Registratie en Toezicht op Kinderopvang in Nederland
september 5, 2025
De organisatie van vakanties en verlof voor medewerkers in de kinderopvang is een complex onderwerp, gereguleerd door zowel wettelijke bepalingen als cao-afspraken. Dit artikel biedt een overzicht van de geldende regels en procedures, gebaseerd op beschikbare documentatie.
Volgens de Cao Kinderopvang heeft een medewerker met een voltijdbaan recht op 144 uur vakantie per kalenderjaar. Dit is het wettelijk minimum vakantieverlof, dat door de werkgever wordt doorbetaald. Het is de verantwoordelijkheid van zowel de medewerker als de werkgever om ervoor te zorgen dat deze vakantie-uren binnen het kalenderjaar worden opgenomen. Indien dit niet lukt, kunnen er in overleg andere afspraken worden gemaakt, maar in principe vervallen niet-opgenomen uren op 1 juli van het daaropvolgende jaar. De werkgever bepaalt, in overleg met de medewerker, de begin- en einddatum van de vakantie. Er wordt gestreefd naar minimaal twee aaneengesloten weken vakantie per kalenderjaar, en een verzoek voor drie aaneengesloten weken wordt door de werkgever serieus in overweging genomen, met een inspanning om dit voor alle medewerkers mogelijk te maken over meerdere jaren.
Naast het reguliere vakantieverlof bestaat er de mogelijkheid tot buitengewoon verlof voor medewerkers die betrokken zijn bij jeugd- en jongerenwerk. Dit verlof is bedoeld voor specifieke activiteiten zoals cursussen, jeugdkampen en kindervakantie-activiteiten. De regeling is echter niet van toepassing op onderwijsgevenden.
Om in aanmerking te komen voor buitengewoon verlof, is het belangrijk om de definities van de verschillende activiteiten te kennen:
Buitengewoon verlof kan worden verleend voor de volgende activiteiten:
De duur van het buitengewoon verlof is afhankelijk van de activiteit:
Een aanvraag om buitengewoon verlof moet ten minste twee maanden voor aanvang van de activiteit worden ingediend. De aanvraag dient namens de werknemer te worden ingediend door het bestuur van de organiserende instantie (landelijke organisatie, gemeentelijke instantie, etc.).
De huidige regeling is een actualisering van eerdere regelingen, die in het verleden voornamelijk gericht waren op verlof voor het assisteren bij langdurige zomerkampen. Door de toename van activiteiten tijdens andere vakantieperiodes en de veranderende terminologie (van "jeugdwerk" naar "jeugd- en jongerenwerk" en "jeugdleider" naar "vrijwillig medewerkende") is de regeling aangepast om beter aan te sluiten bij de huidige praktijk.
Voor ambtenaren geldt een specifieke vakantieregeling. Een ambtenaar met een volledige betrekking heeft recht op ten minste 158,4 uur vakantie per kalenderjaar. Dit aantal dagen kan worden verhoogd op basis van diensttijd en leeftijd:
Het is van belang op te merken dat de belangen van de dienst altijd voorop staan bij de beoordeling van een aanvraag om buitengewoon verlof. De werkgever kan een aanvraag afwijzen indien de afwezigheid de dienstverlening in gevaar brengt.
De vakantieregelingen en de mogelijkheden voor buitengewoon verlof voor medewerkers in de kinderopvang zijn vastgelegd in de Cao Kinderopvang en aanvullende regelingen. Het is essentieel dat medewerkers en werkgevers op de hoogte zijn van deze regels en procedures om een eerlijke en transparante behandeling van verlofaanvragen te waarborgen. De regeling voor buitengewoon verlof biedt waardevolle ondersteuning aan medewerkers die zich vrijwillig inzetten voor jeugd- en jongerenwerk, en draagt bij aan de kwaliteit van de aangeboden activiteiten.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet