Kinderopvang in Nederland: Uitdagingen, kosten en toekomstplannen
juli 20, 2025
In de kinderopvangsector is het welzijn van kinderen en medewerkers een kernaspect. Om dit te waarborgen, is het uitvoeren van een risico-inventarisatie (RI&E) met betrekking tot veiligheid en gezondheid een wettelijke verplichting. Deze inventarisatie helpt bij het identificeren van risico’s en het opstellen van maatregelen om deze risico’s zoveel mogelijk te beperken. In dit artikel wordt ingegaan op de inhoud, verplichtingen en praktische uitvoering van de risico-inventarisatie in de kinderopvang.
De kinderopvangsector draagt verantwoordelijkheid voor de veiligheid en gezondheid van kinderen en medewerkers. Een risico-inventarisatie is een essentieel instrument om mogelijke gevaren in kaart te brengen en adequaat daarmee om te gaan. Volgens de Arbowet en de Wet Kinderopvang is het uitvoeren van een RI&E verplicht voor elke kinderopvangorganisatie of buitenschoolse opvang (BSO). Deze inventarisatie moet schriftelijk worden vastgelegd en regelmatig worden geëvalueerd. Het doel is om een veilige omgeving te creëren waarin kinderen zich kunnen ontwikkelen en waar medewerkers gezond en in staat tot prestaties zijn.
Een risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E) is een proces waarin risico’s op het gebied van veiligheid en gezondheid worden geïdentificeerd, geëvalueerd en beheerd. In de kinderopvangsector betreft dit zowel de veiligheid van kinderen als die van medewerkers. Tijdens de RI&E worden mogelijke gevaren zoals valongevallen, verbrandingen, vergiftigingen, verstikking en andere incidenten onderzocht. Daarnaast worden ook risico’s voor medewerkers in kaart gebracht, zoals lichamelijke belasting of psychosociale stress.
Een RI&E bestaat uit een aantal stappen:
De RI&E moet schriftelijk worden vastgelegd en moet jaarlijks worden gecontroleerd op actualiteit. Dit proces wordt uitgevoerd door de leidinggevende in samenwerking met groepsleiding en andere relevante medewerkers.
Het uitvoeren van een RI&E is een wettelijke verplichting. De Wet Kinderopvang stelt dat elke kinderopvangorganisatie een RI&E beschikbaar moet hebben die inzicht geeft in het veiligheids- en gezondheidsbeleid. Daarnaast geldt de Arbowet, die bepaalt dat alle werkgevers een arbobeleid en RI&E moeten hebben. Deze wetten zijn van toepassing op zowel kinderopvang als buitenschoolse opvang.
De GGD speelt een rol bij de controle op de RI&E. De GGD inspecteert of de RI&E correct is uitgevoerd en of het plan van aanpak actueel is. Bij niet naleving kan een boete of andere sanctie volgen.
De uitvoering van een RI&E in de kinderopvangsector houdt verschillende aspecten in:
De risico-inventarisatie veiligheid wordt jaarlijks uitgevoerd op alle locaties van de kinderopvang. Deze inventarisatie wordt uitgevoerd door groepsleiding en leidinggevende. Op basis van de inventarisatie worden actieplannen opgesteld. Deze actieplannen worden elke zes weken besproken in een voortgangsoverleg tussen de management en de groepsleiding. Uit deze besprekingen komen actieplannen voort die worden uitgevoerd.
Naast de veiligheid wordt ook de gezondheid van kinderen en medewerkers in kaart gebracht. De leidinggevende en directie maken jaarlijks een gezondheidsverslag van de locatie. Dit verslag wordt na goedkeuring door de directeur verstuurd naar de inspecteur van de GGD en ligt beschikbaar voor iedereen op de locatie.
Alle ongevallen en gevaarlijke situaties moeten worden geregistreerd. Deze registratie helpt bij het identificeren van trends en het verbeteren van veiligheid. Het is belangrijk om incidenten zorgvuldig te documenteren, zodat maatregelen kunnen worden genomen om herhaling te voorkomen.
In de kinderopvangsector zijn er specifieke risico’s die worden genoemd in de RI&E:
Daarnaast is er ook aandacht voor de veiligheid van medewerkers. Er moet altijd voldoende personeel aanwezig zijn met EHBO-diploma’s. Bovendien moet er rekening worden gehouden met de ergonomie van de werkomgeving.
Het plan van aanpak is een essentieel onderdeel van de RI&E. In dit plan worden maatregelen beschreven die genomen zullen worden om risico’s te beperken. Het plan moet duidelijk zijn wat de doelen zijn, wanneer maatregelen worden genomen en wat de verwachte resultaten zijn.
Het plan van aanpak moet regelmatig worden geëvalueerd en aangepast indien nodig. Dit is belangrijk om ervoor te zorgen dat het plan actueel blijft en effectief is in het beheersen van risico’s.
De RI&E moet worden afgestemd op de specifieke situatie van de kinderopvangorganisatie. Er zijn geen standaardoplossingen voor veiligheid en gezondheid, omdat elke organisatie uniek is. Daarom is het belangrijk dat de RI&E wordt afgestemd op de specifieke risico’s die aanwezig zijn in de organisatie.
Het is aan te raden om gebruik te maken van branche-specifieke tools, zoals RIEwerkt!, om het proces van risico-inventarisatie en evaluatie te vergemakkelijken. Deze tool biedt inzicht in veiligheidsrisico’s en helpt bij het opstellen van een passend plan van aanpak.
Na het opstellen van de RI&E en het plan van aanpak is het belangrijk om deze regelmatig te controleren en te evalueren. De GGD controleert of de RI&E correct is uitgevoerd en of het plan van aanpak actueel is. Bij niet naleving kunnen sancties volgen, zoals een boete of exploitatieverbod.
Het is verder aan te raden om interne controles te houden om ervoor te zorgen dat de RI&E en het plan van aanpak correct worden uitgevoerd. Deze controles kunnen worden uitgevoerd door groepsleiding en leidinggevende.
Een risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E) is een essentieel onderdeel van het arbobeleid in de kinderopvangsector. Het helpt bij het identificeren van risico’s op het gebied van veiligheid en gezondheid en het opstellen van maatregelen om deze risico’s te beperken. De RI&E is een wettelijke verplichting en moet schriftelijk worden vastgelegd. De uitvoering van de RI&E is van belang voor zowel kinderen als medewerkers en draagt bij aan een veilige en gezonde werkomgeving. Door regelmatig de RI&E te controleren en te evalueren kan ervoor worden gezorgd dat de maatregelen effectief zijn en actueel blijven.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet