Veiligheid en Gezondheid in Peuterspeelzalen: Een Overzicht voor Ouders en Professionals

Peuterspeelzalen spelen een cruciale rol in de ontwikkeling van jonge kinderen. Het bieden van een veilige en gezonde omgeving is daarbij van het grootste belang. Deze omgeving draagt bij aan een goede en gezonde ontwikkeling van het kind. Dit artikel beschrijft de vereisten en beleidslijnen met betrekking tot veiligheid en gezondheid in peuterspeelzalen, gebaseerd op de geldende regelgeving.

Risico-inventarisatie en Beleid

Houders van peuterspeelzalen zijn verplicht om een risico-inventarisatie uit te voeren op het gebied van veiligheid en gezondheid. Deze inventarisatie is gericht op het identificeren van risico’s waaraan kinderen in de peuterspeelzaal kunnen worden blootgesteld, rekening houdend met het gedrag van kinderen. De risico-inventarisatie dient als basis voor het verbeteren van de omstandigheden en het stimuleren van adequaat risicomanagement door zowel personeel als kinderen.

Deze risico-inventarisatie vervangt echter niet de verplichtingen die voortvloeien uit andere wetgeving, zoals de Arbeidsomstandighedenwet en de Infectieziektenwet. Ook worden bestaande veiligheidsnormen, zoals brandveiligheidseisen, niet vervangen door deze inventarisatie. Het gebruik van de risico-inventarisatie gezondheid peuterspeelzalen van het Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid wordt aanbevolen, evenals de veiligheidsmanagement methode ontwikkeld door Stichting Consument en Veiligheid.

Het gevoerde beleid moet er op gericht zijn de veiligheid en gezondheid van de kinderen zoveel mogelijk te waarborgen. Dit beleid moet schriftelijk worden vastgelegd en omvat onder andere het pedagogisch beleid, waarin de visie op de ontwikkeling van kinderen en de omgang met hen is beschreven.

Kwaliteitseisen en Accommodatie

Naast de algemene eisen aan de kwaliteit van het peuterspeelzaalwerk, zijn er specifieke eisen met betrekking tot de accommodatie. De accommodatie moet hygiënisch en veilig zijn, en de inrichting moet deugdelijk zijn en voldoen aan wettelijke eisen.

Er gelden specifieke eisen aan de oppervlakte van de speelruimte. Voor elk kind moet minimaal 3,5 m2 bruto-oppervlakte aan binnenspeelruimte beschikbaar zijn. Daarnaast is buitenspeelruimte vereist, met een bruto-oppervlakte van minimaal 4 m2 per kind, die voor de kinderen bereikbaar is.

Groepsgrootte en Personeel

De opvang van kinderen dient plaats te vinden in vaste groepen, in passend ingerichte, afzonderlijke ruimtes. In een groep mogen maximaal zestien kinderen gelijktijdig aanwezig zijn.

Het aantal beroepskrachten of begeleiders per groep moet aansluiten bij het ambitieniveau van de peuterspeelzaal. Bij een ambitieniveau van ‘spelen, ontmoeten, ontwikkelen, signaleren en ondersteunen’ zijn er in elke groep ten minste twee beroepskrachten aanwezig.

Informatie en Verantwoordelijkheid

Voorafgaand aan het aangaan van een overeenkomst tussen de houder van de peuterspeelzaal en de ouder, moet de ouder worden geïnformeerd over verschillende aspecten, waaronder:

• De plaatsingsprocedure en leveringsvoorwaarden.
• Het ambitieniveau van de peuterspeelzaal.
• Het te voeren beleid, inclusief het beleid inzake veiligheid en gezondheid, en het pedagogisch beleid.
• De wijze en frequentie van informatie-uitwisseling na plaatsing van het kind.
• De wijze waarop klachten worden behandeld.

De houder van de peuterspeelzaal is verantwoordelijk voor het naleven van deze eisen en het waarborgen van een veilige en gezonde omgeving voor de kinderen.

Verklaring Omtrent Gedrag

Personen die als beroepskracht of begeleider werkzaam zijn in een peuterspeelzaal, moeten in het bezit zijn van een verklaring omtrent het gedrag (VOG), afgegeven volgens de Wet justitiële gegevens. Deze verklaring moet aan de houder worden overgelegd voordat de werkzaamheden worden gestart en mag niet ouder zijn dan twee maanden. Indien er redelijkerwijs vermoed wordt dat een persoon niet langer voldoet aan de eisen voor het afgeven van een VOG, kan de toezichthouder verlangen dat een nieuwe verklaring wordt overgelegd.

Gemeentelijk Toezicht

Gemeenten kunnen toezichthouders aanwijzen die de naleving van de kwaliteitsregels controleren. Deze toezichthouders hebben de bevoegdheid om onderzoek te doen in de peuterspeelzaal.

Meldingsplicht en Registratie

Een houder die voornemens is een peuterspeelzaal te exploiteren, moet dit melden aan het college van burgemeester en wethouders. De exploitatie mag pas plaatsvinden nadat het college heeft vastgesteld dat de exploitatie redelijkerwijs zal plaatsvinden in overeenstemming met de bepalingen in de verordening kwaliteitsregels peuterspeelzaalwerk.

Conclusie

De regelgeving rondom peuterspeelzalen legt een duidelijke nadruk op het creëren van een veilige en gezonde omgeving voor jonge kinderen. Dit omvat een verplichte risico-inventarisatie, specifieke eisen aan de accommodatie, groepsgrootte en personeel, en een informatieplicht aan ouders. Het naleven van deze regels is essentieel voor het waarborgen van de kwaliteit van de opvang en de ontwikkeling van de kinderen. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij de houder van de peuterspeelzaal, met ondersteuning en toezicht van de gemeente.

Bronnen

1. lokaleregelgeving.overheid.nl