Kinderopvangtoeslag en Tegemoetkomingen: Een Overzicht voor Ouders
september 5, 2025
De vaccinatiegraad in Nederland daalt, wat zorgen baart over de verspreiding van infectieziekten zoals mazelen. Dit heeft geleid tot discussies over de mogelijkheid van een vaccinatieplicht voor kinderen in de kinderopvang. Verschillende perspectieven worden ingenomen, variërend van de legitimiteit van een dergelijke verplichting tot de potentiële gevolgen voor de individuele vrijheid en de bereikbaarheid van de opvang. Dit artikel belicht de argumenten voor en tegen een vaccinatieplicht, gebaseerd op beschikbare informatie.
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) adviseert een vaccinatiegraad van minimaal 95% voor bof, mazelen en rodehond (BMR-prik) en minimaal 90% voor andere vaccinaties. In Nederland lag de vaccinatiegraad tot 2022 boven de 90%, maar is sindsdien gedaald. In 2023 bedroeg de vaccinatiegraad 83,6% en in 2024 83,1% (RIVM). Deze daling roept bezorgdheid op, aangezien een lagere vaccinatiegraad de kans op uitbraken van infectieziekten vergroot. De geregistreerde vaccinatiegraad kan lager zijn dan de werkelijke graad door Europese privacyregels die leiden tot anonieme vaccinatiegegevens.
D66 en VVD hebben een initiatiefwet opgesteld die het mogelijk maakt om kinderen alleen toe te laten tot de kinderopvang als zij voldoen aan het Rijksvaccinatieprogramma, wanneer de vaccinatiegraad onder een bepaalde grens zakt. Het wetsvoorstel stelt dat wanneer de vaccinatiegraad lager is dan 92%, kinderen alleen de opvang in mogen als ze meedoen aan het Rijksvaccinatieprogramma. De initiatiefnemers benadrukken dat ouders de keuze behouden om hun kind al dan niet te laten vaccineren, maar dat er consequenties verbonden zijn aan deze keuze. Daarnaast wordt voorgesteld dat medewerkers van de kinderopvang minimaal gevaccineerd moeten zijn tegen bof, mazelen, rodehond en kinkhoest.
Volgens rechtsfilosoof Roland Pierik (Universiteit van Maastricht) is een vaccinatieplicht voor de kinderopvang juridisch te verdedigen. Hij stelt dat wanneer er een groot risico bestaat door een lage vaccinatiegraad, vaccineren niet langer vrijblijvend hoeft te zijn. Pierik benadrukt dat het tegengaan van infectieziekten een collectief belang is waar de overheid verantwoordelijkheid voor draagt. Hij wijst erop dat de huidige vrijblijvendheid van vaccineren leidt tot individuele keuzes die negatieve gevolgen hebben voor de collectieve gezondheid.
De oorzaken van de dalende vaccinatiegraad zijn divers. Ethicus Theo Boer (Protestantse Theologische Universiteit) wijst op een groeiende groep mensen die gemakzuchtiger zijn en de vaccinatie uitstellen of vermijden. Hij benadrukt dat het niet altijd om ideologische of religieuze principes gaat, maar vaak om praktische redenen zoals gebrek aan tijd of informatie. Boer waarschuwt dat het opleggen van een verplichting een deel van de bevolking kan afschrikken en tot verzet kan leiden.
Een belangrijk bezwaar tegen een vaccinatieplicht is de aantasting van de individuele vrijheid. Theo Boer vreest dat een verplichting ertoe kan leiden dat een deel van de bevolking zich afkeert van het systeem en niet meer meewerkt. Hij pleit voor betere voorlichting en onderzoek naar de redenen waarom mensen hun kinderen niet laten vaccineren, in plaats van dwangmaatregelen. Hij wijst erop dat vaccineren risico’s met zich mee kan brengen, hoewel het risico op ernstige bijwerkingen klein is en niet bewezen is dat vaccineren autisme veroorzaakt.
Het concept van collectieve immuniteit, ook wel groepsimmuniteit genoemd, is cruciaal in de discussie over vaccinatie. Collectieve immuniteit treedt op wanneer een voldoende groot deel van de bevolking gevaccineerd is tegen een ziekte, waardoor de verspreiding van de ziekte wordt gestopt. Dit beschermt niet alleen de gevaccineerde personen, maar ook degenen die niet gevaccineerd kunnen worden, zoals baby’s of mensen met bepaalde medische aandoeningen. Een dalende vaccinatiegraad bedreigt de collectieve immuniteit en vergroot de kans op uitbraken.
De kinderopvang wordt gezien als een belangrijke plek om de vaccinatiegraad te verhogen en kinderen te beschermen tegen infectieziekten. Door een vaccinatieplicht in te voeren, kan een groot aantal kinderen worden bereikt die om verschillende redenen niet gevaccineerd zijn. Dit kan de vaccinatiegraad omhoog brengen en daarmee ook de bescherming van kinderen, inclusief die van ouders met sterke bezwaren tegen vaccinatie.
Het Rijksvaccinatieprogramma biedt kinderen bescherming tegen dertien ernstige infectieziekten door middel van een serie prikken op specifieke leeftijden. De overheid probeert ouders te overtuigen om hun kinderen te laten vaccineren, maar deelname aan het programma is vrijwillig. De initiatiefnemers van de wetsvoorstel benadrukken dat het doel is om de kinderopvang een veilige plek te houden waar kinderen beschermd zijn tegen ernstige ziekten.
De discussie over een vaccinatieplicht in de kinderopvang draait om de afweging tussen individuele rechten en collectieve verantwoordelijkheid. Enerzijds hebben ouders het recht om zelf te beslissen over de gezondheid van hun kinderen. Anderzijds heeft de overheid de verantwoordelijkheid om de volksgezondheid te beschermen en de verspreiding van infectieziekten te voorkomen. Een vaccinatieplicht kan een inbreuk vormen op de individuele vrijheid, maar kan tegelijkertijd bijdragen aan de collectieve gezondheid en de bescherming van kwetsbare groepen.
De dalende vaccinatiegraad in Nederland vormt een serieuze bedreiging voor de volksgezondheid. Het voorstel van D66 en VVD om een vaccinatieplicht in te voeren voor de kinderopvang is een poging om de vaccinatiegraad te verhogen en de verspreiding van infectieziekten te voorkomen. Hoewel de juridische legitimiteit van een dergelijke verplichting wordt ondersteund, zijn er ook bezwaren vanuit het perspectief van individuele vrijheid en de potentiële afkeer van een deel van de bevolking. Een zorgvuldige afweging van de voor- en nadelen, evenals een open dialoog over de redenen achter de dalende vaccinatiegraad, is essentieel om tot een weloverwogen beslissing te komen.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet