Kinderopvang: Toegankelijkheid, Betaalbaarheid en Ondersteuning voor Kwetsbare Gezinnen
september 5, 2025
De samenwerking tussen kinderopvang en onderwijs is een onderwerp van toenemende aandacht, voortkomend uit de gedeelde doelen van beide sectoren: de ontwikkeling van kinderen bevorderen en ouders in staat stellen om werk en zorg te combineren. Hoewel de voordelen van intensievere samenwerking voor de hand liggen, is het belangrijk om een helder beeld te scheppen van de verschillende samenwerkingsvormen, de potentiële voordelen en de obstakels die overwonnen moeten worden. Dit artikel biedt een overzicht van de huidige stand van zaken, gebaseerd op beschikbare gegevens en analyses.
Zowel het primair onderwijs als de kinderopvang streven naar de ontwikkeling van kinderen. Deze gedeelde focus maakt samenwerking logisch. Voor gezinnen die gebruikmaken van kinderopvang kan samenwerking voordelen opleveren door het verminderen van de tijd die ouders besteden aan het halen en brengen van kinderen, en door het verminderen van de organisatie die zij zelf moeten uitvoeren. Inhoudelijke samenwerking, mits de pedagogische kwaliteit van de opvang gewaarborgd is, kan positief bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen, met name voor kinderen met een taal- of onderwijsachterstand.
Het is echter belangrijk te benadrukken dat deze voordelen voornamelijk gelden voor kinderen die daadwerkelijk gebruikmaken van kinderopvang. Kinderen met een taal- of onderwijsachterstand maken relatief weinig gebruik van opvang, waardoor de positieve effecten van samenwerking voor deze groep beperkter kunnen zijn.
De samenwerking tussen basisscholen en kinderopvangorganisaties kan verschillende vormen aannemen. Een belangrijk aspect is het creëren van een soepele overgang van voor- naar vroegschoolse opvang en van school naar kinderopvang. Daarnaast is het realiseren van doorgaande ontwikkelingslijnen voor kinderen in de leeftijd van 0-12 jaar een veelvoorkomend kenmerk van samenwerking.
Een warme overdracht van informatie over de kinderen tussen leerkrachten en pedagogisch medewerkers is essentieel. Ook het gebruikmaken van elkaars expertise, structureel contact op de werkvloer en regelmatig overleg op bestuurs- en directieniveau zijn belangrijke elementen. Een toenemende trend is dat samenwerkende basisscholen en kinderopvangorganisaties zich profileren als kindcentra, wat vaak gepaard gaat met een gezamenlijke visie op leren en ontwikkelen, en een intensievere samenwerking in één team.
Kindcentra onderscheiden zich van andere vormen van samenwerking door een hogere tevredenheid over de samenwerking en een groter gevoel van resultaat. Ze hebben vaker een gezamenlijk vastgestelde visie op leren en ontwikkelen, en leerkrachten, pedagogisch medewerkers en anderen werken vaker samen in één team. Bovendien is er vaker sprake van structurele doorlopende ontwikkelingslijnen en integrale arrangementen voor onderwijs en opvang.
Samenwerking kan leiden tot innovatie van het onderwijsleerproces. Zo geeft een deel van de schooldirecteuren aan dat de samenwerking met kinderopvang gepaard gaat met het doorbreken van het leerstofjaarklassensysteem en de invoering van gepersonaliseerd leren. Kinderopvangmanagers zien deze inhoudelijke innovatie van hun pedagogische aanpak minder vaak.
Zowel scholen als kinderopvangorganisaties zijn van mening dat wederzijdse samenwerking positief uitpakt voor zowel het kind als de ouders. Zij constateren een betere ontwikkeling van de kinderen, meer plezier in het naar schoolgaan, snellere hulp voor kinderen die zorg nodig hebben, een betere combinatie van arbeid en zorg bij de ouders, en meer duidelijkheid voor ouders over hun aanspreekpunt.
Ondanks de vele voordelen zijn er ook knelpunten in de uitvoering van de samenwerking. Deze knelpunten betreffen onder andere wet- en regelgeving, de gescheiden werelden van onderwijs en kinderopvang, beperkte financiën en de onmacht om deze te bundelen, en ongeschikte huisvesting voor samenwerking. Bestuurders ervaren dezelfde knelpunten die uit eerder onderzoek naar voren kwamen.
Samenwerking kan in sommige gevallen zelfs segregatie tussen scholen in de hand werken. Dit gebeurt wanneer de samenwerking op sommige scholen intensiever is dan op andere, waardoor werkende ouders eerder voor deze scholen kiezen dan niet-werkende ouders. De complexiteit van het grote aantal kinderopvangorganisaties waarmee scholen te maken hebben, kan het bewerkelijk maken om intensieve samenwerking vorm te geven zonder de keuzevrijheid van ouders in te perken.
Voor een succesvolle samenwerking, met name in de meer geavanceerde modellen, is een juridische basis noodzakelijk. Verschillende modellen zijn mogelijk, zoals een samenwerkingsovereenkomst, een personele unie, een holding, of onderwijs en kinderopvang onder één rechtspersoon.
De overheid, en met name de gemeente, speelt een belangrijke rol bij het stimuleren van samenwerking. De gemeente moet het initiatief nemen om de scheiding tussen de verschillende geldstromen binnen het basisonderwijs en de kinderopvang te verminderen. De gemeente kan ook afspraken maken over samenwerking tussen opvang en onderwijs op de Lokale Educatieve Agenda, zodat de vorm van samenwerking afgestemd wordt op de plaatselijke behoeften.
Lichte vormen van samenwerking, zoals het werken aan dezelfde thema’s of het delen van informatie over kinderen, lijken een verstandige keuze. De tijdsinspanning is beperkt en het heeft een klein positief effect op de betrokken kinderen, omdat er meer maatwerk mogelijk is.
De samenwerking tussen basisscholen en kinderopvangorganisaties wordt sterker. Dit blijkt uit het feit dat de samenwerking vaker in de consolidatiefase verkeert, in plaats van in de opbouw- of startfase. Dit duidt op een groeiende stabiliteit en verdieping van de samenwerking.
De samenwerking tussen onderwijs en kinderopvang biedt aanzienlijke voordelen voor kinderen, ouders en de betrokken professionals. Het realiseren van deze voordelen vereist echter een zorgvuldige aanpak, waarbij rekening wordt gehouden met de verschillende vormen van samenwerking, de potentiële knelpunten en de noodzaak van een goede juridische en financiële basis. Een actieve rol van de gemeente en een gezamenlijke visie op leren en ontwikkelen zijn essentieel voor een succesvolle en duurzame samenwerking.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet