Personenregister Kinderopvang (PRK) en Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG): Essentieel voor Veiligheid in de Kinderopvang
juli 20, 2025
De opzegtermijnen in de kinderopvang zijn een belangrijk onderdeem voor zowel ouders als werkgevers. Het is essentieel dat deze termijnen duidelijk zijn en conform de geldende regelgeving. In dit artikel wordt ingegaan op de verschillende opzegtermijnen binnen de kinderopvangsector, inclusief de juridische regelgeving, praktijkuitvoering en eventuele complicaties die hierbij kunnen ontstaan. De informatie is gebaseerd op de meest recente en betrouwbare bronnen, zoals de CAO Kinderopvang, lokale regelgeving en praktijkervaringen binnen de sector.
De CAO Kinderopvang van 2025-2026 bevat duidelijke regels over opzegtermijnen binnen de kinderopvangsector. Deze regels zijn van toepassing op zowel vaste als tijdelijke arbeidsovereenkomsten.
Bij een vaste arbeidsovereenkomst geldt een opzegtermijn van twee maanden voor zowel de werkgever als de medewerker. Dit betekent dat de arbeidsovereenkomst nog twee maanden doorloopt na de opzegdatum. De opzegdatum is de eerste dag van de maand die volgt op de datum waarop de opzegging is geschied.
Een uitzondering geldt voor medewerkers die in een hogere salarisschaal werken dan schaal 12. Voor deze medewerkers kan een opzegtermijn van drie maanden worden afgesproken, wat voor zowel de werkgever als de medewerker van toepassing is.
Tijdelijke arbeidsovereenkomsten eindigen automatisch op de einddatum die in de overeenkomst is vastgelegd. Zowel de werkgever als de medewerker kunnen de overeenkomst tussentijds opzeggen, maar ook in dit geval geldt een opzegtermijn van twee maanden. De opzegging moet schriftelijk worden gedaan en wordt ingerekend vanaf de eerste dag van de maand die volgt op de opzegdatum.
De arbeidsovereenkomst eindigt automatisch op de dag waarop de medewerker recht heeft op pensioen volgens de Algemene Ouderdomswet (AOW). Ouders en werkgevers kunnen hierover echter andere afspraken maken, mits deze schriftelijk worden vastgelegd.
Ouders die gebruik maken van kinderopvangdiensten kunnen ook hun opvangplaats opzeggen. Sinds 1 maart 2014 geldt een verplichte opzegtermijn van één maand voor alle kinderopvangorganisaties die lid zijn van de Brancheorganisatie Kinderopvang. Dit betekent dat ouders hun kind op elk moment van de maand kunnen opzeggen, mits ze de opzegtermijn van één maand naleven.
Er is echter enige variatie in de praktijkuitvoering van deze opzegtermijn. Hoewel de verplichte termijn één maand is, zijn er organisaties die deze afronden op een hele of halve maand. Bijvoorbeeld: een opzegging op 23 januari zou volgens de regel op 23 februari eindigen, maar sommige opvangorganisaties ronden dit af op 31 januari of 15 februari. Dit kan leiden tot verwarring, zowel voor ouders als voor opvangorganisaties.
Er zijn ook opvangorganisaties die geen opzegtermijn hanteren. Dit is echter minder gebruikelijk en kan worden afgesproken op basis van individuele overeenkomsten.
De opzegtermijn van één maand is voor ouders een gunstig aspect, omdat ze flexibel kunnen reageren op veranderingen in hun situatie. Voor kinderopvangorganisaties kan dit echter uitdagingen met zich meebrengen. Het kan moeilijk zijn om binnen één maand een nieuwe plek te vinden voor een kind, wat kan leiden tot onderbezetting en logistieke problemen.
De gemeente Enschede heeft lokale regelgeving opgesteld die ook aandacht besteedt aan opzegtermijnen bij veranderingen in de kinderopvang. Deze regelgeving is van toepassing op ambtenaren die gebruik maken van de kinderopvangregeling van de gemeente.
De dagopvang eindigt in de maand waarin het kind de leeftijd van vijf jaar bereikt. Andere vormen van kinderopvang, zoals buitenschoolse opvang, eindigen op de eerste dag van de maand waarop het voortgezet onderwijs voor het kind begint.
De opvangregeling kan ook eindigen bij overlijden van het kind of bij blijvende invaliditeit van het kind. In dat geval wordt de regeling automatisch beëindigd.
De ambtenaar kan de opvangregeling beëindigen door schriftelijk te informeren bij zowel de gemeente als de opvangorganisatie. In het geval van ontslag of langdurig verzuim met betaling van de opvangkosten kan de ambtenaar de regeling ook niet langer gebruiken.
Als er gedurende meer dan één maand geen gebruik wordt gemaakt van de kinderopvang, kan de opvangplaats worden aangehouden. In dat geval blijft de ambtenaar de opvangkosten betalen. Bij een verzuim van drie maanden of langer kan de ambtenaar de regeling niet langer gebruiken, tenzij er een andere overeenkomst is met de gemeente.
In de praktijk kunnen er vragen ontstaan rondom de opzegtermijnen, vooral in situaties waarin er sprake is van tijdelijke veranderingen of overgangen, zoals een proeftijd bij een nieuwe baan.
Een voorbeeld is een oudere die een nieuwe baan heeft met een proeftijd van drie maanden. In dat geval kan de oudere zich al aansluiten bij de kinderopvang, zolang de proeftijd nog niet is beëindigd. De opzegtermijn bij kinderopvang is meestal één maand, wat betekent dat de oudere op elk moment kan opzeggen, mits de termijn van één maand wordt nageleefd.
Een eventuele vergoeding van de kinderopvang hangt af van de regelingen van de werkgever en de gemeente. In veel gevallen is er een werkgeversbijdrage, die vanaf het moment van plaatsing wordt verstrekt. Het is echter belangrijk om dit te verifiëren bij de werkgever of de opvangorganisatie.
Als de proeftijd beëindigt en de baan niet wordt voortgezet, is het mogelijk om de kinderopvang binnen één maand te beëindigen. In de praktijk is het belangrijk om dit tijdig te doen om eventuele kosten te voorkomen. De opzegtermijn is hier één maand, wat betekent dat de opvangplaats niet direct kan worden beëindigd op de laatste werkdag.
Opzegtermijnen in de kinderopvang zijn belangrijk om zowel ouders als werkgivers te informeren en te begeleiden bij veranderingen. De regelgeving is duidelijk en verplichte opzegtermijnen zijn vastgelegd in de CAO Kinderopvang en lokale regelgeving. Echter, in de praktijk kan het voorkomen dat deze termijnen op verschillende manieren worden uitgevoerd, wat leidt tot verwarring en extra administratieve werken.
Het is daarom aan te raden om duidelijke afspraken te maken bij het opzeggen van een arbeidsovereenkomst of bij het beëindigen van een kinderopvangplaats. Ouders en werkgivers moeten zich bewust zijn van de geldende opzegtermijnen en deze schriftelijk vastleggen om eventuele problemen te voorkomen. Kinderopvangorganisaties zijn verantwoordelijk voor de naleving van deze regels en moeten deze duidelijk communiceren aan ouders en medewerkers.
Zowel de CAO als de lokale regelgeving bieden een duidelijk kader, maar in de praktijk is het belangrijk om deze regels te versterken met goede communicatie en duidelijke afspraken.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet