Kinderopvang in Nederland: Uitdagingen, kosten en toekomstplannen
juli 20, 2025
In de kinderopvang is het van groot belang om aandacht te besteden aan hygiëne en infectiepreventie. Deze maatregelen zijn niet alleen essentieel om kinderen en medewerkers te beschermen, maar ook om een gezonde en veilige leefomgeving te creëren. De RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) heeft richtlijnen opgesteld die specifiek zijn voor de kinderopvangsector en die als uitgangspunt dienen voor het voorkomen van de verspreiding van ziekten. Deze richtlijnen zijn herzien en aangepast aan de huidige situatie, zoals die ontstaan is door de coronapandemie. In deze artikel wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste richtlijnen en maatregelen die van toepassing zijn op kinderopvanglocaties.
De RIVM-richtlijnen voor kinderopvang zijn bedoeld voor alle medewerkers en beroepskrachten die werkzaam zijn in de kinderopvangsector. De richtlijn stelt normen en tips voor het uitvoeren van een goede basishygiëne. In deze context wordt hygiëne synoniem gebruikt met infectiepreventie, oftewel het voorkomen van de overdracht en verspreiding van infectieziektes. De richtlijnen zijn gebaseerd op de Algemene Hygiënerichtlijn en zijn aangepast aan de specifieke situatie in de kinderopvangsector.
De richtlijnen zijn van toepassing op kinderdagverblijven en buitenschoolse opvang, maar niet op de gastouderopvang. De herziene richtlijnen zijn gepubliceerd op de website van het RIVM en vervangen eerdere richtlijnen voor kinderdagverblijven en buitenschoolse opvang.
Een van de belangrijkste maatregelen in de RIVM-richtlijnen is het wassen van handen. Het wassen van handen met water en zeep gedurende minstens 20 seconden is essentieel om ziekteverwekkers te verwijderen. Het gebruik van handdesinfectiemiddelen is in de kinderopvang slechts ondergeschikt aan handen wassen.
Bij het wassen van handen wordt aandacht besteed aan verschillende situaties, zoals:
Daarnaast wordt het dragen van nagelbedekking afgeraden. Hoewel het niet langer een norm is, is het wel een streven voor de branche om dit te vermijden. Dit is te begrijpen uit de toelichting in de richtlijn, waarin duidelijk wordt gemaakt dat nagelbedekking het risico op de overdracht van ziekteverwekkers kan vergroten.
Hoewel kinderen onderling geen 1,5 meter afstand hoeven te houden, geldt deze regel wel voor medewerkers onderling en voor medewerkers bij het contact met ouders. Tussen medewerkers en ouders moet altijd 1,5 meter afstand bewaard worden. Deze maatregel is van toepassing in alle situaties waarin contact met ouders plaatsvindt, zoals bij het brengen en halen van kinderen.
Daarnaast geldt het volgende:
Bij binnenkomst wordt aangeraden om te vragen of het kind of de ouders klachten hebben. Als een kind gedurende de dag klachten krijgt die passen bij ziektebeelden zoals die van COVID-19, wordt het kind naar huis gestuurd. Dit geldt niet bij verkoudheidsklachten of lichte verhogingen (tot 38 graden Celsius). Bij twijfel wordt aangeraden om in gesprek te treden met de ouders.
Het protocol stelt ook specifieke richtlijnen op voor fysiek contact. Hierbij geldt:
Daarnaast is het belangrijk om te bespreken met ouders hoe deze regels in de praktijk worden uitgevoerd. De communicatie met ouders is hierin van groot belang, zodat het voor de kinderen duidelijk en voorspelbaar is wat er gebeurt. Het protocol is ontwikkeld in samenwerking met verschillende brancheorganisaties en dient als handreiking voor de kinderopvangsector.
De communicatie van de maatregelen is een belangrijk onderdeel van het protocol. Het is van belang dat de maatregelen duidelijk en consistent worden overgebracht aan ouders, kinderen en medewerkers. De brancheorganisaties communiceren naar hun achterban, en posters zijn ontwikkeld om de maatregelen visueel duidelijk te maken.
Informatie over de maatregelen wordt gedeeld via verschillende kanalen, zoals:
Het is ook belangrijk om te bespreken met ouders hoe de maatregelen worden uitgevoerd en eventuele aanpassingen te bespreken. In de buitenschoolse opvang en bij de gastouderopvang met kinderen van 4 jaar of ouder, kan dit ook met kinderen worden besproken. Kinderen jonger dan vier jaar kunnen spelenderwijs leren omgaan met maatregelen, zoals handen goed leren wassen en hoesten in de elleboog.
In de kinderopvang gelden de kwaliteitseisen zoals opgenomen in de Wet kinderopvang. Daarnaast is er een werkwijze opgesteld door GGD GHOR NL met adviezen voor GGD’s over hoe te handelen bij overmachtsituaties als gevolg van corona. Deze werkwijze helpt bij het bepalen van acties in geval van overbelasting van de zorginfrastructuur.
Naast hygiëne en infectiepreventie is voedselveiligheid ook een belangrijk onderdeel van de RIVM-richtlijnen. Een goed voedingsprotocol draagt bij aan de gezondheid en het welzijn van de kinderen. De RIVM-richtlijnen voor kinderopvang vormen de basis voor voedselveiligheid en hygiëne. Deze richtlijnen zijn gebaseerd op drie basisprincipes:
Gezonde maaltijden zorgen voor vrolijke kinderen die vol energie en plezier kunnen spelen en leren. Het is belangrijk dat maaltijden niet alleen veilig zijn, maar ook voedingswaarde hebben.
De herziene richtlijnen bevatten ook aanpassingen aan eerdere normen. Zo is er een nieuwe paragraaf toegevoegd over de omgang met beddengoed. Daarnaast is de paragraaf over geneesmiddelenverstrekking uit de richtlijn gehaald, omdat dit niet onder de infectiepreventie viel. Informatie over voorbehouden handelingen is te vinden via Rijksoverheid.
Het protocol benadrukt ook de belangrijkheid van samenwerking en coördinatie tussen verschillende partijen. BSO (Buitenschoolse Opvang) locaties stemmen de locatie-specifieke maatregelen en acties af met betrokken basisscholen en andere relevante partijen, zoals sportverenigingen. Deze samenwerking helpt om maatregelen consistent toe te passen en te voorkomen dat er sprake is van een overbelasting van het systeem.
De RIVM-richtlijnen voor hygiëne en veiligheid in de kinderopvang vormen een essentieel kader voor de dagelijkse praktijk in de kinderopvangsector. Deze richtlijnen zijn ontwikkeld om zowel kinderen als medewerkers te beschermen tegen de verspreiding van ziekten. Door aandacht te besteden aan handen wassen, afstand houden en hygiënemaatregelen, kan een gezonde en veilige omgeving worden gecreëerd. Daarnaast zijn de richtlijnen belangrijk om de kwaliteit van de kinderopvang te waarborgen en om te voldoen aan de eisen die in de Wet kinderopvang zijn opgenomen.
Het is belangrijk dat alle betrokken partijen – ouders, medewerkers en brancheorganisaties – samenwerken bij de implementatie van deze richtlijnen. Door helder en consistent te communiceren over de maatregelen, kan er een duidelijke en voorspelbare omgeving worden gecreëerd voor kinderen en ouders.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet