Gezondheid en Veiligheid in de Kinderopvang: Een Overzicht van Richtlijnen en Wetgeving
september 5, 2025
De aanstaande verkiezingen in 2025 en de recente verkiezingen in 2023 hebben geleid tot een publicatie van standpunten van verschillende politieke partijen met betrekking tot kinderopvang. Dit artikel biedt een overzicht van deze standpunten, gebaseerd op beschikbare informatie, en richt zich op de belangrijkste thema’s en voorgestelde veranderingen in het Nederlandse kinderopvangsysteem.
Het huidige kinderopvangsysteem in Nederland wordt gekenmerkt door een complex stelsel van kinderopvangtoeslag, dat problemen veroorzaakt, waaronder onwenselijke terugvorderingen. Er is een groeiende behoefte aan hervorming, mede gezien de personeelstekorten in de sector en de uitvoeringsdiscussies rondom de toeslagen. Verschillende partijen erkennen de noodzaak van een eerlijker en toegankelijker systeem, maar verschillen in de voorgestelde oplossingen.
GroenLinks-PvdA streeft naar een fundamentele verandering in de kinderopvang, waarbij deze wordt omgevormd tot een publieke voorziening die gratis toegankelijk is voor alle kinderen. Dit zou worden bereikt door de kinderopvangtoeslag af te schaffen en tariefregulering in te voeren om de kosten te beheersen. De partij wil tevens de invloed van private equity en commerciële investeerders beperken. Kinderopvang en voorschoolse educatie worden gezien als essentieel voor kansengelijkheid, waarbij ieder kind een goede start zou moeten krijgen, ongeacht de achtergrond. Deze visie wordt gekoppeld aan bredere ambities, zoals het verlagen van de leerplichtige leeftijd naar vier jaar en het combineren van opvang en onderwijs in zogenaamde ‘rijke schooldagen’. Hoewel deze plannen ambitieus zijn, blijft de concrete invulling ervan in de praktijk onduidelijk.
De ChristenUnie benadrukt de keuzevrijheid van ouders in de combinatie van arbeid en zorg. Zij pleiten voor een eerlijk belastingstelsel en kwalitatief goede, betaalbare kinderopvang. De partij erkent de uitdagingen bij de hervorming van het stelsel, gezien de uitvoeringsproblemen en personeelstekorten. Een belangrijke overweging is het vinden van een manier die voor alle ouders eerlijk uitpakt. De ChristenUnie ziet potentieel in het hervormen van het stelsel, waarbij (als eerste stap) de kinderopvang voor kinderen tussen de twee en vier jaar voor twee dagen een algemeen toegankelijke voorziening wordt.
De Partij voor de Dieren stelt voor om kinderopvang gratis te maken voor mensen met een laag inkomen en de arbeidseis, die vereist dat beide ouders werken om in aanmerking te komen voor toeslag, af te schaffen. Daarnaast willen ze investeren in de kwaliteit van de kinderopvang en het tekort aan medewerkers aanpakken door het beroep van pedagogisch medewerker aantrekkelijker te maken, onder andere door meer professionele zeggenschap. De partij pleit ook voor een inkomensafhankelijke kinderbijslag en het afschaffen van alle toeslagen, met als doel een basisinkomen te garanderen dat voldoende is om in alle basisbehoeften te voorzien.
Volt is ervan overtuigd dat gelijke kansen in het onderwijs beginnen bij een gelijke start. Daarom willen ze de kinderopvang toegankelijk maken voor alle kinderen, ongeacht de arbeidsstatus of het inkomen van de ouders. Ze stellen voor om de opvang van kinderen tot 12 jaar te beschouwen als een publieke voorziening, gefinancierd op dezelfde manier als het primair onderwijs. Gezien de huidige uitdagingen, zoals het personeelstekort en de problemen met de kinderopvangtoeslag, pleiten ze voor een geleidelijke verandering, waarbij de ontwikkeling van het kind centraal staat. Volt wil onderwijs, voorscholen en kinderopvang integreren in ontwikkelplekken voor kinderen vanaf twee jaar, waar aandacht is voor sociale, emotionele, intellectuele vaardigheden, sport, spel, creativiteit, persoonlijke leerbehoeften en een gezonde leefstijl.
Het CDA benadrukt het belang van voorschoolse educatie, met name voor kinderen met een taalachterstand, en stelt voor dit verplicht te stellen. Ze willen een betere aansluiting tussen school, kinderopvang en werk, en streven naar betaalbare kinderopvang voor iedereen. Het CDA wil de kinderopvangtoeslag inkomensafhankelijk maken en beperken tot vier dagen per week. Op korte termijn willen ze het huidige stelsel van kinderopvangtoeslag vereenvoudigen en de risico’s op terugvordering verlagen, door over te gaan op directe financiering aan kinderopvanginstellingen, met een inkomensafhankelijke bijdrage van hoge inkomens.
De PvdA pleit voor een standaardvoorziening voor voor- en vroegschoolse educatie voor kinderen vanaf 2,5 jaar. Ze willen scholen en voorscholen stimuleren om ouders meer te betrekken bij de school en voorschoolse activiteiten. De partij stimuleert het opzetten van de ‘brede school’, die een betere aansluiting tussen school en opvang zou bevorderen en een belangrijke spil in wijken en dorpen zou vormen. Ze willen regels afschaffen die het opzetten van de brede school in de weg staan en de groei van de kinderopvang stimuleren, ook voor ouders met onregelmatige werktijden. Ook willen ze de regelgeving voor kinderopvang vereenvoudigen door regelingen samen te voegen.
Over de standpunten van de VVD is in de verstrekte bronnen geen gedetailleerde informatie beschikbaar.
De SGP benadrukt het belang van een pedagogisch klimaat waarin kinderen in een liefdevolle omgeving kunnen opgroeien, thuis, in de buurt, op de kinderopvang, in de klas en in hun vrije tijd. Ze pleiten voor het bevorderen van de beschikbaarheid van ‘buurtgezinnen’ als een plek waar kinderen uit kwetsbare gezinnen terechtkunnen. De SGP vindt dat voor kinderen tot de leeftijd van één jaar in beginsel geen recht zou moeten bestaan op kinderopvangtoeslag, omdat de hechting aan de ouders in dat eerste jaar van groot belang is. Ze willen de financiële ondersteuning van ouders in het eerste jaar versterken. Daarnaast willen ze een nationale gezinspas introduceren die korting geeft op toegang tot musea, speeltuinen en andere gezinsactiviteiten, en pleiten voor gratis relatietherapie en een wettelijk recht op rouwverlof. Ze streven naar een gezinsvriendelijk belastingstelsel, waarbij het huishouden het uitgangspunt vormt.
De politieke standpunten over kinderopvang in Nederland vertonen aanzienlijke verschillen. Terwijl GroenLinks-PvdA pleit voor een radicale transformatie naar een gratis, publieke voorziening, leggen andere partijen de nadruk op keuzevrijheid, vereenvoudiging van het stelsel, betaalbaarheid en het stimuleren van de betrokkenheid van ouders. De ChristenUnie en het CDA focussen op het verbeteren van het huidige systeem, terwijl de Partij voor de Dieren en Volt streven naar meer fundamentele veranderingen. De SGP benadrukt de gezinswaarden en het belang van een liefdevolle opvoedomgeving. De uiteindelijke vorm van het kinderopvangsysteem zal afhangen van de uitkomst van de verkiezingen en de bereidheid van de formerende partijen om compromissen te sluiten. Het is duidelijk dat er een brede consensus bestaat over de noodzaak van verbetering, maar de weg naar een optimaal kinderopvangsysteem is nog lang niet afgelegd.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet