Gezond Trakteren op de Kinderopvang: Tips en Ideeën voor een Verantwoord Feestje
september 5, 2025
De inrichting van een peuterspeelzaal is van essentieel belang voor de ontwikkeling van jonge kinderen. Voldoende ruimte en een passende inrichting dragen bij aan de cognitieve, sociaal-emotionele en motorische vaardigheden van kinderen in de cruciale eerste levensjaren. Deze verordening beschrijft de ruimte- en inrichtingseisen waaraan peuterspeelzalen moeten voldoen, met als doel een veilige en stimulerende omgeving te creëren. De eisen zijn gebaseerd op het convenant dat ten grondslag ligt aan de Beleidsregels kwaliteit peuterspeelzalen van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW), en sluiten aan bij de kwaliteitseisen voor de kinderopvang.
De Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen, van kracht sinds 1 augustus 2010, heeft als doel jonge kinderen een veilige en stimulerende omgeving te bieden in peuterspeelzalen en kindercentra. Deze wet streeft naar harmonisatie van de regelgeving voor peuterspeelzalen en kinderdagopvang, waardoor een landelijk kwaliteitskader ontstaat met minimale kwaliteitseisen. Burgemeester en wethouders zijn verantwoordelijk voor de naleving van de verordening en wijzen de directeur van de GGD aan als toezichthouder. De toezichthouder heeft de bevoegdheden die zijn vastgelegd in Afdeling 5.2 van de Algemene wet bestuursrecht, waaronder het recht op het betreden van plaatsen, het vorderen van inlichtingen en het inzien van schriftelijke stukken.
Voor elk kind in een peuterspeelzaal is minimaal 3,5 m² bruto-oppervlakte aan groepspeelruimte vereist. Dit betreft het totale aantal vierkante meters dat beschikbaar is in de groepsruimten, berekend door de lengte te vermenigvuldigen met de breedte van de ruimtes waar de kinderen spelen. De ruimte moet passend zijn ingericht voor zowel spelen als rusten, rekening houdend met het aantal en de leeftijd van de opgevangen kinderen. Het is van belang dat elk kind daadwerkelijk over deze minimale oppervlakte kan beschikken.
Naast deze specifieke eisen voor de groepspeelruimte, dienen peuterspeelzalen te voldoen aan de bouwtechnische voorschriften uit het Bouwbesluit 2003. Peuterspeelzalen vallen onder de categorie ‘bijeenkomstfunctie voor kinderopvang’. De eisen uit het Bouwbesluit hebben betrekking op veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid, energiezuinigheid en milieu.
Een peuterspeelzaal moet beschikken over aangrenzende buitenspeelruimte. Deze ruimte moet toegankelijk en veilig bereikbaar zijn voor de kinderen. De buitenspeelruimte dient minimaal 3 m² bruto-oppervlakte per aanwezig kind te hebben. Het aantal ‘aanwezige kinderen’ betreft alle kinderen die zich in de peuterspeelzaal bevinden, ongeacht of ze daadwerkelijk buiten spelen.
Net als de binnenruimte moet de buitenspeelruimte geschikt zijn voor spel en ingericht zijn in overeenstemming met de behoeften en mogelijkheden van de kinderen, rekening houdend met hun aantal en leeftijd.
Houders van peuterspeelzalen hadden zes maanden na inwerkingtreding van de verordening (5 april 2012) de tijd om te voldoen aan de gestelde voorschriften. De verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking en wordt aangehaald als: Verordening ruimte- en inrichtingseisen peuterspeelzalen gemeente Sluis 2012.
Naast de specifieke eisen voor ruimte en inrichting, zijn er algemene eisen op het gebied van veiligheid en gezondheid die van toepassing zijn. Deze eisen volgen uit andere wet- en regelgeving, zoals bouwvoorschriften, brandveiligheidsvoorschriften, eisen aan speeltoestellen en keukenhygiëne. Deze algemene eisen vormen een aanvulling op de specifieke eisen die in deze verordening zijn vastgelegd.
Het toezicht op de naleving van de regels is in handen van de burgemeester en wethouders, die de directeur van de GGD aanwijzen als toezichthouder. Op de handhaving zijn de algemene handhavingsbevoegdheden uit de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van toepassing. Dit betekent dat de toezichthouder bevoegd is om bijvoorbeeld plaatsen te betreden, inlichtingen te vorderen en stukken in te zien om te controleren of de peuterspeelzaal voldoet aan de gestelde eisen.
Kwalitatief verantwoorde opvang voor kinderen vereist het stellen van kwaliteitseisen, waarbij ruimte en inrichting een essentieel onderdeel vormen. De eerste levensjaren van een kind zijn cruciaal voor de ontwikkeling van cognitieve, sociaal-emotionele en motorische vaardigheden. Hoewel de opvoeding door de ouders de basis legt, is ook de omgeving waarin het kind opgroeit van groot belang. Kinderen brengen vaak enkele uren per dag door in peuterspeelzalen en andere kindercentra, en het is daarom van belang dat ze daar veilig kunnen spelen en voldoende ruimte hebben om zich te ontwikkelen.
De verordening ruimte- en inrichtingseisen peuterspeelzalen stelt duidelijke eisen aan de oppervlakte en inrichting van zowel de binnen- als buitenspeelruimte. Deze eisen zijn bedoeld om een veilige en stimulerende omgeving te creëren voor jonge kinderen, die bijdraagt aan hun optimale ontwikkeling. Het naleven van deze eisen is essentieel voor het bieden van kwalitatief verantwoorde kinderopvang en wordt gecontroleerd door de GGD onder toezicht van de burgemeester en wethouders. De verordening sluit aan bij landelijke wetgeving en beleid, en vormt een belangrijk onderdeel van het kwaliteitskader voor peuterspeelzalen.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet