Veiligheid en Gezondheid in de Kinderopvang: Een Overzicht van Eisen en Richtlijnen
september 5, 2025
De financiering van kinderopvang in Nederland is een complex systeem, waarbij verschillende partijen een rol spelen: het Rijk, de gemeente, de werkgever en de ouders zelf. Dit artikel biedt een overzicht van de huidige financieringsstructuur, de beschikbare tegemoetkomingen en de verantwoordelijkheden van de betrokken partijen, gebaseerd op de beschikbare regelgeving en informatie.
Sinds de invoering van de Wet kinderopvang wordt de financiering van kinderopvang verdeeld over drie partijen: het Rijk (via de Belastingdienst), de ouders en de werkgever, of in specifieke gevallen de gemeente in plaats van de werkgever. Deze verdeling is bedoeld om de kosten van kinderopvang te spreiden en toegankelijkheid te bevorderen.
Om de kinderopvangkosten te financieren, ontvangen ouders een bijdrage van de gemeente. De hoogte van deze bijdrage is afhankelijk van de situatie van de ouder(s). In de meeste gevallen bedraagt de gemeentelijke bijdrage 1/6e deel van de kinderopvangkosten. Indien de ouder een partner heeft die tot de wettelijke doelgroep behoort, wordt de gemeentelijke bijdrage verdubbeld tot twee maal 1/6e deel. De specifieke criteria voor de wettelijke doelgroep worden bepaald door de gemeente zelf.
Naast de gemeentelijke bijdrage kunnen ouders een inkomensafhankelijke tegemoetkoming aanvragen bij het Rijk, via de Belastingdienst. Deze tegemoetkoming, ook wel kinderopvangtoeslag (KOT) genoemd, is afhankelijk van het inkomen van de ouders. Hoe hoger het inkomen, hoe lager het percentage van de kinderopvangkosten dat wordt vergoed. In sommige gevallen kan de totale bijdrage van werkgevers lager zijn dan een derde van de kosten. In dat geval kan het Rijk een compensatie bieden, die eveneens afhankelijk is van het inkomen van de ouders en nooit volledig zal zijn.
In eenoudergezinnen ontbreekt de partner en daarmee de potentiële bijdrage van een tweede werkgever. Om dit te compenseren, biedt het Rijk een inkomensonafhankelijke compensatie voor eenoudergezinnen.
De CAO Kinderopvang is van toepassing op ondernemingen die tegen vergoeding kinderopvang verzorgen voor kinderen tot de eerste dag van de maand waarop het voortgezet onderwijs begint. Dit omvat verschillende vormen van kinderopvang, zoals dagopvang, voor-, tussen-, na- en buitenschoolse opvang, peuteropvang (peuterspeelzaalwerk) en (bemiddeling bij) gastouderopvang. Het overblijven, het toezichthouden op schoolgaande kinderen tijdens de middagpauze, is expliciet uitgesloten van de CAO.
Na de gemeentelijke bijdrage en de tegemoetkoming van het Rijk blijft een ouderbijdrage over. In sommige gevallen kan deze ouderbijdrage een belemmering vormen voor reïntegratie van ouders in de arbeidsmarkt. Ouders kunnen in een zogenaamde armoedeval terechtkomen, waarbij ze door het werken meer inkomen verwerven, maar tegelijkertijd hogere kinderopvangkosten moeten betalen, waardoor hun netto inkomen lager kan uitvallen dan de hoogte van een uitkering. Om dit te voorkomen, is het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid voornemens om voor bepaalde doelgroepen een extra tegemoetkoming te verstrekken ter compensatie van de ouderbijdrage. Deze doelgroepen omvatten bijstandsgerechtigden, WW’ers, arbeidsgehandicapten, herintreders en ANW’ers.
Een tegemoetkoming wordt in principe verstrekt voor de duur van één jaar, in lijn met de betalingswijze van de Belastingsdienst. Dit betekent dat de tegemoetkoming jaarlijks opnieuw moet worden aangevraagd. Uitzonderingen kunnen worden gemaakt in gevallen waarin de aanspraak op de tegemoetkoming beperkt is tot een bepaalde periode, bijvoorbeeld de duur van een reïntegratietraject of tot het moment dat het kind naar de basisschool gaat.
De verstrekking van de tegemoetkoming verloopt in twee stappen. Eerst wordt een beschikking afgegeven tot het verlenen van de tegemoetkoming, die een voorwaardelijke aanspraak creëert. Vervolgens wordt een beschikking afgegeven tot het vaststellen van de tegemoetkoming, waarin het uiteindelijke bedrag wordt vastgesteld na controle van de rechtmatigheid van de aanvraag. De gemeente kan gegevens van de ouders controleren en inlichtingen opvragen bij de kinderopvanginstelling of het gastouderbureau.
Ouders die betaalde arbeid verrichten of tot een doelgroep behoren, kunnen in aanmerking komen voor de kinderopvangtoeslag (KOT). Een belangrijke voorwaarde is dat de kinderen naar een kinderopvanginstelling of gastouder worden gebracht die voldoet aan de eisen van de Wet kinderopvang (Wko) en geregistreerd is in het Landelijk Register Kinderopvang (LRK). De KOT wordt uitgevoerd door het directoraat-generaal Toeslagen van het Ministerie van Financiën, terwijl DUO de inschrijving in het register buitenlandse kinderopvang verzorgt en de SVB verantwoordelijk is voor de uitbetaling van de aanvulling op de KOT in het buitenland.
Verschillende groepen ouders komen in aanmerking voor de KOT:
De hoogte van de kinderopvangtoeslag is afhankelijk van verschillende factoren, waaronder het toetsingsinkomen van de ouder(s).
Er bestond een regeling voor de tegemoetkoming van kosten kinderopvang op grond van een sociaal-medische indicatie, die gold tot en met 31 december 2009. Deze regeling was bedoeld voor kinderen die een speciale behoefte aan kinderopvang hadden en die nog niet onder de Wet kinderopvang vielen. De uitvoering van deze regeling lag bij de dienst Sociale Zaken en Werk (Sozawe) en maakte zoveel mogelijk gebruik van de bepalingen van de Verordening Wet kinderopvang om een efficiënte uitvoering te waarborgen.
De financiering van kinderopvang in Nederland is een complex samenspel van gemeentelijke, rijks- en ouderbijdragen. Verschillende regelingen en tegemoetkomingen zijn beschikbaar om de kosten te verlichten, met name voor ouders met een laag inkomen of in specifieke situaties, zoals eenoudergezinnen. Het is belangrijk voor ouders om zich goed te informeren over de mogelijkheden en de voorwaarden om optimaal gebruik te kunnen maken van de beschikbare financiële steun. De CAO Kinderopvang reguleert de arbeidsvoorwaarden binnen de sector en definieert de werkingssfeer van de kinderopvang.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet