Veiligheid en Gezondheid in de Kinderopvang: Een Overzicht van Eisen en Richtlijnen
september 5, 2025
De kinderopvangsector staat bekend om toegewijd personeel, maar de fysieke en emotionele eisen van het werk kunnen leiden tot de wens om eerder te stoppen met werken. Verschillende mogelijkheden bestaan voor medewerkers in de kinderopvang om dit te realiseren, variërend van regelingen voor vervroegd uittreden tot het aanpassen van de pensioenleeftijd en het benutten van een levensfasebudget. Dit artikel biedt een overzicht van deze opties, gebaseerd op actuele informatie en afspraken binnen de sector.
Er zijn hoofdzakelijk drie verschillende manieren om eerder te stoppen met werken in de kinderopvang: het gebruikmaken van een regeling voor vervroegd uittreden (RVU), het eerder laten ingaan van het pensioen via PFZW, en het benutten van een levensfasebudget. De keuze voor de meest geschikte optie hangt af van de individuele situatie en de mogelijkheden die de werkgever en pensioenuitvoerder bieden.
De huidige tijdelijke regeling voor vervroegd uittreden is voortgekomen uit het pensioenakkoord van 2019 en loopt in principe af eind 2025. Echter, er is een nieuwe afspraak gemaakt om ook na 2025 een regeling te behouden voor werknemers die dit echt nodig hebben. Dit betekent dat vakbonden en werkgevers binnen de kinderopvangsector via de cao-onderhandelingen kunnen overeenkomen om medewerkers met een zwaar beroep drie jaar eerder met pensioen te laten gaan.
Bij de RVU-regeling ontvangen werknemers een bedrag dat vergelijkbaar is met een netto AOW-uitkering. Voor mensen in knellende financiële situaties is er in de structurele regeling ruimte voor een extra bedrag van maximaal 3600 euro bruto per jaar. Dit maakt de RVU-regeling toegankelijker voor werknemers met een lager inkomen of een laagaanvullend pensioen.
Om misbruik te voorkomen, is er een gerichte aanpak gekozen. RVU-afspraken binnen cao’s moeten een onderbouwde afbakening van de doelgroep bevatten, gericht op functies en werkzaamheden die als belastend worden beschouwd. Werkgevers en werknemers zullen een door het ministerie erkende derde partij inschakelen om deze afbakening te valideren. Daarnaast wordt onderzocht of wetgeving kan worden gebruikt om te waarborgen dat de regeling uitsluitend gericht is op werknemers met zwaar werk.
Naast de RVU-regeling is het ook mogelijk om het pensioen eerder te laten ingaan via PFZW, het pensioenfonds voor de zorg en welzijn. Wanneer dit mogelijk is, hangt af van de individuele pensioenopbouw en de voorwaarden van het pensioenfonds. Het eerder laten ingaan van het pensioen heeft echter financiële consequenties.
Het eerder stoppen met werken betekent een jaar minder pensioenopbouw. Bovendien moet het pensioen over een langere periode worden uitbetaald, omdat pensioenuitvoerders een levenslange uitkering moeten garanderen. Als schatting kan worden aangehouden dat voor ieder jaar dat het pensioen eerder wordt ingegaan, het bedrag ongeveer 8% lager wordt.
Het is raadzaam om de gevolgen van het eerder laten ingaan van het pensioen te laten berekenen door een adviseur of het pensioenfonds zelf. Zo kan de werknemer een weloverwogen beslissing nemen en de financiële impact inschatten.
Een derde mogelijkheid is het benutten van een levensfasebudget, hoewel de details hiervan niet verder worden uitgewerkt in de beschikbare informatie. Dit budget kan mogelijk worden ingezet om de overgang naar pensionering te vergemakkelijken.
De cao Kinderopvang bevat afspraken over diverse arbeidsvoorwaarden, waaronder salaris, pensioen, werktijden, arbeidsomstandigheden, verlofregelingen en veilig en gezond werken. Recente verbeteringen in de cao omvatten loonsverhogingen, een hogere eindejaarsuitkering, en regelingen voor min-uren die voor rekening van de werkgever komen bij sluiting of andere oorzaken buiten schuld van de werknemer.
Daarnaast zijn er afspraken gemaakt over een gezonde werkcultuur en menstruatiebeleid, inclusief de oproep aan werkgevers om gratis menstruatieproducten te verstrekken. Roosters moeten minimaal 21 dagen van tevoren bekend zijn, en last-minute wijzigingen zijn alleen toegestaan in uitzonderlijke situaties, zoals ziekte.
Het is belangrijk om het verschil te begrijpen tussen de AOW-leeftijd en de pensioenleeftijd. De AOW is een basispensioen dat iedereen ontvangt die in Nederland woont of werkt, zodra de AOW-leeftijd is bereikt. In 2025 ligt de AOW-leeftijd op 67 jaar.
Het ouderdomspensioen wordt meestal via de werkgever opgebouwd en wordt ontvangen zodra de pensioenleeftijd is bereikt. De pensioenleeftijd is gekoppeld aan de levensverwachting en stijgt vanaf 2028 naar 67 jaar en 3 maanden. De pensioenrichtleeftijd wordt bepaald door werkgever en werknemer of de vakbonden en is verbonden aan fiscale grenzen.
Het vervroegd opnemen van het pensioen heeft invloed op de hoogte van de AOW-uitkering en de belasting die betaald moet worden. Zolang de AOW-leeftijd nog niet is bereikt, wordt er naar verhouding meer belasting betaald over het pensioen. Het is daarom belangrijk om de fiscale gevolgen te overwegen en eventueel advies in te winnen.
Naast volledig stoppen met werken, kan ook worden overwogen om in deeltijd te gaan werken. In sommige sectoren bestaan er regelingen zoals de 80-90-100 regeling, die mogelijkheden bieden om geleidelijk aan minder te gaan werken. De voorwaarden van deze regelingen kunnen per sector verschillen.
Voordat een beslissing wordt genomen om eerder met pensioen te gaan, is het raadzaam om advies in te winnen bij een adviseur of het pensioenfonds. Zo kan de werknemer een goed inzicht krijgen in de financiële gevolgen en de juiste keuzes maken. Het is belangrijk om te weten hoeveel pensioen er misgelopen wordt en om de financiële situatie zorgvuldig te analyseren.
Er zijn verschillende mogelijkheden voor medewerkers in de kinderopvang om eerder te stoppen met werken, waaronder de RVU-regeling, het eerder laten ingaan van het pensioen via PFZW, en het benutten van een levensfasebudget. De keuze voor de meest geschikte optie hangt af van de individuele situatie en de mogelijkheden die de werkgever en pensioenuitvoerder bieden. Het is belangrijk om de financiële gevolgen zorgvuldig te overwegen en eventueel advies in te winnen voordat een beslissing wordt genomen. De verbeteringen in de cao Kinderopvang dragen bij aan betere arbeidsvoorwaarden en een gezondere werkcultuur, wat de duurzame inzetbaarheid van medewerkers kan bevorderen.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet