Kinderopvang: Toegankelijkheid, Betaalbaarheid en Ondersteuning voor Kwetsbare Gezinnen
september 5, 2025
De herziening van het kinderopvangstelsel in Nederland is een complex proces dat de komende jaren significante veranderingen zal brengen voor ouders, kinderopvangorganisaties en de overheid. Dit artikel geeft een overzicht van de huidige planning, de belangrijkste overwegingen en de uitdagingen die spelen bij de implementatie van het nieuwe stelsel, gebaseerd op beschikbare informatie.
Het kabinet is voornemens het financieringsstelsel van de kinderopvang fundamenteel te herzien. Het doel is om het stelsel eenvoudiger en begrijpelijker te maken voor ouders. De huidige inkomensafhankelijke kinderopvangtoeslag, met het risico op terugvorderingen, heeft in het verleden tot problemen geleid. Het nieuwe stelsel beoogt deze risico’s te elimineren en de toegankelijkheid en betaalbaarheid van kinderopvang te verbeteren. Een belangrijke ambitie is het creëren van ‘kinderopvang zonder gedoe’ voor werkende ouders.
De oorspronkelijke planning was om in 2025 over te gaan op een nieuw stelsel, waarbij de kinderopvangtoeslag zou worden afgeschaft en vervangen door een eenvoudigere vergoeding. Echter, deze invoering is uitgesteld tot 2027. Deze uitstel is met name veroorzaakt door zorgen over de personeelskrapte in de sector. De sector is van mening dat een verdere stijging van de vraag naar kinderopvang, zoals verwacht werd bij een bijna gratis aanbod in 2025, niet op te vangen is met het huidige personeelsbestand. Een zorgvuldige invoering, in lijn met de lessen geleerd uit de kinderopvangtoeslagaffaire, is cruciaal voor alle betrokken partijen.
Om de impact van de stijgende vraag te beheersen, wordt een ‘ingroeipad’ gevolgd. Dit houdt in dat de vraag naar kinderopvang vanaf 2025 geleidelijk zal worden opgeschaald, waardoor de sector de tijd heeft om het aanbod mee te laten groeien. Dit voorkomt een plotselinge en overweldigende toename van de vraag. De uiteindelijke implementatie van het nieuwe stelsel staat nu gepland voor 2027.
Een belangrijk onderdeel van de herziening is de verandering in de financieringswijze. De kinderopvangtoeslag zal worden vervangen door een vergoeding kinderopvang (VKO), die direct aan de kinderopvangorganisatie wordt uitbetaald. In 2025 worden de toeslagpercentages voor middeninkomens verhoogd, waardoor kinderopvang beter betaalbaar wordt voor huishoudens met een verzamelinkomen tussen de € 29.393 en € 159.224. Deze verhoging heeft ook een positief effect op de arbeidsparticipatie, omdat het aantrekkelijker wordt om te werken. Ongeveer 37.000 huishoudens zullen vanaf 2025 al een inkomensonafhankelijke vergoeding van 96% ontvangen, wat de toekenningszekerheid vergroot.
Om de verbeteringen in de kinderopvangsector te bekostigen, worden de maximum uurprijzen in 2025 met € 0,04 minder geïndexeerd. Dit maakt het mogelijk om meerkosten voor toezicht en handhaving door wijzigingen in de kwaliteitseisen te dekken, het budget voor de regeling Sociaal Medische Indicatie (SMI) te verhogen en kinderopvangtoeslag voor beurspromovendi mogelijk te maken.
Voor 2025 is in totaal € 12,3 miljoen beschikbaar voor opdrachten, waarvan € 5,2 miljoen bestemd is voor de ontwikkeling van het nieuwe financieringsstelsel. Een bedrag van € 5,4 miljoen is gereserveerd voor onderzoek en opdrachten voor kinderopvang in Nederland, en € 1,7 miljoen voor het programma BES(t) 4 kids. Daarnaast is € 4,1 miljoen beschikbaar voor kinderopvang in Europees Nederland, waarvan circa € 2,5 miljoen voor instellingssubsidies en projectsubsidies.
De herziening van het kinderopvangstelsel is niet zonder uitdagingen. Een belangrijke zorg is het personeelstekort in de sector. De vraag is of de sector de stijgende vraag die met het nieuwe stelsel wordt verwacht wel kan opvangen. Er is verdeeldheid binnen de sector over de vraag of (bijna) gratis kinderopvang verstandig is. Het is belangrijk dat de sector een gezamenlijke visie ontwikkelt en een heldere lobby voert naar de politiek.
De voortdurende onzekerheid over de kosten voor kinderopvang voor de komende jaren is een punt van zorg voor ouders. De plannen zijn meermaals gewijzigd, wat het voor ouders moeilijk maakt om zich voor te bereiden op de toekomst.
Het kabinet hecht waarde aan de betrokkenheid van kinderopvangorganisaties, gemeenten en ouders bij de invoering van het nieuwe stelsel. Dit omvat het delen van informatie, het verzamelen van feedback en het gezamenlijk zoeken naar oplossingen voor de uitdagingen die spelen.
Het stelsel wordt uitgewerkt binnen de kaders van het coalitieakkoord, maar er wordt rekening gehouden met de mogelijkheid van toekomstige politieke keuzes. Het kabinet erkent dat een toekomstbestendig stelsel ruimte moet bieden voor aanpassingen op termijn. De volgende stap, gepland voor 2028, is het afschaffen van de arbeidseis, waardoor ook kinderen van ouders die niet werken toegang krijgen tot kinderopvang. Dit benadrukt de ambitie om kinderopvang als een belangrijke basisvoorziening voor ieder kind te beschouwen.
Naast de ontwikkelingen in Europees Nederland, zijn er ook aanpassingen in de bekostiging van kinderopvang in Caribisch Nederland. Subsidiebedragen voor kinderopvangorganisaties zullen in 2025 substantieel worden aangepast op basis van een rapport over de bekostiging van kinderopvang in Caribisch Nederland.
De herziening van het kinderopvangstelsel is een complex en omvangrijk project. Het doel is om het stelsel eenvoudiger, betaalbaarder en toegankelijker te maken voor ouders, en tegelijkertijd de kwaliteit van de kinderopvang te waarborgen. De uitstel van de invoering tot 2027 biedt de sector de tijd om zich voor te bereiden op de veranderingen en de uitdagingen aan te pakken. Een zorgvuldige implementatie, in nauwe samenwerking met alle betrokken partijen, is essentieel voor het succes van de herziening. De komende jaren zullen cruciaal zijn om de plannen verder uit te werken en de praktische uitvoering te realiseren.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet