgeteld.
Vervolgens wordt gekeken naar onterechte boetes die zijn opgelegd (e) en de vergoeding voor materiële schade door deze boetes (25% van e). Daarnaast wordt een vergoeding toegekend voor immateriële schade, die echter niet hoger kan zijn dan het bedrag dat onterecht aan kinderopvangtoeslag moest worden terugbetaald.
Tot slot wordt er een vaste verhoging van 1% toegevoegd over het subtotaal. Dit is een standaard vergoeding voor de rente die ouders mogelijk misgelopen hebben, omdat zij de kinderopvangtoeslag niet hadden hoeven terugbetalen en het geld mogelijk hadden kunnen sparen.
Naast de compensatie voor onterechte terugvorderingen en boetes, kunnen ouders ook aanspraak maken op aanvullende vergoedingen. Dit betreft rente over de te compenseren kinderopvangtoeslag, een vergoeding voor materiële schade en een vergoeding voor immateriële schade. Ook kunnen eventuele kosten voor juridische hulp of administratieve kosten voor invordering worden vergoed.
Het is belangrijk op te merken dat de hoogte van de vergoedingen afhankelijk is van de specifieke situatie van de ouders. De berekening van de compensatie kan complex zijn en is gebaseerd op de individuele beschikkingen en de analyse van de Belastingdienst. Ouders die meer schade hebben geleden dan het bedrag dat zij als compensatie ontvangen, kunnen zich wenden tot de Commissie Werkelijke Schade om hun situatie te laten beoordelen.
De kinderopvangtoeslag is een belangrijke financiële ondersteuning voor ouders met kinderen in de kinderopvang. De hoogte van de toeslag is afhankelijk van het inkomen, het aantal kinderen en het type opvang. Recentelijk zijn er herstelregelingen ingesteld om ouders te compenseren voor onterechte terugvorderingen en boetes. De berekening van de compensatie kan complex zijn, maar de Belastingdienst biedt ondersteuning en informatie om ouders te helpen bij het aanvragen van de toeslag en het beoordelen van hun recht op compensatie. Het is raadzaam om de rekentool van de Belastingdienst te gebruiken voor een persoonlijke schatting en om bij vragen contact op te nemen met de Belastingdienst.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet