Schimmelnagels bij Kinderen: Oorzaken, Herkenning en Behandeling
juni 17, 2025
De motorische ontwikkeling is een fundamenteel aspect van de algehele ontwikkeling van een kind, naast de sociaal-emotionele, cognitieve en morele ontwikkeling. Het proces omvat het leren beheersen en gebruiken van spieren, en kan worden onderverdeeld in grove en fijne motoriek. Deze ontwikkeling verloopt bij gezonde kinderen doorgaans volgens een vast patroon, hoewel de timing van het bereiken van specifieke mijlpalen per kind kan verschillen. Een goede motorische ontwikkeling is essentieel voor een actieve levensstijl en draagt bij aan het welzijn van het kind.
De grove motoriek betreft het bewegen en coördineren van het hele lichaam. Voorbeelden hiervan zijn lopen, huppelen, rennen, springen, klimmen en het gooien van een bal. De fijne motoriek daarentegen richt zich voornamelijk op de handen en vingers, en omvat vaardigheden zoals schrijven, knippen, tekenen, kralen rijgen en het vastpakken van kleine objecten. Hoewel deze twee vormen van motoriek verschillend zijn, zijn ze nauw met elkaar verbonden en beïnvloeden ze elkaar wederzijds. Zo kan een goede beheersing van het evenwicht een voorwaarde zijn voor netjes kunnen schrijven.
De motorische ontwikkeling verloopt in fasen, waarbij elke fase gekenmerkt wordt door specifieke vaardigheden en mijlpalen.
Baby’s (0-4 jaar): De motorische ontwikkeling bij baby’s is een periode van snelle veranderingen. Met zes weken kunnen de meeste baby’s hun hoofd optillen tijdens het liggen op hun buik. Na drie maanden kunnen ze hun borst optillen met behulp van hun armen als steun. Tussen de vier en vijf maanden kunnen de meeste baby’s zich omrollen van rug naar buik. De omgeving speelt een cruciale rol in deze ontwikkeling; baby’s ontwikkelen vaardigheden sneller wanneer ze worden aangemoedigd om te oefenen.
Kleuters (4-6 jaar): Kleuters hebben al een aanzienlijke controle over hun bewegingen. Ze kunnen rennen zonder te vallen, met een bal omgaan, en hun evenwichtsgevoel is sterk in ontwikkeling, evenals de oog-handcoördinatie. Activiteiten zoals klimmen, rodelen, fietsen, gooien, vangen, hinkelen, springen, tekenen, schilderen en kleien zijn populair. Ook de fijne motoriek verbetert in deze fase; kleuters leren bijvoorbeeld draad in een naald te doen, binnen de lijnen te kleuren en hun eigen knoopjes dicht te knopen. Het is belangrijk dat kinderen de ruimte en tijd krijgen om deze vaardigheden te oefenen.
Schoolkinderen (7-9 jaar): Kinderen tussen de zeven en negen jaar worden gespierder en hun evenwicht en coördinatie verbeteren aanzienlijk. De motorische vaardigheden worden nauwkeuriger en de handen kunnen afzonderlijk worden gebruikt. Ze willen veel bewegen, oefenen en vaardigheden leren. Er zijn echter grote verschillen tussen de jongste en oudste kinderen in deze groep. De fijne motoriek is al goed ontwikkeld, en ze oefenen met technieken zoals het maken van figuren met kralen, sieraden maken en het bouwen met blokken.
Adolescenten (10-12 jaar): Lichamelijk gezien zijn alle lichaamsverhoudingen ontwikkeld, het coördinatievermogen is goed en het uithoudingsvermogen is groter. Ze kunnen langer motorische activiteiten volhouden omdat ze sterker zijn. De puberteit kan tijdelijke motorische onhandigheid veroorzaken door snelle groei van de ledematen, maar dit is een normaal onderdeel van de ontwikkeling.
Het stimuleren van de motorische ontwikkeling is van groot belang. Dit kan op verschillende manieren:
Een goede motorische ontwikkeling is essentieel voor de algehele ontwikkeling van een kind. Het is een belangrijke voorwaarde om samen te kunnen spelen en om de wereld te ontdekken. Motorische vaardigheden zijn nodig bij het onderzoeken van de omgeving, het pakken en vasthouden van objecten, het leren van spraak en het uiten van emoties. Problemen binnen dit ontwikkelingsgebied kunnen een grote invloed hebben op de gehele ontwikkeling van een kind.
Soms verloopt de motorische ontwikkeling niet vanzelf en ontstaan er problemen. Deze problemen kunnen leiden tot een lager zelfbeeld, minder deelname aan sociale activiteiten, emotionele problemen, angststoornissen en depressies. Het is belangrijk om motorische ontwikkelingsproblemen zo vroeg mogelijk vast te stellen, zodat er tijdig kan worden ingegrepen.
Als er zorgen zijn over de motorische ontwikkeling van een kind, kan men terecht bij de jeugdarts. Deze kan doorverwijzen naar een kinderfysiotherapeut, ergotherapeut, kinderoefentherapeut, de huisarts of een specialist. Het is ook mogelijk om met andere ouders te praten om ervaringen uit te wisselen.
Het is belangrijk om te onthouden dat elk kind anders is en zijn ontwikkeling op zijn eigen manier doormaakt. Grote afwijkingen ten opzichte van leeftijdsgenoten kunnen reden zijn om de ontwikkeling te laten onderzoeken door een deskundige.
Er is discussie over de interpretatie van ‘motorische ontwikkeling’ en de rol van training en oefening. Sommige bronnen benadrukken dat het een natuurlijk proces is dat niet overmatig gestimuleerd moet worden, terwijl andere het belang van gerichte trainingen benadrukken. Het is belangrijk om een evenwicht te vinden en de individuele behoeften van het kind te respecteren.
De motorische ontwikkeling is een cruciaal onderdeel van de ontwikkeling van een kind, bestaande uit grove en fijne motoriek, die zich in verschillende fasen ontvouwt. Het stimuleren van deze ontwikkeling door middel van spel, beweging en een veilige omgeving is essentieel voor het welzijn en de algehele ontwikkeling van het kind. Vroege signalering van problemen en het inschakelen van professionele hulp indien nodig, kunnen negatieve gevolgen voorkomen en het kind optimaal ondersteunen in zijn ontwikkeling.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet