Voor- en Vroegschoolse Educatie: Een Startpunt voor de Ontwikkeling van Uw Kind
september 5, 2025
De kinderopvangsector is voortdurend in beweging, mede door veranderende landelijke regelgeving en een focus op het verbeteren van de kwaliteit en veiligheid. Deze ontwikkelingen hebben invloed op zowel de exploitanten van kinderopvangcentra en gastouderbureaus als op de gemeentelijke handhaving. Dit artikel geeft een overzicht van recente wijzigingen in de wetgeving, de procedures bij overname en verhuizing, en de visie op handhaving binnen de kinderopvang, gebaseerd op actuele regelgeving en beleidsregels.
Voorheen bestonden er verschillen tussen de kwaliteitskaders voor kinderopvang en peuterspeelzaalwerk. Met de Wet harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk zijn deze verschillen opgeheven. Vanaf 2018 geldt er één nieuw kwaliteitskader voor zowel peuterspeelzaalwerk als kinderopvang. Dit betekent dat peuterspeelzalen per 1 januari 2018 zijn omgevormd tot kinderdagverblijven en moeten voldoen aan dezelfde kwaliteitseisen als kindercentra voor dagopvang en buitenschoolse opvang. Deze harmonisatie is een belangrijke stap geweest in het waarborgen van een uniforme kwaliteit van de opvang.
De Wet Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang (Wet IKK) heeft belangrijke wijzigingen doorgevoerd in de kwaliteitseisen. Deze zijn uitgewerkt in een besluit en een ministeriële regeling, die ingingen op 1 januari 2018, met enkele onderdelen die pas op 1 januari 2019 van kracht werden. Het besluit regelt onder andere het pedagogisch beleidsplan, veiligheid- en gezondheidsbeleid, mentorschap en de inzet van een pedagogisch beleidsmedewerker. Daarnaast is de beroepskracht-kind-ratio (BKR) geregeld. De pedagogische kwaliteit is versterkt door structurele scholing van pedagogische medewerkers en een betere mix van mbo- en hbo-functies op de werkvloer. De opvang van baby’s is verbeterd door meer tijd en aandacht per baby.
De regelgeving stelt kwaliteitseisen aan verschillende onderwerpen, waaronder:
De Wet kinderopvang (Wko) bepaalt dat de gemeente verantwoordelijk is voor het toezicht op en de handhaving van deze eisen. De GGD is bij wet aangewezen als toezichthouder voor kinderopvang. Het college heeft de directeur publieke gezondheid van de GGD aangewezen als toezichthouder. De Inspectie van het Onderwijs is de tweedelijns toezichthouder en controleert jaarlijks of de gemeente haar wettelijke taken met betrekking tot de registervoering en de uitvoering van het toezicht goed uitvoert.
Bij een overname van een kindercentrum of gastouderbureau is het van groot belang dat de oude en nieuwe eigenaar samen een overname goed regelen, om de continuïteit te waarborgen. Een houderwijziging moet worden ingediend via een door de rijksoverheid vastgesteld wijzigingsformulier, te vinden op www.rijksoverheid.nl en www.landelijkregisterkinderopvang.nl. De gemeente behandelt een overname als een nieuwe aanvraag, wat betekent dat er streng wordt getoetst aan de kwaliteitseisen, rekening houdend met de naleving van de eisen bij andere kinderopvangvoorzieningen en de handhavingshistorie van de nieuwe houder. Voor een overname worden leges in rekening gebracht, omdat het wordt behandeld als een nieuwe aanvraag met bijbehorend onderzoek. De nieuwe houder krijgt redelijkerwijs tijd om eventuele bestaande tekortkomingen op te heffen.
Bij een verhuizing van een kindercentrum of voorziening voor gastouderopvang geldt dat dit ook in behandeling moet worden genomen als een nieuwe aanvraag. Voor de oude locatie moet een wijzigingsverzoek tot intrekking van de toestemming tot exploitatie worden ingediend, terwijl voor de nieuwe locatie een aanvraag tot exploitatie moet worden ingediend.
Voor een gastouderbureau is de procedure bij verhuizing anders. Wettelijk is vastgelegd dat een gastouderbureau geen nieuwe aanvraag tot exploitatie hoeft in te dienen wanneer het vestigingsadres wijzigt. In dat geval volstaat een wijzigingsverzoek tot wijziging van het vestigingsadres. Indien de verhuizing naar een andere gemeente is, wordt het wijzigingsverzoek doorgestuurd naar de beoogde gemeente, die vervolgens een besluit neemt, eventueel na advies van de GGD.
Sinds 1 oktober 2017 hanteren gemeenten, waaronder Waalwijk, de werkwijze "Streng aan de Poort" in samenwerking met de GGD Hart voor Brabant. Dit geldt voor situaties waarin een aanvraag wordt gedaan voor een nieuwe houder, een nieuw gastouderbureau, een nieuw kindercentrum of een verhuizing van een kindercentrum. Deze werkwijze benadrukt de noodzaak van een grondige toetsing bij nieuwe aanvragen.
Wanneer geconstateerd wordt dat een kwaliteitseis niet wordt nageleefd, grijpt de gemeente actief in met een handhavingsmaatregel. Het doel van het handhavend optreden is de overtreding te laten herstellen en, indien nodig, te bestraffen met een bestuurlijke boete. Bij de afweging van de handhavingsmaatregel worden de feiten en omstandigheden waaronder de overtreding is begaan meegewogen.
Een afwegingsmodel wordt gebruikt om te bepalen of een boete kan worden opgelegd en de hoogte daarvan, de hoogte van een last onder dwangsom, en de maximale hersteltermijn.
De Wet kinderopvang is sinds 2005 van toepassing en het speelveld is sindsdien volop in beweging. Zo zijn er sinds 2018 geen peuterspeelzalen meer. Ook is in datzelfde jaar een personenregister kinderopvang ingevoerd om continue screening in de kinderopvang te versterken. Daarnaast is de wetgeving in 2018 en 2019 behoorlijk aangepast dankzij de Wet innovatie en kwaliteit kinderopvang. Er is hard gewerkt aan efficiënter toezicht en handhaving.
Sinds 2019 werkt de gemeente met herstelaanbod, wat heeft geleid tot intensiever contact tussen de GGD en de houder, en kortere lijnen. Ook is de gemeente gestart met "Streng aan de Poort". Gemeenten in de regio Land van Cuijk werken nauw samen en stemmen landelijke ontwikkelingen gezamenlijk af.
De gemeente heeft een duidelijke visie op handhaving: bij niet-naleving van kwaliteitseisen wordt actief ingegrepen. Het doel is de overtreding te laten herstellen en te bestraffen indien nodig. De feiten en omstandigheden waaronder de overtreding is begaan worden hierbij meegewogen.
De kinderopvangsector ondergaat voortdurend veranderingen, gedreven door nieuwe wetgeving en een focus op kwaliteit en veiligheid. De harmonisatie van kwaliteitseisen, de werkwijze "Streng aan de Poort", en de duidelijke visie op handhaving zijn belangrijke stappen in het waarborgen van een veilige en kwalitatief hoogwaardige opvang voor kinderen. Het is essentieel dat exploitanten van kinderopvangcentra en gastouderbureaus op de hoogte zijn van deze ontwikkelingen en zich hierop aanpassen om te voldoen aan de gestelde eisen. De gemeentelijke handhaving speelt hierin een cruciale rol, door toezicht te houden en in te grijpen bij overtredingen.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet