De Opleiding tot Gespecialiseerd Pedagogisch Medewerker Kinderopvang: Een Uitgebreid Overzicht
september 5, 2025
De kinderopvangsector kent voortdurend ontwikkelingen in eisen en kwalificaties. Dit artikel biedt een overzicht van de huidige scholingsvereisten voor pedagogisch medewerkers, de mogelijkheden voor ontwikkeling binnen de sector, en de recente invoering van de taaleis IKK. De informatie is gebaseerd op actuele regelgeving en richtlijnen binnen de kinderopvang.
Sinds 1 januari 2025 is een specifieke scholing vereist voor het werken met baby’s (0-jarigen). Deze scholing, goedgekeurd door de cao-partijen, moet met goed gevolg worden afgerond. Dit is een aanvullende eis bovenop bestaande diploma’s.
Bepaalde diploma’s bevatten al een component voor het werken met 0-jarigen, waaronder het diploma Pedagogisch medewerker kinderopvang (crebonummer 25696) en het diploma Gespecialiseerd pedagogisch medewerker (crebonummer 25697) vanaf instroomjaar 2021. Echter, zelfs met deze diploma’s moet de babyscholing expliciet met goed gevolg zijn afgerond, wat bewezen kan worden met een diploma, certificaat, cijferlijst of studiepuntenoverzicht.
Voor professionals zonder deze diploma’s is er de mogelijkheid om een aparte scholing te volgen. Hierbij is het essentieel dat alle leerdoelen worden behaald en dit op het certificaat of bewijs vermeld staat. Een lijst met goedgekeurde scholingen is beschikbaar in bijlage V van de Cao Kinderopvang en via de tool Branche-erkende scholing en aanvullende bewijzen. Er zijn overgangsregelingen en uitzonderingen op deze verplichting, waarvoor verdere informatie beschikbaar is.
Het Ontwikkelpad kinderopvang biedt een overzicht van de ontwikkelstappen van groepshulp naar pedagogisch medewerker. Dit pad is ook relevant voor personen die overwegen om gastouder te worden. Een alternatief voor de volledige opleiding tot pedagogisch medewerker kan het behalen van een mbo-2 diploma Helpende Zorg en Welzijn zijn, om als gastouder te kunnen functioneren.
Het is echter belangrijk te overwegen dat zelfstandig ondernemerschap niet voor iedereen geschikt is. Het vereist omgang met onzekerheid en kan extra begeleiding behoeven. Voor gastouders die al zelfstandig aan het werk zijn, zijn er mogelijkheden voor verdere ontwikkeling via keuzedelen zoals ‘Werken met kinderen in de gastouderopvang’ of een mbo-certificaat.
Het ontwikkelpad kan ook worden ingezet voor mensen die vanuit een andere sector de kinderopvang willen instappen. De haalbaarheid van deze stap is afhankelijk van het individuele ontwikkelpad.
Het mbo 2-certificaat ‘Ondersteuning in de kinderopvang’ en de BBL-opleiding ‘Helpende Zorg en welzijn’ op niveau 2 behoren tot de functie groepshulp en vallen niet onder de criteria voor inzet als Beleidsmedewerker Integriteit en Kwaliteit (BIO).
De mbo 3 opleiding Pedagogisch medewerker kinderopvang verschilt van de drie certificaten in de aanwezigheid van algemeen vormende vakken (Nederlands, rekenen, burgerschap, etc.) en de kerntaken die gericht zijn op kwaliteit en deskundigheid. Deze kerntaken, zoals het werken aan eigen professionele ontwikkeling en het bewaken en bevorderen van kwaliteitszorg, zijn niet opgenomen in de certificaten.
Na het behalen van de drie certificaten kan men aan de slag als Pedagogisch medewerker kinderopvang. Indien gewenst kan men daarna het volledige diploma halen, waarbij de examencommissie mogelijk vrijstellingen kan geven voor reeds behaalde onderdelen. Wel dienen de verplichte onderdelen Nederlands, Engels, burgerschap en keuzedelen nog gevolgd te worden.
Vanaf 1 januari 2025 geldt voor alle pedagogisch medewerkers de taaleis IKK (Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang). Dit geldt ook voor personen die via het Ontwikkelpad kinderopvang worden opgeleid. Voor nieuwe pedagogisch medewerkers gelden vanaf deze datum nieuwe eisen ten aanzien van het aantonen van taalkompetentie.
Voor professionals die vóór 1 januari 2025 al voldeden aan de taaleisen, blijft deze voldoening ook na 1 januari 2025 geldig. Eenmaal voldoen is altijd voldoen. De taaleis 3F (voor mondelinge vaardigheden spreken, luisteren en gesprekken voeren) kan tijdens het kwalificatietraject worden behaald.
Er zijn diverse scholingsmogelijkheden beschikbaar voor professionals in de kinderopvang, waaronder:
Gemeenten kunnen, op basis van de Wet kinderopvang, vaststellen of er een noodzaak is voor kinderopvang op grond van een sociaal-medische indicatie. Een aanvraag hiervoor vereist specifieke gegevens, waaronder de naam en adres van de ouder(s), de naam en geboortedatum van het kind, en eventuele andere relevante informatie. Het college van burgemeester en wethouders beslist over de aanvraag binnen acht weken, met een mogelijke verlenging van vier weken. De beslissing wordt schriftelijk kenbaar gemaakt.
De beschikbare bronnen bieden een gedetailleerd overzicht van de scholingseisen en ontwikkelmogelijkheden binnen de kinderopvang. Echter, de informatie is voornamelijk gericht op de Nederlandse context en specifieke regelgeving binnen de gemeente Kampen (zoals beschreven in de verordening). Er is beperkte informatie beschikbaar over de specifieke inhoud van de goedgekeurde scholingen of de criteria voor het beoordelen van de taaleis IKK.
De kinderopvangsector vereist een continue ontwikkeling van de professionele vaardigheden van pedagogisch medewerkers. De invoering van de verplichte babyscholing, de taaleis IKK, en de mogelijkheden voor ontwikkeling via het Ontwikkelpad kinderopvang en diverse opleidingen, dragen bij aan de kwaliteit en professionalisering van de sector. Het is essentieel voor professionals in de kinderopvang om op de hoogte te blijven van de actuele regelgeving en de beschikbare scholingsmogelijkheden om te voldoen aan de eisen en de best mogelijke zorg te bieden aan kinderen.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet