Pestprotocol in kinderopvang: Veiligheid en preventie van pestgedrag
juli 20, 2025
Ongelukken binnen de kinderopvangsector zijn een ernstig thema dat zowel ouders als opvoeders actief moet bekijken. Volgens de SKRS komen jaarlijks ongeveer 140.000 kinderen terecht op de eerste hulp als gevolg van ongevallen. In de context van kinderopvang is het daarom van essentieel belang dat zowel professionals als ouders goed geïnformeerd zijn over het voorkomen van ongelukken, en hoe men adequaat moet reageren in noodsituaties. Daarnaast is het gebruik van bepaalde hulpmiddelen, zoals de elektrische stints, onder vuur gelegd na recente incidenten, wat heeft geleid tot voorlopige stoptactieken in verschillende gemeenten.
Deze artikel biedt een overzicht van de huidige situatie rondom ongevallen in kinderopvang, de rol van preventie, het gebruik van EHBO-vaardigheden, en de rol van toezicht en handhaving. Het doel is om ouders en opvoeders in staat te stellen om verantwoordelijk en veilig te omgaan met de dagelijkse uitdagingen van kinderopvang.
Preventie en risicobeheer
Een fundamenteel aspect van kinderopvang is het voorkomen van ongevallen. Preventie begint bij het uitvoeren van een risico-inventarisatie en het aanpakken van gevaren in de omgeving waarin kinderen zich bevinden. Volgens de regelgeving en beleidsregels is het van belang dat kinderopvanginstellingen, inclusief gastouderopvang, rekening houden met deze risico’s. Dit betekent dat een gedetailleerde inventarisatie moet worden opgesteld die specifiek gericht is op de locatie waar de opvang plaatsvindt. Daarnaast moeten de maatregelen uit het plan van aanpak op tijd worden genomen, zoals vermeld in de bronnen.
In de praktijk betekent dit dat zowel fysieke omgevingen als activiteiten waar kinderen aan deelname hebben, goed worden beoordeeld op veiligheid. Voorbeelden van mogelijke risico’s zijn spitsvormige hoeken, glasoppervlakken, onveilige speeltoestellen en elektrische apparaten zoals stints, waarvan het gebruik momenteel onder discussie staat. Het is daarom belangrijk dat kinderopvanginstellingen regelmatig controleren of alle veiligheidsmaatregelen op orde zijn.
EHBO-vaardigheden: Opleidingen en certificering
Een EHBO-vaardigheid is een essentieel onderdeel van het dagelijks werk in kinderopvang. De SKRS biedt een cursus Kinder-EHBO aan, waarin ouders en opvoeders leren hoe ze adequaat kunnen reageren bij verschillende noodsituaties. Deze cursus is opgebouwd volgens de richtlijnen van het Oranje Kruis en de NRR. Het programma behandelt zowel theoretische als praktische onderwerpen, zoals kinderreanimatie, stabiele zijligging en het verbinden van wonden.
Voorbeelden van de inhoud van de cursus zijn: - Uitwendige wonden en bloedingen - Letsel en vreemde voorwerpen in de luchtpijp - Insectenbeten en allergische reacties - Buiten bewustzijn en koortsstuipen - Brandwonden en vergiftigingen
Na afloop van de cursus wordt het geleerde getoetst via een interactieve quiz, en ontvangt de deelnemer een certificaat. Deze cursus is een waardevolle aanvulling op de kennis en vaardigheden van opvoeders en ouders, en draagt bij aan de veiligheid van kinderen in geval van ongelukken.
Incidenten met stints: Onderzoek en voorzichtigheid
De elektrische stints, ook wel bekend als bakfietsen, zijn in de afgelopen jaren steeds vaker gebruikt in kinderopvanginstellingen, vooral bij de overgang over spoorwegen. Echter, na een fataal ongeluk in Oss waarbij vier kinderen om het leven kwamen en anderen ernstig gewond raakten, is de veiligheid van deze voertuigen ter discussie gesteld. In reactie daarop hebben verschillende kinderopvangorganisaties in de regio Naarden en Bussum besloten om voorlopig het gebruik van de stints te staken.
De organisatie Koningskinderen meldt dat er in april al incidenten waren met de stints, waarbij een voertuig stil kwam te staan op een spoorwegovergang door problemen met de accu. Hoewel de kinderen toen niet in gevaar waren, is besloten om tijdelijk geen gebruik meer te maken van de stints. Andere instellingen zoals Smallsteps en Kindergarden volgen een vergelijkbare aanpak.
Er zijn momenteel ongeveer 3500 stints in gebruik in Nederland. De fabrikant van deze voertuigen onderzoekt alle bakfietsen en werkt aan verbeteringen. Totdat de oorzaak van de incidenten duidelijk is en maatregelen genomen zijn, blijven veel instellingen voorzichtig en stoppen ze met het gebruik van de stints.
Een uitzondering is SKBNM, een kinderopvangorganisatie in Bussum, die wel doorgaat met het gebruik van de stints. Ze wijzen erop dat ze strikte regels hebben voor het gebruik en dat medewerkers speciaal getraind zijn. Ook is er geen sprake van het rijden over spoorwegen. Deze organisatie heeft echter aangegeven dat ze hun beleid aanpassen indien dat nodig is.
Toezicht en handhaving: Kwaliteitseisen en sancties
Het toezicht op kinderopvanginstellingen is een verantwoordelijkheid van de gemeenten, die dit doen via GGD-inspecties en toezichthouders. De regelgeving stelt duidelijke kwaliteitseisen, en indien deze niet worden nageleefd, kan het handhavingsproces worden ingezet. Dit proces loopt meestal in meerdere stappen en begint met een aanwijzing voor verbetering. Als de overtreding binnen de gegeven termijn niet wordt opgelost, kan een zwaarder handhavingsinstrument worden ingezet, zoals een exploitatieverbod of het intrekken van de toestemming tot exploitatie.
Bijvoorbeeld, als een kinderopvanginstelling niet goed telefonisch bereikbaar is of geen actuele lijst van ongevallen bijhoudt, kan dit leiden tot een boete of andere sanctie. De GGD speelt een essentiële rol in dit proces, en het wettelijk toetsingskader wordt gebruikt om te beoordelen of aan de kwaliteitseisen is voldaan.
Een specifieke aandachtspunt is het tijdig in bezit hebben van een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) van beroepskrachten. Overtredingen in dit opzicht zijn in het verleden vaak terugkerend geweest, wat heeft geleid tot een aanpassing in de aanpak. De gemeenten en toezichthouders proberen zoveel mogelijk in overleg te treden met kinderopvanginstellingen om problemen te verhelpen, in plaats van direct met sancties te reageren.
Noodplannen en communicatie
In het geval van een ongeval is het van groot belang dat er een goed noodplan op staan. Een noodplan moet duidelijke instructies bevatten over hoe te reageren in noodsituaties, welke contactpersonen er zijn, en hoe kinderen veilig worden geïdentificeerd en opgehaald. Ouders en medewerkers moeten regelmatig worden geïnformeerd over het noodplan en moeten weten wat hun rol is in het geval van een incident.
Bijvoorbeeld, bij calamiteiten bij opvang van meer dan drie kinderen is het noodzakelijk dat er een adequate vervanging is. Ook moet er een achterwachtregeling op staan, waarbij een medewerker binnen 15 minuten ter plaatse kan zijn. Deze maatregel is van essentieel belang om kinderen en medewerkers te beschermen in uiterst situaties.
Een goed noodplan draagt bij aan de psychologische veiligheid van kinderen en ouders. Het vermindert angst en onzekerheid en zorgt ervoor dat acties snel en doeltreffend kunnen worden genomen.
Conclusie
De veiligheid van kinderen in de kinderopvang is een thema dat serieus moet worden genomen. Ongelukken zijn onvermijdelijk, maar de manier waarop men reageert en voorzorgsmaatregelen neemt, kan het verschil maken tussen een lichte verwonding en een fatale gebeurtenis. Preventie, EHBO-vaardigheden, toezicht en noodplannen zijn allemaal essentiële onderdelen van een veilige kinderopvangomgeving.
Ouders en opvoeders moeten bewust en actief betrokken zijn bij de veiligheid. Het is belangrijk om op de hoogte te zijn van de huidige ontwikkelingen, zoals het gebruik van stints, en om samen te werken met kinderopvanginstellingen om kinderen veilig te laten groeien. Met de juiste kennis, voorbereiding en samenwerking kan het risico op ongevallen worden verminderd en kan men adequaat reageren in noodsituaties.
Vorige week een nieuwe gevel bij de BSO gekregen. Nieuwe kozijnen, nieuw glas en deur.
