Toezicht en Ontwikkelingen in de Kinderopvang Amsterdam-Amstelland
september 5, 2025
De kinderopvangsector in Nederland kampt met aanzienlijke personeelstekorten, wat leidt tot wachtlijsten, gesloten groepen en financiële druk op ouders. Deze situatie is niet nieuw, maar wordt verergerd door factoren zoals de toename van het aantal banen in de sector en plannen voor vrijwel gratis kinderopvang. Dit artikel geeft een overzicht van de huidige stand van zaken, de gevolgen voor ouders en de pogingen om het tekort aan te pakken, gebaseerd op beschikbare gegevens.
Er is sprake van een groot tekort aan personeel in de kinderopvang. Verschillende bronnen bevestigen dit probleem, waarbij meldingen komen van sluitingen van groepen, verscheurde contracten en gesloten locaties. De functie van kinderopvang als een essentieel instrument voor de arbeidsmarkt wordt hierdoor ondermijnd. Momenteel zijn er bijna 5000 openstaande vacatures in de sector.
De ernst van het tekort verschilt per regio. In Amsterdam bedraagt het tekort ongeveer 15% van het landelijke totaal. In Drenthe is de druk lager dan in andere delen van het land, met 1,8 openstaande vacatures per medewerker, terwijl het landelijk gemiddelde rond de 4 ligt. Noord-Holland en Zuid-Holland ervaren de grootste tekorten, met respectievelijk 6,4 en 4 openstaande vacatures per werkzoekende. Friesland en Utrecht kennen de minste druk.
Landelijk heeft 70,5% van de kinderdagopvanglocaties een wachtlijst, en bij 31,9% van deze locaties is er een wachtlijst voor alle dagen. Dit betekent dat een aanzienlijk deel van de ouders moeite heeft om een geschikte opvangplek te vinden voor hun kinderen.
Het personeelstekort in de kinderopvang heeft directe gevolgen voor ouders. De lange wachtlijsten dwingen ouders soms om minder te werken of zelfs te stoppen met hun baan. Dit heeft niet alleen financiële gevolgen voor de gezinnen, maar ook voor de arbeidsmarkt. De vakbond CNV waarschuwt dat in 2034 mogelijk 275.000 kinderen geen opvangplek meer zullen hebben als er geen maatregelen worden genomen. Vooral de buitenschoolse opvang (bso) zal hierdoor worden getroffen, met een verwachte tekort van 200.000 plekken, terwijl voor jongere kinderen in kinderdagverblijven het tekort 75.000 plekken zal bedragen.
Naast de problemen met het vinden van een plek, worden ouders ook geconfronteerd met hogere opvangkosten. In veel gemeenten ligt het uurtarief van de opvang hoger dan het maximale bedrag dat de kinderopvangtoeslag vergoedt, waardoor ouders het verschil zelf moeten bijbetalen. Assen is de duurste gemeente, waar ouders jaarlijks gemiddeld €401,76 kwijt zijn aan de kosten bovenop de toeslag. Ook in Hoogeveen, Meppel, Tynaarlo en Borger-Odoorn zijn de opvangkosten relatief hoog.
De toename van het aantal banen in de kinderopvang in de afgelopen vijf jaar (29.400 banen) heeft bijgedragen aan het tekort. De gestegen vraag naar kinderopvang, mede door overheidsbeleid dat gericht is op het stimuleren van arbeidsparticipatie, kan niet worden ingevuld met het huidige aantal personeelsleden. De plannen om de kinderopvang vrijwel gratis te maken, dreigen het probleem verder te verergeren, aangezien dit de vraag naar opvangplekken verder zal doen stijgen.
Er worden verschillende initiatieven genomen om het personeelstekort in de kinderopvang aan te pakken. In Amsterdam is een gezamenlijke wervingscampagne ontwikkeld, waarbij opleiders, brancheverenigingen, werkgevers, het arbeidsmarktfonds FCB, leerwerkbedrijven en gemeenten samenwerken. Het Werkgeversservicepunt en het Regionaal Werkcentrum Groot-Amsterdam begeleiden kandidaten die nog niet direct geschikt zijn voor de kinderopvang naar andere passende werkplekken.
Ook in Friesland wordt er gewerkt aan het aantrekken van nieuw personeel via het Ontwikkelpad Kinderopvang. De focus ligt hierbij op het investeren in de kinderopvang als een investering in de hele arbeidsmarkt, aangezien kinderopvangplekken essentieel zijn voor arbeidsparticipatie.
WSP regio Amersfoort probeert het tij te keren met het Ontwikkelpad Kinderopvang, door werkgevers te vinden die een werkplek of werkervaringsplek ter beschikking willen stellen.
Pedagogisch coaches merken dat de tekorten al voelbaar zijn en zien gaten in de roosters van sommige organisaties.
De capaciteit van kinderdagverblijven is in driekwart van de gemeenten minder dan 50 procent, wat betekent dat het aantal kinderen dat naar de opvang gaat minstens twee keer zo groot is als het aantal beschikbare plekken. Hoewel de meeste kinderen gemiddeld maar twee dagen per week in de opvang zitten, blijft de situatie stressvol voor werkende ouders.
De druk op de kinderopvang verschilt per gemeente. Gemeenten zoals Urk, Hardinxveld-Giessendam, Tholen en Barneveld hebben het zwaar.
Het tekort aan personeel in de kinderopvang is een ernstig probleem dat de toegankelijkheid en betaalbaarheid van kinderopvang in Nederland bedreigt. De gevolgen voor ouders zijn aanzienlijk, met lange wachtlijsten, hogere kosten en de noodzaak om soms minder te werken. Verschillende initiatieven worden genomen om het tekort aan te pakken, maar het is nog onduidelijk of deze voldoende zullen zijn om de groeiende vraag naar kinderopvang te kunnen bedienen, zeker gezien de plannen voor vrijwel gratis kinderopvang. Een gezamenlijke aanpak van overheid, gemeenten, kinderopvangorganisaties en opleiders is essentieel om de sector te versterken en de toekomst van de kinderopvang te waarborgen.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet