Toezicht en Ontwikkelingen in de Kinderopvang Amsterdam-Amstelland
september 5, 2025
De afgelopen jaren zijn er diverse regelingen van kracht geweest om ouders te ondersteunen bij de kosten van kinderopvang, met name tijdens en na de coronaperiode. Deze regelingen zijn voortdurend in ontwikkeling, met aanpassingen in financiering en toekenningscriteria. Dit artikel geeft een overzicht van de compensatieregelingen die in 2022 van toepassing waren, de evaluatie daarvan, en de geplande veranderingen voor de komende jaren.
In 2022 was er de mogelijkheid voor ouders om een tegemoetkoming aan te vragen voor de kosten van buitenschoolse opvang (BSO) die volledig doorbetaald moesten worden tijdens de coronasluiting van 21 december 2021 tot en met 9 januari 2022. Deze regeling, de Tegemoetkoming Kinderopvang zonder overheidsvergoeding (TTKZO), was bedoeld voor ouders die geen kinderopvangtoeslag of gemeentelijke bijdrage ontvingen.
De aanvraag kon tussen 1 oktober en 1 december 2022 worden ingediend bij de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Voor de aanvraag moesten de betaalde rekeningen van de BSO worden overgelegd, evenals een “Verklaring Kinderopvang” die ondertekend moest worden door de betreffende opvangorganisatie, in dit geval Puck&Co. De SVB nam binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag een beslissing.
Er waren echter uitzonderingen. Ouders hadden geen recht op de TTKZO als de BSO-uren al werden gefinancierd door de gemeente (SMI), als het om noodopvang ging, of als ze al recht hadden op een tegemoetkoming voor ouders met kinderopvangtoeslag (TTKO) over dezelfde periode.
De TTKZO en de TTKO zijn in 2022 verstrekt als compensatie voor de sluiting van de kinderopvang vanwege de coronabeperkingen. Na afronding van beide regelingen zou een evaluatie plaatsvinden, naar verwachting in 2023. Deze evaluatie maakt deel uit van de Strategische Evaluatie Agenda (SEA) en is opgenomen in de begroting 2023. De evaluatie is afgerond, maar de eindbespreking met de klankbordgroep moet nog plaatsvinden, waardoor de resultaten nog niet aan de Tweede Kamer zijn verzonden.
Ouders die betaalde arbeid verrichten of tot een specifieke doelgroep behoren, zoals omschreven in de Wet Kinderopvang (Wko), kunnen in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag (KOT). Deze toeslag is inkomensafhankelijk en geldt voor kinderen die naar een geregistreerde kinderopvanginstelling of gastouder gaan. De uitvoering van de KOT ligt bij Dienst Toeslagen van het Ministerie van Financiën. DUO verzorgt de inschrijving in het register buitenlandse kinderopvang, terwijl de SVB verantwoordelijk is voor de uitbetaling van de aanvulling op de KOT in het buitenland.
In 2022 was er een stijging van de uitgaven voor kinderopvangtoeslag, die uitkwamen op € 4.106,0 miljoen, wat € 278,2 miljoen hoger was dan de begroting. Dit werd deels verklaard door loon- en prijsbijstellingen.
De maximum uurprijzen voor kinderopvang zijn in 2023 aangepast. Voor de dagopvang en buitenschoolse opvang bedragen deze € 9,06 en € 7,79 respectievelijk, terwijl de maximum uurprijs voor gastouderopvang € 6,80 is. Deze prijzen zijn geïndexeerd met 6,54% respectievelijk 4,29%.
Voor 2025 zijn er plannen om de kinderopvangtoeslag te verhogen, met name voor middeninkomens. Dit is bedoeld om de kinderopvang betaalbaarder te maken en de arbeidsparticipatie te stimuleren. Door de verhoging zullen ongeveer 37.000 extra huishoudens een inkomensonafhankelijke vergoeding van 96% ontvangen, waardoor kleine inkomensveranderingen minder invloed zullen hebben op de hoogte van de toeslag.
Om de verbeteringen in de kinderopvangsector te bekostigen, wordt de indexering van de maximum uurprijzen in 2025 met € 0,04 verlaagd. Dit geld is bestemd voor meerkosten voor toezicht en handhaving, een verhoging van het budget voor de regeling Sociaal Medische Indicatie (SMI), en kinderopvangtoeslag voor beurspromovendi.
Voor 2025 is er € 12,3 miljoen beschikbaar voor opdrachten, waarvan € 5,2 miljoen bestemd is voor de ontwikkeling van een nieuw financieringsstelsel voor kinderopvang en € 5,4 miljoen voor onderzoek. Daarnaast is er € 1,7 miljoen beschikbaar voor het programma BES(t) 4 kids. Voor bekostiging is € 1,1 miljoen beschikbaar voor de Stichting Projectenbureau Publieke Gezondheid (PGV) voor de coördinatie van het toezicht op de kinderopvang.
De ontvangsten uit kinderopvang bestaan uit eigen bijdragen, terugvorderingen van toeslag en de werkgeversbijdrage. De terugvorderingen nemen naar verwachting toe in 2024 en 2025, maar zullen daarna geleidelijk afnemen als gevolg van het nieuwe financieringsstelsel. De werkgeversbijdrage, die 0,5% van de totale loonsom bedraagt, zal naar verwachting licht toenemen.
De arbeidsparticipatie van zowel vrouwen als mannen is in 2023 stabiel gebleven ten opzichte van 2022. Voor moeders met jonge kinderen (0-11 jaar) ligt de arbeidsparticipatie op 28,2%, terwijl deze voor vaders met jonge kinderen 40,0% bedraagt.
De regelingen rondom kinderopvang zijn complex en ondergaan voortdurend veranderingen. De TTKZO was een tijdelijke maatregel om ouders te compenseren voor de kosten tijdens de coronaperiode. De evaluatie van de TTKZO en TTKO zal inzicht geven in de effectiviteit van deze regelingen. Voor de toekomst zijn er plannen om de kinderopvangtoeslag te verhogen, met name voor middeninkomens, en om het financieringsstelsel te vereenvoudigen. Deze ontwikkelingen zijn bedoeld om kinderopvang betaalbaarder te maken, de arbeidsparticipatie te stimuleren en de kwaliteit van de kinderopvang te waarborgen.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet