Toezicht en Ontwikkelingen in de Kinderopvang Amsterdam-Amstelland
september 5, 2025
De salarissen binnen de kinderopvangsector worden vastgelegd in de Collectieve Arbeidsovereenkomst (CAO) kinderopvang en zijn afhankelijk van de functie, de bijbehorende salarisschaal en de trede die een medewerker heeft bereikt. De huidige CAO loopt van 1 januari 2025 tot 1 januari 2027, waarbij bij elke nieuwe CAO opnieuw afspraken over de salarissen worden gemaakt. Dit resulteert in een geleidelijke salarisgroei, zowel door het stijgen van de trede als door het verhogen van het maximum van de salarisschaal.
Pedagogisch professionals worden doorgaans ingedeeld in functieschaal 6. Werkzaamheden in een functie met een hogere salarisschaal worden uiteraard vergoed volgens de betreffende schaal. De hoogte van het salaris wordt bepaald door de schaal en trede, die gebaseerd zijn op factoren zoals functie, opleidingsniveau en werkervaring. Het Functieboek Kinderopvang biedt hierover nadere specificatie. De CAO kent salarisschalen van 1 tot en met 12, waarbij schaal 1 is bestemd voor assistent-functies en schaal 12 voor leidinggevenden. Het maximale salaris kan in complexe, leidinggevende functies oplopen tot schaal 15.
Per 1 juli 2025 bedraagt het bruto maandsalaris voor een pedagogisch professional in functieschaal 6, bij een fulltime dienstverband van 36 uur per week, een range van €2.641 tot €3.630. De exacte hoogte van het salaris is afhankelijk van de trede. De volgende tabel geeft een overzicht van de salarissen per trede:
Trede | Per Maand |
---|---|
10 | € 2.641 |
11 | € 2.708 |
12 | € 2.777 |
13 | € 2.846 |
14 | € 2.915 |
15 | € 2.990 |
16 | € 3.065 |
17 | € 3.138 |
18 | € 3.213 |
19 | € 3.291 |
20 | € 3.374 |
21 | € 3.455 |
22 | € 3.536 |
23 | € 3.630 |
Naast het basissalaris ontvangen werknemers in de kinderopvang een vakantietoeslag van 8%. Bovendien zijn er afspraken gemaakt over een eindejaarsuitkering van 5,5% in de CAO 2025-2026, die stijgt naar 8% vanaf 1 januari 2026.
De trede in de salarisschaal weerspiegelt de werkervaring en het functioneren van de medewerker. Eén rapport suggereert dat trede 23, de hoogste trede in schaal 6 sinds 2024, niet noodzakelijk overeenkomt met 14 jaar ervaring, hoewel dit theoretisch wel het geval zou kunnen zijn. De indeling in een hogere schaal, zoals schaal 7, leidt niet automatisch tot een hogere trede of een hoger salaris.
Uit onderzoek blijkt dat het percentage pedagogisch medewerkers in trede 21 en 22 is gestegen van 17,5% in december 2018 naar 21,04% in mei 2019. Tegelijkertijd is het percentage in de laagste trede gestegen van 10% naar 12,56%. Dit kan wijzen op een aantrekkende arbeidsmarkt en een toename van het aantal medewerkers in de kinderopvang.
Een analyse van 890 respondenten toont aan dat de gemiddelde leeftijd van pedagogisch medewerkers in trede 23 46,5 jaar is, met een gemiddelde werkervaring van 22,5 jaar. Voor pedagogisch medewerkers met de functieaanduiding 'senior' of 'ervaren' ligt de gemiddelde leeftijd lager (41,3 jaar) en de gemiddelde werkervaring op 17,5 jaar. Dit suggereert dat de relatie tussen trede en werkervaring complex is en afhankelijk van de functieaanduiding.
Gezien de personeelstekorten in de kinderopvangsector is het mogelijk om te onderhandelen over het salaris, zelfs als dit vastgelegd is in de CAO. Het is belangrijk om de eigen werkervaring en kwalificaties goed te kunnen onderbouwen om een hogere trede te rechtvaardigen.
Het onderzoek toont aan dat er variatie bestaat in salaris en trede, afhankelijk van de functiebenaming. Pedagogisch medewerkers, ervaren pedagogisch medewerkers, pedagogisch experts, en assistent leidinggevenden kunnen verschillende salarissen en tredes hebben, zelfs binnen dezelfde salarisschaal. De CAO Kinderopvang is een standaard CAO, wat betekent dat er in principe niet van mag worden afgeweken, zelfs niet in het voordeel van medewerkers. Afwijking is slechts mogelijk met overeenstemming van de personeelsvertegenwoordiging (PVT) of ondernemingsraad (OR).
Bij de bepaling van de theoretische trede wordt geen rekening gehouden met factoren zoals baanwisselingen of functioneringsbeoordelingen. De theoretische startleeftijd in de branche houdt evenmin rekening met periodes waarin een medewerker de sector heeft verlaten. Dit kan invloed hebben op de werkelijke trede, vooral bij de hogere schalen.
De salarissen in de kinderopvangsector zijn vastgelegd in de CAO en afhankelijk van de functie, salarisschaal en trede. Pedagogisch professionals in schaal 6 kunnen per 1 juli 2025 een bruto maandsalaris verwachten tussen €2.641 en €3.630, afhankelijk van hun trede. Werkervaring speelt een rol bij de bepaling van de trede, maar de relatie is complex en wordt beïnvloed door factoren zoals functieaanduiding en functioneringsbeoordelingen. Gezien de personeelstekorten is het mogelijk om te onderhandelen over het salaris, mits de eigen kwalificaties en ervaring goed kunnen worden onderbouwd. De CAO Kinderopvang is een standaard CAO, wat de gelijkheid en duidelijkheid in salarisbepalingen bevordert.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet