Gezond Voedingsbeleid in de Kinderopvang: Een Basis voor een Gezonde Leefstijl
september 5, 2025
De kinderopvangsector staat voor uitdagingen, met name op het gebied van personeelstekorten en werkdruk. Om deze problemen aan te pakken, zijn er diverse versoepelingen en aanpassingen doorgevoerd of worden deze overwogen. Deze veranderingen hebben betrekking op zowel gastouderopvang als reguliere kinderopvang, en zijn bedoeld om de kwaliteit en toegankelijkheid van de opvang te waarborgen, terwijl tegelijkertijd de administratieve lasten voor de aanbieders worden verminderd. Dit artikel geeft een overzicht van de belangrijkste ontwikkelingen, gebaseerd op recente informatie.
Het personeelstekort in de kinderopvang is een aanhoudend probleem. Minister Van Gennip heeft aangekondigd dat versoepelingen die zijn voorgesteld om dit tekort en de werkdruk te verminderen, per 1 januari 2024 ingaan. Branchepartijen hebben in de tussentijd gepleit voor een coulanceregeling. Er zijn echter geen plannen om de beroepskracht-kindratio aan te passen, aangezien de kwaliteit en veiligheid van de kinderen voorop staan. De focus ligt op het aanpassen van de kwaliteitseisen om deze effectiever te maken en beter aan te sluiten bij de praktijk, wat tevens kan bijdragen aan het verminderen van de werkdruk.
Een concrete aanpassing betreft de buitenschoolse opvang, waar vanaf 1 juli 2024 de beroepskracht-kindratio (BKR) mag worden berekend op het niveau van het kindercentrum in plaats van per stamgroep. Daarnaast wordt gewerkt aan het mogelijk maken van de inzet van anders gekwalificeerden in de buitenschoolse opvang. Tot 1 juli 2024 geldt een verruimde mogelijkheid om beroepskrachten in opleiding in te zetten, waarbij maximaal 50 procent van de formatie uit deze categorie mag bestaan (in plaats van de eerdere 33 procent). Er wordt begin 2024 een besluit genomen over het verlengen of terugdraaien van deze verruiming. Vanaf 1 juli 2024 mogen beroepskrachten in opleiding ook als vast gezicht worden ingezet. Deze aanpassingen zijn niet bedoeld om het aantal benodigde medewerkers te verminderen, maar om meer flexibiliteit in de roostering te creëren.
De gastouderopvang speelt een belangrijke rol in het Nederlandse kinderopvangstelsel, met jaarlijks ongeveer 75.000 kinderen die gebruikmaken van deze kleinschalige en flexibele vorm van opvang. Ouders kiezen vaak voor gastouderopvang vanwege onregelmatige werktijden. Sinds 2005 ontvangen ouders kinderopvangtoeslag voor gastouderopvang, wat destijds leidde tot een toename van het aantal gastouders. Echter, sinds 2010, toen strengere eisen werden gesteld aan de professionaliteit van gastouders en gastouderbureaus, is het aantal gastouders geleidelijk afgenomen.
Uit recent onderzoek blijkt dat gastouders om verschillende redenen stoppen: toenemende regeldruk, financiële motieven en persoonlijke omstandigheden, zoals pensionering. Opvallend is dat bijna een kwart van de huidige gastouders ouder is dan 60 jaar. Om het aanbod van gastouderopvang te behouden en te versterken, is in samenwerking met de sector een pakket aan maatregelen opgesteld.
Een belangrijk onderdeel van het pakket aan maatregelen is het verlagen van de regeldruk. Dit gebeurt door regels te schrappen of te versoepelen. Zo worden onder andere regels geschrapt met betrekking tot de locatie van het koppelingsgesprek of jaarlijkse voortgangsgesprek, die niet langer op de opvanglocatie hoeven plaats te vinden. De minister verkent samen met de sector de mogelijkheden om nog meer regels te schrappen of te versoepelen, waarbij de gevolgen en uitvoerbaarheid van deze wijzigingen zorgvuldig worden overwogen. Sommige voorgestelde wijzigingen kunnen onbedoelde neveneffecten hebben voor kinderen, ouders of het toezicht en de handhaving.
Daarnaast wordt er gewerkt aan het tegengaan van belemmeringen die voortkomen uit andere regelgeving. Zo werden de eisen met betrekking tot speeltoestellen als een grote bron van regeldruk ervaren. Een rechtelijke uitspraak in 2023 leidde tot onrust onder gastouders over het gebruik van speeltoestellen, omdat bleek dat de Warenwet Attractie- en Speeltoestellen (WAS) ook voor gastouders gold. Gelukkig zijn gastouders per 1 januari 2025 uitgezonderd van deze wetgeving voor speeltoestellen, kinderbedden en -boxen.
Het is belangrijk te benadrukken dat de minister en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) nauw samenwerken met de sector om de knelpunten te identificeren en oplossingen te vinden. Er zijn afspraken gemaakt met brancheorganisaties en toezichthouders om meer duidelijkheid te creëren en de ervaren regeldruk terug te dringen. Ook wordt de subsidieregeling voor groepshulpen goed gemonitord om te bepalen hoe vaak deze wordt gebruikt en of deze leidt tot een toename van het aantal ingezette groepshulpen.
Hoewel de ontwikkeling van het kinderopvangaanbod in krimpregio’s vergelijkbaar is met het landelijk beeld, kunnen regio’s te maken hebben met gebiedsspecifieke knelpunten en uitdagingen. De minister blijft in gesprek met gemeentebesturen en kinderopvangorganisaties om deze uitdagingen te bespreken en passende oplossingen te vinden.
De genomen maatregelen zijn bedoeld om de gastouderopvang te versterken en te zorgen dat ook in de toekomst kinderen en ouders gebruik kunnen blijven maken van deze kleinschalige en flexibele vorm van opvang. Onderzoek heeft aangetoond dat gastouders stoppen door een samenspel van factoren, waaronder wet- en regelgeving, financiële redenen en persoonlijke omstandigheden. Het is belangrijk dat gastouders zich gewaardeerd voelen en dat er meer bekendheid is over de gastouderopvang om meer mensen te interesseren voor dit beroep.
De mogelijkheid om beroepskrachten in opleiding in te zetten, is verlengd tot medio 2026. Dit biedt kinderopvangorganisaties meer flexibiliteit in de personeelsplanning. Omdat dit een wijziging van de Regeling Wet Kinderopvang vereist, is een internetconsultatie gestart om input van belanghebbenden te verzamelen.
De kinderopvangsector ondergaat aanzienlijke veranderingen om de uitdagingen van personeelstekorten en werkdruk aan te pakken. Door het versoepelen van regels, het vergroten van de flexibiliteit in de inzet van personeel en het verbeteren van de communicatie met de sector, wordt getracht de kwaliteit en toegankelijkheid van de kinderopvang te waarborgen. De focus ligt op het verminderen van de administratieve lasten voor aanbieders, zonder afbreuk te doen aan de veiligheid en het welzijn van de kinderen. De ontwikkelingen in de gastouderopvang, met name de vermindering van regeldruk en de uitzondering van de Warenwetregelgeving voor speeltoestellen, zijn belangrijke stappen in het behoud en de versterking van deze vorm van opvang.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet