De Opleiding tot Gespecialiseerd Pedagogisch Medewerker Kinderopvang: Een Uitgebreid Overzicht
september 5, 2025
De vroege jaren van een kind zijn cruciaal voor de ontwikkeling van taal en het leggen van een solide basis voor toekomstig leren. Gemeenten, scholen en voorschoolse voorzieningen spelen een belangrijke rol in het tijdig signaleren, aanpakken en verhelpen van achterstanden in deze fase. Dit artikel beschrijft het beleid en de uitvoering van voor- en vroegschoolse educatie (VVE) en onderwijsachterstandenbeleid (OAB), met speciale aandacht voor de rol van kinderopvang en peuterspeelzalen.
Sinds 1998 heeft de gemeente een actieve rol in het bestrijden van onderwijsachterstanden bij peuters en kleuters. Aanvankelijk was de focus beperkt tot drie scholen, maar door toegenomen middelen werden alle basisscholen en peuterspeelzalen in de gemeente betrokken. In de periode 2002-2006 werd het gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleidsplan “Aandacht en overdracht” opgesteld, met landelijke speerpunten zoals taalstimulering, met name in de voor- en vroegschoolse periode. Bezuidigingen in 2005-2006 leidden tot aanpassingen in het beleidsplan. Het onderwijsachterstandenbeleid (OAB) is gericht op het vroegtijdig opsporen en bestrijden van achterstanden bij kinderen van alle leeftijden, waarbij VVE een belangrijk onderdeel vormt voor kinderen van 0 tot 6 jaar.
Het doel van VVE is het voorkomen en bestrijden van ontwikkelingsachterstanden door middel van stimulering en ondersteuning via uitnodigende en uitdagende activiteiten die aansluiten bij het spelend leren van jonge kinderen. VVE richt zich op taal, rekenen, motorische ontwikkeling en sociaal-emotionele ontwikkeling. Het is van belang dat ontwikkelingsachterstanden of risico’s hierop vroegtijdig worden gesignaleerd, zodat tijdig ondersteuning kan worden geboden. Onderzoek toont aan dat educatie en begeleiding in de voorschoolse periode meer opleveren dan latere investeringen.
In totaal moeten 42 doelgroepkinderen worden bereikt. Ouders kunnen niet verplicht worden om hun kind 10 uur per week aan VVE te laten deelnemen, aangezien kinderen jonger dan 5 jaar niet leerplichtig zijn. Echter, de regering heeft in haar regeerakkoord opgenomen dat kinderen met een grote taalachterstand met dwang en drang zullen deelnemen aan vroeg- en voorschoolse educatie. Dit vereist gesprekken en informatieverstrekking om de deelname te realiseren.
Taalstimulering heeft een centrale plaats in het beleid. Instellingen werken met programma’s zoals Boekenbas, die een goede aanvulling vormen op andere VVE-programma’s. Een VVE-programma is een breed educatief programma dat zich richt op verschillende ontwikkelingsgebieden. Het is gericht op het stimuleren en ondersteunen van kinderen door middel van activiteiten die passen bij hun ontdekkend leren.
VVE wordt op peuterspeelzalen op twee manieren uitgevoerd. Ten eerste wordt in het reguliere peuterspeelzaal gebruik gemaakt van een VVE-programma, dat in de dagelijkse praktijk wordt ingezet voor alle kinderen. Ten tweede volgen doelgroepkinderen het reguliere VVE-programma, maar krijgen zij minimaal 10 uur per week extra VVE-aanbod.
De samenstelling van kinderopvanggroepen verandert door de toename van vluchtelingen, expats en arbeidsmigranten. Kinderopvanginstellingen zien een mix van talen en culturen, met kinderen uit diverse landen. Dit vraagt om pedagogisch professionals die geschoold zijn in het omgaan met meertalige kinderen en culturele diversiteit. Een scholing van vijf dagdelen, inclusief een groepsbezoek voor feedback, is ontwikkeld om pedagogisch medewerkers hierin te ondersteunen. Onderwerpen die aan bod komen zijn veiligheid en taalverwerving, een taalrijke speelleeromgeving, spelbegeleiding, interactievaardigheden, ouders en cultuursensitief werken, en intake en taalbeleid.
Voor iedere peuter in de leeftijd van 2 tot 4 jaar wordt een overdrachtsformulier ingevuld, waarin de ontwikkeling van het kind wordt bijgehouden. Dit formulier wordt, met toestemming van de ouders, aan de leerkracht van de basisschool overhandigd. In sommige gevallen vindt er een “warme” overdracht plaats, waarbij de leidster het formulier toelicht en eventuele achterstanden worden besproken. Dit gebeurt voornamelijk bij kinderen met een achterstand, maar kan ook om andere redenen noodzakelijk zijn.
Basisscholen ontvangen bekostiging voor OAB via de uitkering van het rijk en zijn verantwoordelijk voor de uitvoering ervan op hun school. De gemeente is primair verantwoordelijk voor de uitvoering van VVE. Het is belangrijk te benadrukken dat achterstanden al groot kunnen zijn bij de start van het basisonderwijs, met leerlingen die een taal- en/of ontwikkelingsachterstand van één tot twee jaar kunnen hebben. Het opleidingsniveau van ouders is een belangrijke factor die schoolsucces voorspelt. De kwaliteit van de interactie tussen ouders en kinderen is eveneens van groot belang.
De aanpak van taalverwerving en het bestrijden van onderwijsachterstanden vereist de betrokkenheid van alle partijen: uitvoerenden, leidinggevenden, intern begeleiders, bestuurders en beleidsmakers. Zij moeten een visie op taalverwerving uitdragen in hun beleid, prioriteit geven aan taalverwerving binnen de organisatie en medewerkers ondersteunen die deze weg willen kiezen. Medewerkers hebben tijd, ruimte en middelen nodig om deze aanpak te implementeren. Onderzoek naar de effecten van ouderbegeleiding thuis wordt momenteel uitgevoerd en zal in 2024 worden afgerond.
Er is geen kant-en-klare methode voor het aanpakken van taalachterstanden. Er is wel een beproefde manier om de aanpak te introduceren in gemeenten, op scholen, en in organisaties voor kinderopvang en VVE.
De vroege jaren zijn cruciaal voor de taalontwikkeling van kinderen en het voorkomen van onderwijsachterstanden. Een effectieve aanpak vereist een gezamenlijke inspanning van gemeenten, scholen, kinderopvanginstellingen en ouders. VVE en OAB spelen een belangrijke rol in het tijdig signaleren en aanpakken van achterstanden, met speciale aandacht voor taalstimulering en het ondersteunen van meertalige kinderen in een diverse samenleving. De overdracht van informatie van de peuterspeelzaal naar de basisschool is essentieel voor een goede aansluiting en vervolgondersteuning.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet