Kinderopvang in Nederland: Uitdagingen, kosten en toekomstplannen
juli 20, 2025
De hygiënerichtlijnen voor kinderopvang zijn essentieel voor de voorkoming van de verspreiding van infectieziektes in kinderdagverblijven, peuterspeelzalen en buitenschoolse opvang. Deze richtlijnen zijn samengesteld door het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) en zijn bedoeld voor medewerkers en beroepskrachten die werkzaam zijn in de kinderopvang. Het doel is om een duidelijk kader te bieden voor de uitvoering van hygiënemaatregelen, zodat ziekteverwekkers zoals bacteriën, virussen, parasieten en schimmels minder goed kunnen verspreiden.
In de herziene richtlijnen, gepubliceerd in 2025, zijn aandachtspunten en praktische richtsnoeren opgenomen die gericht zijn op het dagelijks werk in de kinderopvang. De richtlijnen zijn uitgebreid en verduidelijkt, met extra normen over onder andere handhygiëne, schoonmaak, luiers en wondverzorging. Deze artikelen geven een overzicht van de belangrijkste punten uit de richtlijnen, gericht op een heldere uitleg voor zorgverleners en ouders.
In de kinderopvang is het belangrijk dat zowel medewerkers als kinderen zich veilig en gezond voelen. De hygiënerichtlijnen voor kinderopvang zijn ontwikkeld om de verspreiding van infectieziektes te beperken. De richtlijnen bevatten normen en tips die gericht zijn op het uitvoeren van basishygiëne. Deze richtlijnen zijn niet alleen gericht op schoonmaak, maar ook op de preventie van ziekteoverdracht door professioneel gedrag en het aanhouden van hygiënemaatregelen in alledaagse situaties.
De verantwoordelijkheid voor de implementatie van de richtlijnen ligt bij de werkgever, die direct verantwoordelijk is voor de hygiëne binnen de organisatie. De praktische uitvoering ligt echter grotendeels bij de medewerkers en de facilitaire dienst. In deze richtlijnen wordt met 'opvang' zowel kinderdagopvang als buitenschoolse opvang bedoeld.
Handhygiëne is een van de belangrijkste maatregelen om de verspreiding van ziekteverwekkers te beperken. In de herziene hygiënerichtlijnen is een norm opgenomen over het gebruik van handdesinfectiemiddelen. Hierin staat dat het wassen van handen de voorkeur heeft boven het gebruik van handdesinfectieproducten. Handen wassen met zeep en water is doorgaans effectiever en heeft minder risico op resistentie.
De richtlijnen adviseren medewerkers om handen te wassen in situaties zoals:
Hoewel handdesinfectiemiddelen in sommige situaties nuttig kunnen zijn, wordt het gebruik van deze middelen in de kinderopvang niet als norm aangegeslagen. Het is belangrijk om te weten dat handdesinfectieproducten geen vervanging zijn voor goed gewassen handen, vooral als de handen vuil of met vocht zijn.
In de herziene richtlijnen is het niet dragen van nagelbedekking niet meer gesteld als norm, maar als streven voor de branche. In de paragraaf over nagels en nagelbedekking wordt toegelicht waarom nagelbedekking wordt afgeraden. Nagelbedekking kan een risico vormen voor het opslaan en verspreiden van ziekteverwekkers, vooral in omgevingen waar er veel contact is met kinderen.
De richtlijnen adviseren medewerkers om hun nagels kort te houden en geen nagelbedekking te gebruiken. Dit is vooral belangrijk in situaties waarbij er contact is met kinderen, eten of wondverzorging. Door nagelbedekking te vermijden, wordt het risico op infectieoverdracht verder beperkt.
Schoonmaak en desinfecteren zijn essentiële onderdelen van de hygiënerichtlijnen. Schoonmaak verwijst naar het verwijderen van vuil en stof, terwijl desinfecteren gericht is op het doden van ziekteverwekkers. Het is belangrijk dat schoonmaak en desinfecteren op de juiste manier worden uitgevoerd, zodat ziekteverwekkers niet kunnen blijven achter en verspreiden.
De richtlijnen adviseren medewerkers om de volgende normen en technieken aan te houden bij het schoonmaken en desinfecteren:
In de richtlijnen wordt ook aandacht besteed aan het omgaan met schoonmaakmaterialen en middelen. Medewerkers worden geïnformeerd over de juiste opslag, het gebruik van beschermingsmiddelen en de noodzaak van professionele training in schoonmaaktechnieken.
De richtlijnen zijn verder uitgebreid met paragrafen over het verschonen van luiers en het helpen van kinderen bij toiletbezoek. Deze paragrafen zijn aangevuld en verduidelijkt om ervoor te zorgen dat medewerkers duidelijke richtsnoeren hebben bij het verzorgen van kinderen.
Het verstellen van luiers is een routineklus in de kinderopvang. De richtlijnen adviseren medewerkers om:
Bij het helpen van kinderen bij toiletbezoek gelden vergelijkbare richtsnoeren. Medewerkers worden geïnformeerd over de noodzaak van handhygiëne en het schoonmaken van toiletten en handdoeken. Daarnaast is er een nieuwe paragraaf over de omgang met beddengoed, waarin richtsnoeren zijn opgenomen over het wassen, drogen en opbergen van beddengoed.
Wanneer een kind een wond heeft, is het belangrijk dat medewerkers hygiënisch en veilig handelen. De richtlijnen adviseren medewerkers om de volgende normen aan te houden bij wondverzorging:
Het gebruik van thermometers en andere medische apparatuur is ook besproken in de richtlijnen. Het is belangrijk dat thermometers niet door meerdere personen worden gebruikt, om te voorkomen dat ziekteverwekkers worden verspreid. Medewerkers worden geïnformeerd over de juiste reiniging en opslag van medische apparatuur.
In de kinderopvang wordt veel aandacht besteed aan de hygiëne in de keuken. Het is belangrijk dat de keuken voldoet aan de hygiënecode (HACCP), zoals omschreven in de richtlijnen. De richtlijnen adviseren medewerkers om:
De richtlijnen adviseren ook om aandacht te besteden aan het voedselveiligheidsaspect in de keuken. Door het naleven van de HACCP-richtsnoeren, kan het risico op ziekteoverdracht door voedsel worden beperkt.
De herziene richtlijnen zijn gebaseerd op de Algemene Hygiënerichtlijn, met aanvullende normen en tips voor de kinderopvang. De grootste wijzigingen in de richtlijnen zijn:
De herziene richtlijnen zijn gepubliceerd op de website van het RIVM en zijn van toepassing op kinderdagverblijven en buitenschoolse opvang. De richtlijnen zijn niet van toepassing op de gastouderopvang.
De richtlijnen adviseren werkgevers om medewerkers op de hoogte te houden van de hygiënerichtlijnen en ervoor te zorgen dat deze op een duidelijke en begrijpelijke manier worden gecommuniceerd. Medewerkers worden geïnformeerd over de normen en tips en worden aangemoedigd om deze in de praktijk toe te passen.
Daarnaast adviseren de richtlijnen werkgevers om medewerkers te trainen in hygiëne, schoonmaak en wondverzorging. Door middel van opleiding en training kunnen medewerkers beter in staat worden gesteld om hygiënemaatregelen correct en professioneel uit te voeren.
De richtlijnen adviseren dat de focus ligt op infectiepreventie en niet op veiligheid, comfort of andere gezondheidsklachten. De richtlijnen bevatten geen normen of tips over binnen- en buitenmilieu of zonnebrand. Deze onderwerpen zijn verwijderd uit de richtlijnen en kunnen worden gevonden in andere documenten op de websites van het LCHV en het KWF.
De richtlijnen adviseren ook om tussentijdse wijzigingen in de richtlijnen te volgen. Deze wijzigingen zijn aangegeven in de verantwoording van de richtlijnen. Werkgevers worden geïnformeerd over de noodzaak van regelmatige updates en evaluaties van de hygiënerichtlijnen.
De hygiënerichtlijnen voor kinderopvang zijn essentieel voor de voorkoming van de verspreiding van infectieziektes in kinderdagverblijven, peuterspeelzalen en buitenschoolse opvang. De richtlijnen bevatten normen en tips over handhygiëne, schoonmaak, luiers, wondverzorging en keukenhygiëne. Deze richtlijnen zijn bedoeld voor medewerkers en beroepskrachten die werkzaam zijn in de kinderopvang.
De herziene richtlijnen zijn gebaseerd op de Algemene Hygiënerichtlijn en bevatten aanvullende normen en tips voor de kinderopvang. De grootste wijzigingen zijn gericht op het gebruik van handdesinfectiemiddelen, nagelbedekking, luiers en beddengoed. De richtlijnen adviseren medewerkers om handhygiëne te gebruiken, schoonmaak en desinfecteren op de juiste manier uit te voeren en hygiënemaatregelen in alledaagse situaties toe te passen.
Door het naleven van de richtlijnen en het aanhouden van hygiënemaatregelen, kan het risico op ziekteoverdracht worden beperkt. Werkgevers zijn verantwoordelijk voor de implementatie en uitvoering van de richtlijnen, terwijl de praktische uitvoering grotendeels ligt bij de medewerkers en de facilitaire dienst.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet