Werkgelegenheid en veiligheid in de kinderopvang: Een kijkje in het personeelsbeleid en de huidige situatie
juli 20, 2025
De onderhandelingen voor de nieuwe cao Kinderopvang 2025-2026 zijn sinds de zomer van 2024 een intensief proces geweest. Vakbonden als FNV en CNV en werkgeversorganisaties zoals Brancheorganisatie Kinderopvang (BK), Branchevereniging Maatschappelijke Kinderopvang (BMK) en BrancheVereniging Ondernemers in de Kinderopvang (BVOK) hebben meerdere onderhandelingsrondes afgerond met als doel een cao te sluiten die zowel de belangen van werknemers als werkgevers behartigt. Centrale thema’s in deze onderhandelingen zijn loon, werkdruk, professionele zeggenschap en duurzame inzetbaarheid van werknemers.
De eerste onderhandelingsronde vond plaats op 30 september 2024. Tijdens deze vergadering stonden loon, looptijd en de mogelijkheid van een kortere fulltime werkweek centraal. Werkgevers wilden een cao van minimaal twee jaar, maar hun voorstel voor loonverhoging bleef onder de inflatiecijfers, wat volgens vakbonden niet genoeg was. De vakbonden benadrukten dat medewerkers in de kinderopvang behoefte hebben aan een sterke koopkrachtverbetering. De eerste onderhandelingsronde eindigde zonder concrete afspraken, maar met een duidelijke focus op de te bespreken thema’s voor de komende ronden.
Tijdens de onderhandelingen zijn meerdere thema’s aan bod gekomen die essentieel zijn voor de werkomstandigheden in de kinderopvangsector. Deze thema’s zijn:
Loon en looptijd: De loonstijging en de looptijd van de cao zijn vanaf het begin centrale punten geweest. Werkgevers wilden een cao van minstens twee jaar, maar hun voorstellen voor loonverbetering bleven ver achter de stijgende leefkosten. De vakbonden wilden een loonsverhoging die boven de inflatie ligt, met name om de koopkracht van werknemers te verbeteren.
Werkdruk en regeldruk: Werknemers in de kinderopvang klagen regelmatig over hoge werkdruk. Tijdens de onderhandelingen is dit een herhaaldelijk genoemd thema. Het valt echter lastig om regelgeving die vanuit de wet komt, te veranderen via een cao. Toch is het onderwerp doorgeschoven naar latere onderhandelingsronden.
Maatwerk en professionele zeggenschap: Medewerkers willen meer invloed op hun werkplek en de manier waarop hun werk wordt uitgevoerd. Dit betreft onder andere het mogelijk maken van maatwerk, waarbij de werknemer een grotere rol kan spelen in het ontwerpen van haar werkzaamheden. Ook is professionele zeggenschap – de mate waarin werknemers kunnen beslissen over hun eigen werk – een belangrijk onderhandelingspunt geweest.
Opleiding en ontwikkeling: Het opleidingsbudget is een ander onderwerp dat is besproken. Vakbonden benadrukken dat er meer aandacht moet zijn voor de professionele ontwikkeling van werknemers. Tijdens de onderhandelingen is hierover nog geen overeenstemming bereikt.
Duurzame inzetbaarheid en kortere werkweek: De mogelijkheid van een kortere werkweek met behoud van salaris is een voorstel dat is gedaan door vakbonden. Werkgevers zullen hun standpunt hierover uiteenzetten in latere onderhandelingsronden.
Tijdens de derde onderhandelingsronde op 18 november 2024 kwamen FNV, CNV en werkgevers weer bij elkaar. Ondanks de discussies bleef het hier ook zonder concrete overeenstemming. Onderwerpen als regeldruk, maatwerk en zeggenschap zijn nog steeds onopgelost. Tijdens de vergadering acteerden kaderleden van FNV Kinderopvang. Zij wilden de wensen van medewerkers delen met de werkgevers, maar werden niet toegelaten tot de vergaderzaal. De kaderleden stapelden dozen met wensen van collega’s om de hoge werkdruk te symboliseren en las een gedicht voor. Vervolgens overhandigden ze een mini-boodschappentasje als symbool voor de behoefte aan koopkrachtverbetering. Deze actie leidde tot spanningen, maar ook tot media-aandacht.
Na de actie ging de vergadering verder. Onderwerpen zoals functiedifferentiatie en opleidingsbudget werden besproken, maar ook hier zijn geen concrete afspraken gemaakt. Veel onderwerpen zijn doorgeschoven naar de laatste onderhandelingsronde op 12 december 2024. Op die dag zal ook het loonbod opnieuw besproken worden.
Op 5 maart 2025 werd aangekondigd dat er een overeenkomst is bereikt. De nieuwe cao bevat een loonsverhoging van 8% over twee jaar en een volwaardige eindejaarsuitkering. Ook is er sprake van een proef met een 30-urige werkweek, waarbij het salaris behouden blijft. Daarnaast is het minimumuurloon en de stagevergoeding verhoogd. De cao is nog niet definitief, omdat eerst goedkeuring van de vakbondsleden nodig is. De leden van FNV en CNV zijn uiteindelijk akkoord gegaan met het eindbod.
Deze cao betekent een belangrijke stap voor de kinderopvangsector. Het biedt werknemers meer zekerheid op het gebied van loon en werkomstandigheden, wat ook positief kan zijn voor de kwaliteit van de kinderopvang zelf. Werkgevers benadrukken dat de cao duurzaam en toekomstbestendig moet zijn, zodat de kinderopvangsector zich op de lange termijn kan ontwikkelen.
Hoewel er nu een overeenkomst is bereikt, zijn er ook kritische kijkers. De vakbond FNV benadrukt dat het eindbod “kantje boord” is, wat betekent dat het aan de grens van wat redelijk is. Sommige medewerkers vinden dat de loonverhoging nog steeds niet voldoende is om de stijgende leefkosten te compenseren. Ook is er kritiek op de langere looptijd van de cao, omdat dat betekent dat de beloften die nu zijn gedaan, pas in 2026 volledig uitkomen. Tijdens de onderhandelingen zijn er ook onzekerheden geweest over het succes van de proef met een kortere werkweek. Het is nog niet duidelijk hoe deze proef in de praktijk zal verlopen en of hij haalbaar is voor werkgevers.
De onderhandelingen voor de nieuwe cao Kinderopvang 2025-2026 zijn een complex proces geweest met meerdere ronden en verschillende thema’s. Centraal stonden loon, werkdruk, professionele zeggenschap en duurzame inzetbaarheid. Ondanks de spanningen en de verschillen tussen vakbonden en werkgevers is er uiteindelijk een overeenkomst bereikt. De nieuwe cao bevat een loonsverhoging van 8% over twee jaar, een volwaardige eindejaarsuitkering en een proef met een kortere werkweek. Deze cao is een belangrijke stap voor de kinderopvangsector, maar er zijn ook kritische kijkers die stellen dat er nog ruimte is voor verbetering. Het is te hopen dat de cao leidt tot betere werkomstandigheden voor medewerkers en een duurzamere toekomst voor de kinderopvangsector.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet